1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
5 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 217

Parapluplan voor zonne-energie en zonneparken

Zonneparken schieten met het oog op de energietransitie als paddenstoelen uit de grond. Dit soort projecten kunnen op verschillende manieren planologisch worden ingepast. In Leeuwarden wordt met een parapluplan voor het gehele gemeentelijke grondgebied in één keer beoogd om belemmeringen weg te nemen voor het realiseren van zonne-energie- en zonnewarmteprojecten. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) laat het plan in een uitspraak van 11 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2338), met uitzondering van een deelgebied, in stand.

Interpretatieperikelen bestemmingsplan: “woning” is niet hetzelfde als “wonen”

Wonen vindt in veel gevallen plaats in een woning, maar de definitie van “woning” zegt nog niets over wat nu precies feitelijk onder “wonen” wordt verstaan. Dit werd recentelijk weer duidelijk in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij het onderwerp van de procedure is de huisvesting van arbeidsmigranten. De huisvesting van deze doelgroep leidt in de praktijk met regelmaat tot bestemmingsplandiscussies en daarbij behorende interpretatieperikelen.

Weigering vergunning wegens aannemelijkheid voorgenomen strijdig gebruik

Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie o.a. de uitspraak van 16 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3538) dat bij de toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan niet slechts dient te worden bezien of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar dient mede te worden beoordeeld of het bouwwerk ook met het oog op zodanig gebruik wordt opgericht. Dit houdt concreet in dat een bouwwerk in strijd met de bestemming moet worden geoordeeld indien redelijkerwijs valt aan te nemen dat het bouwwerk uitsluitend of mede zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarin de bestemming voorziet. Het komt niet met grote regelmaat voor dat op deze grond een aangevraagde vergunning wordt geweigerd, reden waarom in deze bijdrage kort wordt stilgestaan bij dit verschijnsel aan de hand van een uitspraak van 6 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1829).

De bestemmingsregeling voor permanente bewoning van een recreatiewoning (deel 2)

De bestemmingsregeling voor recreatiewoningen houdt de gemoederen binnen de gemeente Epe flink bezig. Eind mei 2018 vernietigde de Afdeling een bestemmingsplan, waarin een verbod op permanente bewoning van een recreatiewoning was opgenomen en begin juni 2018 ging het weer mis: de Afdeling vernietigde een bestemmingsplan waarin de bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen werd geëist en het gebruik van de recreatiewoningen als tweede woning werd verboden. In dit kennisartikel bespreek ik deze laatste uitspraak.

planschade Lingewaard: 5 % normaal maatschappelijk risico bij woningbouw op inbreidingslocatie

In haar uitspraak van 13 juni 2018, Planschade Lingewaard, herhaalt de Afdeling bestuursrechtspraak het kader voor normaal maatschappelijk risico bij woningbouw op een inbreidingslocatie. Een waardevermindering tot 5 % van de waarde behoort bij gevallen van in de lijn der verwachtingen zijnde woningbouw op een inbreidingslocatie in een woonkern in beginsel tot het normale maatschappelijke risico van de aanvrager.

Passieve risicoaanvaarding: het risico van “stilzitten”

In een uitspraak van 30 mei jl. heeft de Afdeling nog eens duidelijk gemaakt dat stilzitten grote gevolgen kan hebben voor de aanspraak op vergoeding van planschade. Want wanneer is ook alweer sprake van risicoaanvaarding en wanneer kan dit aan een benadeelde worden tegengeworpen? De uitspraak van 30 mei geeft daarop een antwoord.

De kogel is door de kerk: ruimtelijke besluiten kwalificeren in de regel niet als besluiten die schaarse rechten toebedelen

Een bestemmingsplan, een provinciaal of rijksinpassingsplan en een provinciale ruimtelijke verordening zijn géén besluiten die schaarse rechten toebedelen. Dit geldt in de regel ook voor omgevingsvergunningen: voor de verlening daarvan gelden dus geen bijzondere verleningsregels. Dit is de kern van de conclusie die staatsraad Advocaat-Generaal (AG) Widdershoven op 6 juni jl. heeft genomen. De belangrijkste punten van deze lijvige en lezenswaardige conclusie van de AG bespreek ik in dit blogbericht.

De Wassenaarse voetbalkooi

Voetbalkooien zijn speelvoorzieningen die nogal eens onderwerp zijn van een juridische procedure. Het kan gaan om een beroep tegen een bestemmingsplan of tegen een verleende omgevingsvergunning die hierin voorziet. Is dit een gepasseerd station dan bestaat nog de mogelijkheid om een verzoek om handhaving in te dienen dan wel een vordering voor de civiele rechter. In een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 mei 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1790) ligt de vraag voor of een de voetbalkooi een speelvoorziening is als bedoeld in de regels van het vigerende bestemmingsplan. De gemeente Wassenaar heeft aan zichzelf een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van de kooi.

De bestemmingsregeling voor permanente bewoning van een recreatiewoning

Geschillen over bestemmingsregelingen voor gebruik dat legaal is, maar door de gemeente ongewenst wordt beschouwd en daarom is wegbestemd zijn interessant, omdat de Afdeling stevige eisen stelt aan het wegbestemmen. Dat ondervond de gemeenteraad van Epe in een zaak over een permanent bewoonde recreatiewoning.

Wat zijn de (spel)regels bij branchering van detailhandel

In art. 3.1.2 lid 2 van het Bro is bepaald dat een bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening regels kan bevatten met betrekking tot branches van detailhandel en horeca. Gemeenteraden moeten namelijk de mogelijkheid hebben om in het bestemmingsplan de vestiging van bepaalde branches van detailhandel te beperken of uit te sluiten. In dit artikel beantwoord ik de vraag waarop zij bij het toepassen van deze bepaling moeten letten.

1
...
9 10 11 12 13
...
19