Verjaring vorderingen uit hoofde van 403-verklaring
In eerdere bijdragen over de groepsvrijstelling als bepaald in artikel 2:403 BW schreef ik al dat er de nodige onduidelijkheid bestaat over de toepassing van deze zogenoemde ‘403-verklaring’. Eén van de kwesties die bij toepassing van de 403-verklaring vragen oproept is de verhouding tussen de bij zo’n verklaring betrokken schuldenaren. Onlangs wees het gerechtshof in Den Haag een vonnis waarin die verhouding onderwerp van geschil is.Wanneer een moedermaatschappij ten behoeve van een groepsma...