1 januari 2023 is en blijft het uitgangspunt, máár….
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Op dinsdag 7 juni jl. vond er een commissievergadering plaats in de Eerste Kamer waarin werd besloten het voorbehoud bij de plenaire behandeling van het ontwerp-KB over de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet te laten vallen.
Na twee eerdere conclusies over de toetsing van besluiten in algemene zin en de toetsing van lagere wetgeving, zijn op 18 mei 2022 de laatste twee uit een serie van vier conclusies over het bestuursrechtelijke evenredigheidsbeginsel gepubliceerd. In deze conclusies bespreken staatsraden A-G Snijders en Widdershoven de toetsing van wetgeving in formele zin en beleidsregels aan het evenredigheidsbeginsel.
De Hoge Raad heeft in een interessant arrest van 3 december 2021 een verduidelijking gegeven van het begrip ‘openbaar vaarwater’, en bepaald dat de grondeigenaar intensiever normaal gebruik onder specifieke omstandigheden moet dulden.
De eerste Kamer is voornemens het ontwerp van het Koninklijk Besluit over de inwerkingtreding van de Omgevingswet in juni te behandelen. De Minister is verzocht om een nadere specificatie en motivering wat de laatst mogelijke datum is dat met het ontwerp-KB moet zijn ingestemd om de wet per 1 januari 2023 te kunnen laten ingaan.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht. De Woo geeft nieuwe en afwijkende spelregels voor actieve en passieve openbaarmaking, zowel inhoudelijk als procedureel. Belangrijke veranderingen voor de bestuurlijke praktijk dus. In dit blog zet ik puntsgewijs enkele aandachtspunten op een rij.
In een uitspraak van 20 april 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzichtelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zijn van het Didam-arrest in het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.
Op 14 april 2022 is het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet ingediend. Dit wetsvoorstel gaat over de zogenaamde ‘natuurcompensatiebank’, een register waarin uitgevoerde compenserende maatregelen worden geregistreerd, die kunnen worden ingezet bij de uitvoering van bepaalde projecten. De Afdeling advisering van Raad van State heeft in haar advies kritiek geleverd op dit wetsvoorstel. Zij uit haar zorgen over de zinvolheid van een natuurcompensatiebank en de vraag of er wordt voldaan aan de eisen van de Habitatrichtlijn.
Op 14 april 2022 heeft staatsraad advocaat-generaal Nijmeijer een conclusie uitgebracht over delegatie bij bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte. In zijn conclusie gaat de staatsraad A-G in op de vraag of het delegeren van de bevoegdheid om een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte te herzien rechtmatig is, en of beroep tegen een door B&W vastgesteld veegplan ook gericht kan zijn tegen gelijkluidende planregels uit het eerder door de raad vastgestelde bestemmingsplan.
Naar aanleiding van het Varkens in Nood-arrest van het Hof van Justitie en de daarop volgende uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de toegang tot de bestuursrechter bij milieurechtelijke besluiten heeft de wetgever een voorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd voor internetconsultatie. Hiermee beoogt zij de Awb in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Aarhus.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een belangwekkende uitspraak van 23 februari 2022 geoordeeld dat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te weigering in het belang van de bescherming van het milieu, niet de ruimte biedt om die omgevingsvergunning uitsluitend uit voorzorg te weigeren.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 22 februari 2022 tweemaal een conclusie gevraagd aan respectievelijk A-G Widdershoven en Snijders over de vraag of en zo ja, welke mogelijkheden de bestuursrechter heeft om beleidsregels en wetten in formele zin te toetsen aan het evenredigheidsbeginsel.