1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
1 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 281

Three strikes and you're in: artikel 6:19 Awb

Artikel 6:19 Awb regelt dat een nieuwe beslissing op bezwaar ter vervanging of wijziging van een eerdere beslissing op bezwaar die onderwerp van geschil is in hoger beroep ook betrekking heeft op dat nieuwe besluit. Welke gevolgen die regeling – die ambtshalve moet worden getoetst – heeft voor procespartijen wordt geïllustreerd in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).

Wijze van vergunningverlening in strijd met rechtszekerheid

Op 17 april 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning voor de activiteiten “bouwen” en “milieu”. Deze vergunning was voor het veranderen van en het in werking hebben van een veehouderij (varkens- en pluimveehouderij) en het verbouwen van een varkensstal. Omdat de aanvraag meermalen is aangevuld, heeft tot een situatie geleid waarin voor vergunninghoudster niet duidelijk was waar zij zich aan moet houden. Door alle wijzigingen is niet duidelijk van welke gegevens GS is uitgegaan bij het verlenen van de Nbw-vergunning. De rechtbank kan niet afleiden wat de vergunde stikstofdepositie nu was. De vergunningverlening is daarom in strijd met de rechtszekerheid.

Kroon wijst prematuur onteigeningsverzoek af

De gemeente Kaag en Braassem heeft in juni 2016 een verzoekbesluit genomen, en dat besluit in september 2016 bekrachtigd. Ruim anderhalf jaar later oordeelt de Kroon dat het eerste verzoekbesluit prematuur was. Het tweede raadsbesluit heeft niet geholpen.

Passieve risicoaanvaarding bij planschade

De erfpachters van acht percelen in Den Haag hebben verzocht om vergoeding van planschade die het gevolg is van het op 15 december 2009 in werking getreden en op 21 april 2010 onherroepelijk geworden bestemmingsplan "Bezuidenhoutseweg 30 t/m 216". Aan het verzoek hebben zij ten grondslag gelegd dat de bouwmogelijkheden op hun percelen zijn beperkt, waardoor zij planologisch nadeel, in de vorm van vermogens- en inkomensschade lijden. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank terecht is uitgegaan van passieve risicoaanvaarding door geen poging te ondernemen de bestaande bouwmogelijkheden te benutten.

Planschade en compensatie in natura (gemeente Maasdriel)

Casus De SAOZ had geadviseerd het nieuwe bestemmingsplan voor de eigenaar van een bedrijventerrein per saldo heeft geleid tot een planologisch nadeliger situatie. De taxateur van de SAOZ heeft de hierdoor geleden planschade begroot op - afgerond - € 500.000,00. De SAOZ heeft het college vervolgens in overweging gegeven te beoordelen of aanleiding bestaat om de oude planologische mogelijkheden te herstellen door middel van het verlenen van een binnenplanse ontheffing en/of een herziening van het bestemmingsplan. In dat geval is de schade anderszins verzekerd en hoeft niet tot vergoeding van het bedrag van € 500.000,00 over te worden gegaan, aldus de SAOZ. De Afdeling oordeelt anders.

Een Decathlon met een kruimelvergunning; géén stedelijk ontwikkelingsproject

Sinds 9 september 2015 is met de inwerkingtreding van het Besluit tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging (zie Stb. 2015, 323) van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de reikwijdte van de kruimelgevallenregeling van artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor aanzienlijk verruimd. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft handig gebruikt gemaakt van die regeling om een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en gebruiken van een gebouw ten behoeve van het oprichten van een Decathlon. De vergunning voorziet ten behoeve van de verkoop van sportartikelen in de vestiging van de Decathlon winkel in een deel van een bestaand gebouw in het Outdoor Center te Roermond en op de verbouwing van een gedeelte van het gebouw.

Planschadevergoeding in natura; let op de formulering van de planregels!

Het onderwerp “compensatie in natura” kan (in de rechtspraak) op de nodige aandacht rekenen. In mijn eerdere blog legde ik al uit wat er precies onder compensatie in natura dient te worden verstaan en wanneer de schade geldt als “voldoende anderszins verzekerd”. Ook in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 4 april jl. (ECLI:NL:RVS:2018:1135) staat het onderwerp “compensatie in natura” centraal. Meer specifiek gaat de deze uitspraak over (de formulering van) de planregels en de daarin geboden termijn voor het benutten van de onder het oude bestemmingsplan geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Zonnepanelenpark op basis van tijdelijke kruimelgevallenvergunning is toegestaan!

Voor de kruimelgevallenvergunning voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar is uitsluitend vereist dat het feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat de vergunde activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. Voor de vraag of op de grondslag van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Bor een kruimelvergunning kon worden verleend is niet van belang of aannemelijk is dat de activiteiten en bouwwerken na 10 jaar ook daadwerkelijk respectievelijk zullen worden beëindigd en verwijderd. Dit uitgangspunt geldt ook voor de aanleg van grote zonneparken waarmee substantiële investeringen zijn gemoeid.

Minimum realisatienorm windenergie niet noodzakelijk

Een minimum realisatienorm windenergie is niet noodzakelijk voor de provincie om gemeenten te dwingen tot medewerking aan een windturbinepark. In zijn oordeel van 4 april 2018 over windpark Bijvanck te Angerlo, Zevenaar, deed de Raad van State een belangwekkende uitspraak over de provinciale bevoegdheden.

1
...
12 13 14 15 16
...
24