Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): inwerkingtredingsdatum 1 januari 2022
De inwerkingtredingsdatum van de Wtza en Awtza is verschoven naar 1 januari 2022.
De inwerkingtredingsdatum van de Wtza en Awtza is verschoven naar 1 januari 2022.
Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. In dit blog van de blogreeks over de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) gaan wij in op de overgangsregeling van de Wtza voor bestaande zorgaanbieders.
Op 1 januari 2022 zullen de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (Awtza) in werking treden. De Wtza introduceert een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders en een vernieuwde vergunningsprocedure voor een specifieke categorie instellingen. In dit blog gaan wij nader in op het toezicht en handhaving op en bij zorginstellingen onder de Wtza.
In Tijdschrift Ondernemingsrecht 2020/106 bespreekt onze specialist Charlotte Perquin-Deelen samen met co-auteur Koen Bakker het Voorontwerp Modernisering NV-recht en evenwichtiger man/vrouw verhouding dat op 15 april 2020 ter consultatie is voorgelegd.
Op 1 januari 2022 zullen de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (Awtza) in werking treden. De Wtza introduceert een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders en een vernieuwde vergunningsprocedure voor een specifieke categorie instellingen. De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen zijn geregeld in de Awtza.
Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningsprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder). De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen zijn geregeld in de AWtza.
Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningsprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder). De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen zijn geregeld in de AWtza.
Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningsprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder). De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen zijn geregeld in de AWtza.
Ontwikkelingen in het zorglandschap noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Wat is de beste juridische organisatievorm voor het samenwerkingsverband? Welke civielrechtelijke en fiscale aspecten zijn daarbij van belang? Hoe wordt de interne governance ingericht? Welke mededingingsregels gelden er?
Charlotte Perquin-Deelen, jurist en filosoof, promoveerde op hoe vooroordelen de beslissingen van rechters en bestuurders kunnen beïnvloeden. Voor haar onderzoek sprak ze meer dan honderd vooraanstaande bestuurders, commissarissen, advocaten en rechters.
Op 30 april 2018 kwam de Ondernemingskamer (OK) in de enquêteprocedure bij zorginstelling DeSeizoenen tot het oordeel dat er gegronde redenen waren voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Dit oordeel had specifiek betrekking op de besluitvorming omtrent de verwerving en exploitatie van vastgoed in 2016. In haar uitspraak van 24 januari 2020 heeft de OK vastgesteld dat er bij die besluitvorming onzorgvuldig is omgegaan met het op dat moment bestaande belangenconflict. Derhalve is in die periode volgens de OK sprake geweest van wanbeleid.
Recent onderzoek laat zien dat nog steeds geen sprake is van een evenwichtige man/vrouw zetelverdeling aan de top van Nederlandse vennootschappen. In deze serie wordt in verschillende delen ingegaan op vragen als: hoe komt het dat nog geen sprake is van een evenwichtige zetelverdeling? Welke functie bedient het wettelijk streefcijfer? Welke invloed heeft (gender)diversiteit op (de prestaties van) vennootschappen? En: hoe kan een meer evenwichtige zetelverdeling worden bereikt? Deze serie is een verkorte voorpublicatie van mijn te verschijnen proefschrift. Neem voor meer informatie en advies contact op met Charlotte Perquin-Deelen. In dit vierde en laatste deel ga ik in op de invloed van implicit gender bias.