Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
In een uitspraak van 20 april 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzichtelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zijn van het Didam-arrest in het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.
Minister Ollongren informeert periodiek de Eerste en Tweede Kamer over de meest recente ontwikkelingen rondom de implementatie van de Omgevingswet. De wet- en regelgeving is inhoudelijk afgerond en het ontwerp van het KB over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet is in behandeling bij de Eerste Kamer. Daarmee lijkt 1 januari 2022 nog steeds een haalbare datum.
Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.
Op 18 december 2020 is de 20ste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw) in werking getreden. Deze tranche voorziet in wijzigingen van en aanvullingen op het BuChw en in een wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Met name de wijziging van het Besluit mer is het signaleren waard.
De val van het kabinet heeft tot gevolg dat onderwerpen (met name wetsvoorstellen) die politiek gevoelig liggen controversieel kunnen worden verklaard. Dat betekent dat deze onderwerpen niet op de agenda komen, totdat er een nieuw kabinet is aangetreden.
Bij brief van 16 oktober jl. beantwoordt Minister Ollongren (BZK) de vragen d.d. 21 september 2020 van de Eerste Kamer die zijn gesteld naar aanleiding van de voortgangsbrief Omgevingswet van 24 juni van dit jaar. Het is goed om te lezen dat hieruit niet blijkt dat Covid-19 roet in het eten gooit als het gaat om de beoogde datum van inwerkingtreding 1 januari 2022. Lees er hieronder meer over.
Dat een gemeente in beginsel bereid is om medewerking te verlenen aan de vaststelling van een bestemmingsplan, betekent niet zonder meer dat de gemeenteraad dit plan uiteindelijk dan ook moet vaststellen. De raad heeft namelijk beleidsruimte bij het besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan en moet de betrokken belangen afwegen.
De “kruimelgevallenregeling” of “kruimellijst” neergelegd in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (“Bor”) is voer voor discussie en rechtspraak. In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) van 20 februari 2019 staat de gebruikswijziging uit artikel 4 lid 9 van bijlage II Bor centraal.
Vanaf 7 november ligt het ontwerp koninklijk besluit ter inzage waarbij onroerende zaken ter onteigening worden aangewezen om de realisatie van het project “ViA15” mogelijk te maken. Wat betekent een mogelijke onteigening voor u?
Op 19 oktober 2018 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) aan advocaat-generaal Wattel een conclusie gevraagd over de rol van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. Deze conclusie dient ter voorlichting van de Afdeling, maar bindt haar niet.
Recent heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) een koerswijziging ingezet ten aanzien van dwangsominvordering.