Onderzoeksplicht bij verkoop aandelen?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Bijzonder aan de WHOA is dat het het akkoord, na homologatie door de rechtbank, ook schuldeisers kan binden die niet met de inhoud van het akkoord hebben ingestemd. In een recente zaak kwam de vraag aan de orde of een WHOA-akkoord ook gehomologeerd kan worden wanneer alle stemgerechtigden met het akkoord hebben ingestemd, en er dus geen tegenstemmers of niet-stemmers zijn.
Het kwam nogal eens voor dat werknemers bij een doorstart na faillissement voor hun werkzaamheden na de faillissementsdatum betaald kregen van zowel UWV (namens de curator) als de doorstarter. In een recente uitspraak maakt de Hoge Raad daar een einde aan.
Wanneer een schuldeiser het faillissement van zijn debiteur wil aanvragen, zal hij moeten laten zien dat die debiteur ook ten minste één andere schuld heeft. Veel faillissementsaanvragen lopen daarop stuk. Een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam zou soelaas kunnen bieden.
Het lijkt erop dat het Nederlandse bedrijfsleven de afgelopen jaren de coronapandemie goed heeft doorstaan, ondanks de lock downs en de gevolgen daarvan. Dat zal deels te danken zijn aan de steunpakketten van de Nederlandse overheid, maar ook aan de lage rentestanden. De steunmaatregelen zijn evenwel geëindigd, de belastingschulden waarvoor betalingsuitstel was gegeven zullen betaald moeten worden en de centrale banken verhogen inmiddels de rente weer. Mede als gevolg van de verhoogde energieprijzen worden we geconfronteerd met een behoorlijke inflatie en dat treft het bedrijfsleven.
Vermeerdering van de gronden voor vermindering?
Vanaf de dag van surseance van betaling of een faillissement is de huurprijs een boedelschuld. Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat wettelijke of contractuele vertragingsrente over de als boedelschuld verschuldigde huurprijs ook als boedelschuld moet worden aangemerkt. In onderstaand artikel wordt ingegaan op wat boedelschulden zijn, hoe de Hoge Raad tot dit oordeel is gekomen en op contractuele rentebedingen in huurovereenkomsten
Indien een vennootschap ten onrechte wordt geturboliquideerd, heeft er feitelijk geen turboliquidatie plaatsgevonden. Bestaat in dit geval de noodzaak tot heropening van de vereffening, of kan eenvoudigweg worden aangenomen dat de vennootschap nog altijd bestaat en in liquidatie verkeert?
Een faillissement van een natuurlijk persoon of onderneming brengt voor verschillende betrokkenen onzekerheid met zich mee. Een onbetaald gelaten schuldeiser weet niet of zijn openstaande factuur zal worden voldaan, de gefailleerde verliest de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen en een werknemer van een gefailleerde onderneming weet niet of hij zijn baan behoudt. In een reeks van artikelen bespreek ik hoe een faillissement kan worden aangevraagd, welke rechten en verplichtingen voor de betrokken partijen gelden en welke personen en instituten betrokken zijn bij een faillissement. In het vorige deel (1) stonden het faillissementsverzoek en de rechtsmiddelen tegen een faillietverklaring centraal. In twee artikelen ga ik in op de (belangrijkste) gevolgen van een faillissement voor de gefailleerde (en diens bestuurder).
Op 26 november 2021 is het besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. De wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) hangt samen met de herziening van de Woningwet. Het gewijzigd BTIV maakt een einde aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties.
In een recente WHOA-zaak werd verzwegen dat sprake was van een procedure uit hoofde van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Welke gevolgen had dat voor het WHOA-traject?
Art. 2:248 lid 2 BW: Hoge Raad licht toe: De Hoge Raad wees in juli 2021 een arrest waaruit volgt dat de gedragingen van een oud-bestuurder van een failliete vennootschap, die op zichzelf gezien geen onbehoorlijk bestuur opleverden, kunnen worden gebruikt ter ontzenuwing van het bewijsvermoeden uit art. 2:248 lid 2 BW.