Voorstel inwerkingtreding Omgevingswet: 1 januari 2022
De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet op 1 januari 2022 lijkt reëel. Dat schrijft de minister voor Wonen en Milieu in haar brief van 20 mei 2020 aan de Eerste en Tweede Kamer.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet op 1 januari 2022 lijkt reëel. Dat schrijft de minister voor Wonen en Milieu in haar brief van 20 mei 2020 aan de Eerste en Tweede Kamer.
De gemeente West Maas en Waal heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op 16 maart 2020 verzocht om binnen zeven dagen bestuurlijke handhavingsmaatregelen te treffen wegens vermoedelijke overtreding van onder meer het Besluit bodemkwaliteit ten aanzien van het storten van granuliet in het gebied “Over de Maas”.
Vanaf dinsdag 24 maart kan een natuurvergunning worden aangevraagd op basis van het stikstofregistratie systeem.
Art. 7j lid 1 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Uitvoeringsbesluit) wijst enkele gemeenten aan die - bij wijze van experiment - voor een periode van 15 jaar vergunningsvrij zonnevelden mogelijk kunnen maken. De gemeenten die aan dit experiment meedoen zijn de gemeenten Heerhugowaard, Hoorn, Koggenland, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Peel en Maas. Op initiatief van deze gemeenten is het experiment ontstaan, aangezien de invulling van bedrijventerreinen in deze gemeenten achterbleef bij de verwachtingen. Op deze manier kunnen gemeentelijke verliezen beperkt worden en kan een bijdrage aan duurzaamheid worden geleverd door de gronden tijdelijk voor zonnepanelen te gebruiken.
Op dinsdag 11 februari heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Invoeringswet Omgevingswet.
Minister Schouten heeft de Tweede Kamer bij brief van 7 februari 2020 geïnformeerd over de voortgang van de stikstofproblematiek en de maatregelen die in de landbouwsector genomen zullen worden. In dit kennisartikel bespreken wij de belangrijkste maatregelen.
De woningbouwsector wordt als gevolg van de stikstofproblematiek geconfronteerd met een sterk toegenomen onderzoekslast. Op 4 februari 2020 is de Handreiking woningbouw en AERIUS verschenen. Het doel van de Handreiking woningbouw en AERIUS is om initiatiefnemers, gemeenten en provincies te helpen bij het in kaart brengen van de stikstofdepositie van woningbouwprojecten (voor gasloos wonen) en zo het doen van onderzoek naar de hoeveelheid stikstofdepositie te vergemakkelijken.
De doelstelling van de Spoedwet aanpak stikstof is om de huidige stikstofbelasting verder terug te brengen en het intensiveren van het natuurherstel. Het wetsvoorstel is zowel door de Tweede als Eerste Kamer aangenomen, en met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden.
De Afdelingsbestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft het inpassingsplan “Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland” van de provincie Flevoland vernietigd. De provincie mag op dit moment dus niet de voorziene buitendijkse haven bij Urk aanleggen. De reden daarvoor is dat de passende beoordeling (lees; de ecologische onderbouwing van het plan) niet voldoet aan de eisen die hieraan gesteld zijn in de uitspraken van de ABRvS van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag voorlichting gegeven over de instelling van een drempelwaarde voor geringe stikstofdeposities. Daarnaast heeft de Afdeling ook advies uitgebracht over het wetsvoorstel Spoedwet aanpak stikstof. Ook is geadviseerd over het initiatiefwetsvoorstel van de Kamerleden Kops, Graus en Van Aalst (PVV) voor een Tijdelijke noodwet stikstof.
Ministers Schouten, van Nieuwenhuizen en van Veldhoven hebben de Tweede Kamer bij brief van 13 november 2019 geïnformeerd over de maatregelen voor de aanpak van de stikstofproblematiek in de woningbouw- en infrastructuursector. Het kabinet voelt grote urgentie rond de bouw- en infrastructuursector en zet met een pakket stevige (bron)maatregelen nieuwe stappen om deze problematiek vlot te trekken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich in uitspraken van 27 februari 2019 (casus 1) en 28 augustus 2019 (casus 2) gebogen over de vraag of een omgevingsvergunning kan worden verleend voor de vestiging van een supermarkt op gronden bestemd voor 'Detailhandel' met de nadere (functie)aanduiding 'tuincentrum'. In beide uitspraken komt de Afdeling tot een andere conclusie.