Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
1 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
In dit blogartikel en onze podcast gaan wij nader in op de dossierplicht van de hulpverlener, het doel van de dossierplicht, welke gegevens tot het medisch dossier behoren en wat het inzagerecht van de patiënt inhoudt.
Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningsprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder). De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen zijn geregeld in de AWtza.
Hulpverleners hebben op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (afgekort ‘de Wgbo’) de plicht om een medisch dossier bij te houden. De patiënt heeft ook bepaalde rechten met betrekking tot dit dossier. Een van deze rechten is het recht op inzage in of afschrift van zijn eigen medisch dossier. In deze podcast gaan onze advocaten Marloes Hulshof, Milou Janssen en Myrthe Feenstra van onze sectie gezondheidszorg dieper in op de dossierplicht van de hulpverlener, het doel van de dossierplicht, welke gegevens tot het medisch dossier behoren en wat het inzagerecht van de patiënt inhoudt
Van mondkapje tot pacemaker en van zwangerschapstest tot HIV-test: al deze producten hebben één ding gemeen. Ze vallen onder de definitie van een medisch hulpmiddel in de zin van de Wet medische hulpmiddelen. Na onder meer het PIP-borstimplantatenschandaal en incidenten met metaal-op-metaal (MoM)-heupimplantaten besloot de Europese Commissie in 2011 om bestaande EU-richtlijnen ingrijpend te herzien om de kwaliteit van het Europese beleid en de regulering op gebied van medische hulpmiddelen te verbeteren. Daartoe zijn twee Europese Verordeningen opgesteld; de verordening medische hulpmiddelen (‘MDR’) en de verordening in-vitrodiagnostica (‘IVDR’) (1).
In de Verordening Medische Hulpmiddelen (EU) 2017/745 (‘MDR’) en de Verordening Medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (EU) 2017/746 (‘IVDR’) wordt maar liefst vijftig keer gerefereerd naar ‘Eudamed’: de Europese Databank voor Medische Hulpmiddelen. En dat is niet zonder reden. Een belangrijk doel van beide verordeningen is het verbeteren van de traceerbaarheid van medische hulpmiddelen. De Europese wetgever ziet voor Eudamed dan ook een cruciale rol weggelegd bij het vastleggen van informatie over onder meer de op de markt zijnde hulpmiddelen, de marktdeelnemers, aangemelde instanties (notified bodies), uitgevoerde klinische onderzoeken, vigilantie gegevens en markttoezicht (1).
In deze beschouwing bij de uitspraak van rechtbank Amsterdam van 24 februari 2020 (ECLI:NL:RBAMS:2020:1231) bespreekt Milou Janssen de gevolgen en problematiek van samenloop tussen de Wet verplichte ggz en de Wet zorg en dwang.
Steeds vaker controleren gemeenten zorgaanbieders die op de grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet zorg leveren. Die controle kan zien op de kwaliteit van de door een zorgaanbieder geleverde zorg.
Zorgaanbieders kunnen een continuïteitsbijdrage aanvragen voor de omzetdaling die zij lijden vanuit de basisverzekering en/of aanvullende verzekering door de coronacrisis. Zowel gecontracteerde als niet-gecontracteerde aanbieders kunnen gebruik maken van de continuïteitsbijdrage-regeling van Zorgverzekeraars Nederland. In dit artikel zet ik de belangrijkste informatie daarover uiteen.
Eén van de voorwaarden voor de toepasselijkheid van de Europese staatssteunregels is dat de betreffende steunmaatregel de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie beïnvloedt. De Europese Commissie (hierna: de Commissie) heeft de voorbije jaren verschillende malen besloten dat steun aan zorgaanbieders niet leidt tot beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten. Zaait de Commissie twijfel met een recent besluit waarin zij Nederlandse overheidssteun aan zorgaanbieders in het kader van COVID-19 goedkeurt?
Ontwikkelingen in het zorglandschap noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Wat is de beste juridische organisatievorm voor het samenwerkingsverband? Welke civielrechtelijke en fiscale aspecten zijn daarbij van belang? Hoe wordt de interne governance ingericht? Welke mededingingsregels gelden er?
Het kabinet wil de vergoedingen voor ongecontracteerde zorgaanbieders kunnen verlagen en heeft daarvoor een 'Wetsvoorstel bevorderen contracteren' in voorbereiding. Dat wetsvoorstel moet nog naar de Tweede Kamer. Het staat inmiddels op een lijst spoedeisende wetsvoorstellen die het kabinet vanwege de coronacrisis heeft opgesteld. Het gevaar dreigt dat dit wetsvoorstel het slachtoffer wordt van het adagium 'haastige spoed is zelden goed'. Het is hopen op een kritisch parlement.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.