Rechters geven gemeenten meer ruimte voor aanpak fraude onder de Wmo (III)
In dit derde en laatste deel over fraude in de Wmo een blog waarin het aansprakelijk stellen van de bestuurder van de zorgaanbieder centraal staat.
In dit derde en laatste deel over fraude in de Wmo een blog waarin het aansprakelijk stellen van de bestuurder van de zorgaanbieder centraal staat.
In dit tweede deel over fraude onder de Wmo behandelen wij een civiele uitspraak van de rechtbank Gelderland waarin terugbetaling van zorggelden wordt gevorderd op basis van ongerechtvaardigde verrijking.
Uit de rechtspraak blijkt dat gemeenten steeds meer ruimte nemen en krijgen op fraude met declaraties aan te pakken. Wij spreken drie recente uitspraken die in dit kader aandacht verdienen.
Het Gerechtshof Den Haag bevestigt in hoger beroep het oordeel van de voorzieningenrechter dat tien gemeenten in de regio Den Haag geen reële kostprijzen boden bij de inkoop van jeugdzorg. In deze blog leggen wij kort uit waar deze uitspraak over gaat en de betekenis ervan voor de vaststelling van reële kostprijzen binnen de jeugdzorg.
Welke bevoegdheden hebben toezichthouders in het kader van de Wmo en Jeugdzorg. En welke grenzen gelden bij de uitoefening ervan?
Steeds vaker controleren gemeenten zorgaanbieders die op de grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet zorg leveren. Die controle kan zien op de kwaliteit van de door een zorgaanbieder geleverde zorg.
Recent is een wetswijziging ingediend waardoor de orthopedagoog-generalist zal worden toegevoegd aan het BIG-register. Dat betekent dat straks ook orthopedagoog-generalisten onderworpen zijn aan het medisch tuchtrecht. Waarschijnlijk treedt deze wijziging in werking samen met de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz in 2020.
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (RTG) heeft voor het eerst sinds de invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) in 2002 een arts een berispring opgelegd wegens een uitgevoerde euthanasie bij een 74-jarige ernstig dementerende wilsonbekwame patiënte. Daarnaast riskeert de verpleeghuisarts in kwestie ook strafrechtelijke vervolging.