Hoe vordert de implementatie van de Wet open overheid? Stand op 8 juli 2022
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Op dinsdag 7 juni jl. vond er een commissievergadering plaats in de Eerste Kamer waarin werd besloten het voorbehoud bij de plenaire behandeling van het ontwerp-KB over de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet te laten vallen.
Na twee eerdere conclusies over de toetsing van besluiten in algemene zin en de toetsing van lagere wetgeving, zijn op 18 mei 2022 de laatste twee uit een serie van vier conclusies over het bestuursrechtelijke evenredigheidsbeginsel gepubliceerd. In deze conclusies bespreken staatsraden A-G Snijders en Widdershoven de toetsing van wetgeving in formele zin en beleidsregels aan het evenredigheidsbeginsel.
De Hoge Raad heeft in een interessant arrest van 3 december 2021 een verduidelijking gegeven van het begrip ‘openbaar vaarwater’, en bepaald dat de grondeigenaar intensiever normaal gebruik onder specifieke omstandigheden moet dulden.
De eerste Kamer is voornemens het ontwerp van het Koninklijk Besluit over de inwerkingtreding van de Omgevingswet in juni te behandelen. De Minister is verzocht om een nadere specificatie en motivering wat de laatst mogelijke datum is dat met het ontwerp-KB moet zijn ingestemd om de wet per 1 januari 2023 te kunnen laten ingaan.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht. De Woo geeft nieuwe en afwijkende spelregels voor actieve en passieve openbaarmaking, zowel inhoudelijk als procedureel. Belangrijke veranderingen voor de bestuurlijke praktijk dus. In dit blog zet ik puntsgewijs enkele aandachtspunten op een rij.
In een uitspraak van 20 april 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzichtelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zijn van het Didam-arrest in het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.
Op 14 april 2022 is het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet ingediend. Dit wetsvoorstel gaat over de zogenaamde ‘natuurcompensatiebank’, een register waarin uitgevoerde compenserende maatregelen worden geregistreerd, die kunnen worden ingezet bij de uitvoering van bepaalde projecten. De Afdeling advisering van Raad van State heeft in haar advies kritiek geleverd op dit wetsvoorstel. Zij uit haar zorgen over de zinvolheid van een natuurcompensatiebank en de vraag of er wordt voldaan aan de eisen van de Habitatrichtlijn.
Op 15 maart 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zich uitgelaten over een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waarin zij na klachten van een GGZ-aanbieder geweigerd heeft onderzoek in te stellen naar de aanmerkelijke marktmacht (AMM) van Zilveren Kruis. Het beroep is ongegrond, maar de uitspraak bevat een aantal mooie overwegingen van het CBb over de algemene toezichtstaak van de NZa inzake AMM. Hierna staan wij stil bij de de AMM-bevoegdheid van de NZa, de standpunten van de zorgaanbieder en de NZa en de overwegingen van het CBb daarover.
Op 14 april 2022 heeft staatsraad advocaat-generaal Nijmeijer een conclusie uitgebracht over delegatie bij bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte. In zijn conclusie gaat de staatsraad A-G in op de vraag of het delegeren van de bevoegdheid om een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte te herzien rechtmatig is, en of beroep tegen een door B&W vastgesteld veegplan ook gericht kan zijn tegen gelijkluidende planregels uit het eerder door de raad vastgestelde bestemmingsplan.