Auteursrechtinbreuk door afbouwen bouwwerk met een ander dan de ontwerper
Het afbouwen van een bouwwerk met een ander dan de ontwerper of rechthebbende, levert in de hier besproken rechtszaak auteursrechtinbreuk op. Wij bespreken waarom.
Het afbouwen van een bouwwerk met een ander dan de ontwerper of rechthebbende, levert in de hier besproken rechtszaak auteursrechtinbreuk op. Wij bespreken waarom.
Op 20 december 2019 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen waarin hij toelicht hoe de rechter moet vaststellen of er sprake is van een zogenaamde wettelijk benoemde overeenkomst. De bedoeling van partijen is slechts van belang bij de vaststelling van de inhoud van de overeenkomst (uitlegfase) en mag niet betrokken worden bij het bepalen van de toepasselijkheid van een wettelijk benoemde overeenkomst (kwalificatiefase).
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich in uitspraken van 27 februari 2019 (casus 1) en 28 augustus 2019 (casus 2) gebogen over de vraag of een omgevingsvergunning kan worden verleend voor de vestiging van een supermarkt op gronden bestemd voor 'Detailhandel' met de nadere (functie)aanduiding 'tuincentrum'. In beide uitspraken komt de Afdeling tot een andere conclusie.
Belanghebbende is een onroerend zaak vennootschap en heeft een herinvesteringsreserve (hierna: HIR) gevormd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende aannemelijk maakt dat zij een herinvesteringsvoornemen heeft. Het voornemen is namelijk in 2007 door belanghebbende kenbaar gemaakt. Verder heeft belanghebbende in haar aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2007 tot en met 2009 een HIR gevormd. In 2010 heeft belanghebbende een vervangende investering gedaan.
De vastgoedmarkt is de laatste jaren enorm aangetrokken, waardoor vastgoed flink in waarde is gestegen. De verkoop van vastgoed door een vastgoedexploitant in zijn BV leidt in principe tot de heffing van vennootschapsbelasting over de gerealiseerde waarde (ofwel: boekwinst). Deze heffing kan een BV uitstellen door een herinvesteringsreserve te vormen voor de gerealiseerde boekwinst. Dit leidt tot een liquiditeitsvoordeel en rentevoordeel. Gezien de verwachte verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven op basis van het Belastingplan 2019 van maximaal 25% in 2019 naar maximaal 20,5% in 2021 is de vorming van een HIR extra fiscaal voordelig geworden. In deze blog gaan wij nader in op de aspecten van een HIR aan de hand van praktijkvoorbeelden.
Op 29 mei 2019 zette de Afdeling in een tweetal uitspraken een streep door het PAS. Sindsdien zijn meerdere bestemmingsplannen en vergunningen door de Afdeling vernietigd. Dat niet alle bestemmingsplannen, waarbij gebruik is gemaakt van het PAS, hoeven te sneuvelen volgt uit een uitspraak van de Afdeling van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2835) over het bestemmingsplan Almere Poort West en Pampushout.
Het komt regelmatig voor dat een afwijking van het bestemmingsplan wordt vergund met de zogenaamde kruimelgevallenregeling.
In een nog bij de Hoge Raad lopende procedure bevestigt Advocaat-Generaal Ettema, dat bij transformaties van kantoren naar woningen het lage (2%) tarief in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Kopers kopen een woonhuis. Zowel op Funda als in de verkoopbrochure stond er bij de desbetreffende woning een woonoppervlakte ad ca. 150 m2 vermeld. Na aankoop van de woning blijkt dat de woonoppervlakte slechts 124 m2 bedraagt. De makelaar is aansprakelijk voor de door kopers geleden schade. Een vaak terugkerend discussiepunt komt tot aan de Hoge Raad: hoe dient de omvang van de schade te worden begroot?
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.
Op 12 februari 2019 heeft de Raad van Arbitrage voor de Bouw (“Raad”) geoordeeld over de vraag hoeveel geluid geïnstalleerde warmtepompen in (nieuwbouw)woningen mogen maken. Het op het geschil toepasselijke Bouwbesluit 2003 bood in dit kader geen uitsluitsel. De arbiter past een norm van 30 dB toe. Dit sluit niet alleen aan bij de NEN normen, maar ook bij het Bouwbesluit 2012.
Een ‘verhulde’ aanvraag leidt niet zo gemakkelijk meer tot een vergunning van rechtswege. Dat kunnen we inmiddels wel afleiden uit de reeks uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).