Het schriftelijkheidsvereiste; wel of geen koopovereenkomst?
Koper of verkoper gebonden aan mondelinge koopovereenkomst of geldt schriftelijkheidsvereiste?
Koper of verkoper gebonden aan mondelinge koopovereenkomst of geldt schriftelijkheidsvereiste?
Op 25 september 2019 heeft minister Ollongron het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 naar de Tweede Kamer gezonden. De wijziging beoogt onder meer een vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor het uitvoeren van niet-DAEB-werkzaamheden door toegelaten instellingen.
De vastgoedmarkt is de laatste jaren enorm aangetrokken, waardoor vastgoed flink in waarde is gestegen. De verkoop van vastgoed door een vastgoedexploitant in zijn BV leidt in principe tot de heffing van vennootschapsbelasting over de gerealiseerde waarde (ofwel: boekwinst). Deze heffing kan een BV uitstellen door een herinvesteringsreserve te vormen voor de gerealiseerde boekwinst. Dit leidt tot een liquiditeitsvoordeel en rentevoordeel. Gezien de verwachte verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven op basis van het Belastingplan 2019 van maximaal 25% in 2019 naar maximaal 20,5% in 2021 is de vorming van een HIR extra fiscaal voordelig geworden. In deze blog gaan wij nader in op de aspecten van een HIR aan de hand van praktijkvoorbeelden.
Op 21 februari is het voorontwerp van het Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen (concept wetsvoorstel) ter consultatie voorgelegd. Het concept wetsvoorstel beoogt een moderne, duidelijke en eenvoudige regeling te geven die enerzijds de ondernemer faciliteert en anderzijds een passende bescherming biedt aan schuldeisers en zekerheid aan het handelsverkeer. In deze bijdrage zoomen we nader in op de civiele en fiscale aspecten.
In een nog bij de Hoge Raad lopende procedure bevestigt Advocaat-Generaal Ettema, dat bij transformaties van kantoren naar woningen het lage (2%) tarief in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Het helpen van een kind bij de aankoop van een woning: schenking of lening? Wat zijn de voor- en nadelen? Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten? Wat is de beste oplossing?
Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende voor de verkrijging van aandelen in een vastgoed-BV als gevolg van een uitgifte van aandelen bij splitsing overdrachtsbelasting is verschuldigd. Uit de wetsgeschiedenis valt namelijk af te leiden dat de splitsingsvrijstelling alleen is bedoeld voor de overgang van vermogen van de splitsende rechtspersoon naar de verkrijgende rechtspersoon. De splitsingsvrijstelling geldt niet voor de uitgifte van aandelen in verband met een juridische splitsing. Op basis van beleid van de staatssecretaris is de heffing van overdrachtsbelasting beperkt tot de uitbreiding van het materiële belang bij de onroerende zaken van de BV voor belanghebbende.
Maandag 17 juni 2019 heeft het Ministerie van Financiën de eerste internetconsultatie voor een nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting geopend. In de beleidsnota zijn vier mogelijke oplossingsrichtingen geïdentificeerd voor het huidige fiscale eenheidsregime.
Per 1 januari 2019 is er een nieuwe rente-aftrekbeperking ingevoerd in de Wet op de Vennootschapsbelasting, dit betreft de earningsstrippingbepaling (hierna EBITDA-regel). Hoewel deze regeling wordt gepresenteerd als een aftrekbeperking – en bouwrente veelal niet wordt afgetrokken maar wordt geactiveerd als onderdeel van de kostprijs – blijkt de EBITDA-regel wel degelijk van toepassing is op bouwrente. In deze blog gaan wij nader in op de behandeling van bouwrente onder deze nieuwe rente-aftrekbeperking.
Kopers kopen een woonhuis. Zowel op Funda als in de verkoopbrochure stond er bij de desbetreffende woning een woonoppervlakte ad ca. 150 m2 vermeld. Na aankoop van de woning blijkt dat de woonoppervlakte slechts 124 m2 bedraagt. De makelaar is aansprakelijk voor de door kopers geleden schade. Een vaak terugkerend discussiepunt komt tot aan de Hoge Raad: hoe dient de omvang van de schade te worden begroot?
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.
Op 12 februari 2019 heeft de Raad van Arbitrage voor de Bouw (“Raad”) geoordeeld over de vraag hoeveel geluid geïnstalleerde warmtepompen in (nieuwbouw)woningen mogen maken. Het op het geschil toepasselijke Bouwbesluit 2003 bood in dit kader geen uitsluitsel. De arbiter past een norm van 30 dB toe. Dit sluit niet alleen aan bij de NEN normen, maar ook bij het Bouwbesluit 2012.