Kind onder de nieuwe Pensioenwet minder beschermd dan partner
Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer, nu de Eerste Kamer nog.
Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer, nu de Eerste Kamer nog.
In een eerdere bijdrage schetste ik de gevolgen van de Wet toekomst pensioenen voor het nabestaandenpensioen.
Er zijn een hoop dingen waar je als werkgever over na moet denken bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Dat de inwerkingtreding van de Wet Toekomst Pensioenen een half jaar is uitgesteld, tot 1 juli 2023, lijkt lang, maar niets is minder waar. De overgang naar het nieuwe stelsel is tijds- en arbeidsintensief. Met behulp van deze blogreeks lichten we de belangrijkste onderwerpen uit de transitie nader voor u toe. Vandaag gaan we in op het compensatievraagstuk.
Op 10 en 12 oktober 2022 heeft Schouten een wetgevingsoverleg (WGO) gevoerd over het wetsvoorstel toekomst pensioenen (wtp).
Gisteren, 6 oktober 2022, heeft minister Schouten bekendgemaakt dat de beoogde ingangsdatum van de Wet toekomst pensioenen van 1 januari 2023 wordt uitgesteld naar 1 juli 2023.
Er zijn een hoop dingen waar je als werkgever over na moet denken bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Zo zijn er ook verschillende mogelijkheden die zien op de overgang an sich. Deze mogelijkheden zullen telkens in een aparte blog worden besproken, waarbij de focus in deze blog ligt op de eerbiedigende werking.
In 2019 hebben de sociale partners en het kabinet het welbekende Pensioenakkoord gesloten. In het Pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. In navolging op dit akkoord is het Wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen (hierna: WTKP) ingediend bij de Tweede Kamer. Na instemming door de Eerste en Tweede Kamer, zal deze wet (volgens de beoogde ingangsdatum) in werking treden op 1 juli 2023. De wet brengt veel veranderingen met zich mee, en de werkgever heeft daarbij een leidende rol. Maar wat moet je eigenlijk allemaal precies regelen als werkgever? Waar moet je rekening mee houden, en wie spelen er nog meer een rol in het proces? Hier gaan wij in deze blogreeks verder op in, waarbij wij ons specifiek focussen op werkgevers met een verzekerde pensioenregeling. In deze tweede blog zullen wij aandacht besteden aan de verschillende pensioenregelingen onder het nieuwe stelsel.
Over thuiswerken is inmiddels veel geschreven. Voor hybride werken begint nu de nodige aandacht op gang te komen. Zo heeft de Tweede Kamer recent het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt aangenomen. Arbeidsrechtelijk zijn er wat haken en ogen aan hybride werken. Kan je als werkgever verplicht worden te reageren op een dergelijk verzoek? Hoe implementeer je dit in de organisatie? Wat zijn de (fiscale) gevolgen? Ook als het gaat om internationaal (grensoverschrijdend) hybride werken is sprake van complexe regelgeving. In deze blogreeks zullen wij hier verder op ingaan.
In 2019 hebben de sociale partners en het kabinet het welbekende Pensioenakkoord gesloten. In het Pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. In navolging op dit akkoord is het Wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen (hierna: WTKP) ingediend bij de Tweede Kamer, met 1 juli 2023 als beoogde ingangsdatum. De wet brengt veel veranderingen met zich mee. Met name wanneer je een verzekerde pensioenregeling hebt zal je als werkgever aan de bak moeten. Maar wat moet je eigenlijk allemaal precies regelen als werkgever? Waar moet je rekening mee houden, en wie spelen er nog meer een rol in het proces? Hier gaan wij in deze blogreeks verder op in, waarbij wij ons specifiek focussen op werkgevers met een verzekerde pensioenregeling.
Over thuiswerken is inmiddels veel geschreven. Voor hybride werken begint nu de nodige aandacht op gang te komen. Zo heeft de Sociaal Economische Raad (SER) recent een advies over hybride werken uitgebracht. Arbeidsrechtelijk zijn er wat haken en ogen aan hybride werken. Kan je als werkgever verplicht worden te reageren op een dergelijk verzoek? Hoe implementeer je dit in de organisatie? Wat zijn de (fiscale) gevolgen? Ook als het gaat om internationaal (grensoverschrijdend) hybride werken is sprake van complexe regelgeving. In deze blogreeks zullen wij hier verder op ingaan.
Over thuiswerken is inmiddels veel geschreven. Voor hybride werken begint nu de nodige aandacht op gang te komen. Zo heeft de Sociaal Economische Raad (SER) recent een advies over hybride werken uitgebracht. Arbeidsrechtelijk zijn er wat haken en ogen aan hybride werken. Kan je als werkgever verplicht worden te reageren op een dergelijk verzoek? Hoe implementeer je dit in de organisatie? Wat zijn de (fiscale) gevolgen? Ook als het gaat om internationaal (grensoverschrijdend) hybride werken is sprake van complexe regelgeving. In deze blogreeks zullen wij hier verder op ingaan.
Al weer enige tijd geleden, op 1 januari 2016, ging de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd in. Deze wet heeft als doel om doorwerken voor AOW-gerechtigden gemakkelijker te maken, en voor werkgevers aantrekkelijker. Onder andere is in de wet bepaald dat de loondoorbetalingsplicht bij een zieke AOW-gerechtigde werknemer maar zes weken zal bedragen in plaats van de normale 104 weken. Recentelijk heeft de overheid echter te kennen gegeven dat het overgangsrecht dat van toepassing is zal worden verlengd. Hierdoor geldt voorlopig nog een termijn van dertien weken voor de loondoorbetaling.