Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
5 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 10 november 2021 heeft het Gerecht van de Europese Unie (‘Gerecht’) uitspraak gedaan in de zaak Google Shopping. Kern van het geschil was de vraag of de Europese Commissie in 2017 terecht een boete van EUR 2.42 miljard aan Google en moederbedrijf Alphabet heeft opgelegd.
Wanneer een roerende zaak is opgenomen in de redengevende omschrijving van een rijksmonument, is voor het verwijderen van deze roerende zaak een omgevingsvergunning vereist. Zo heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) geoordeeld in haar uitspraak van 3 november 2021.
De Afdeling bestuursrechtspraak legt uit dat het in het kader van een goede ruimtelijke ordening nodig kan zijn om bestaand gebruik aan banden te leggen met voorwaardelijke verplichtingen.
Bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient in beginsel de aanvaardbaarheid van alle nieuwe planologische mogelijkheden te worden beoordeeld, niet alleen die van de ontwikkeling ten aanzien waarvan om een wijziging is verzocht. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 september 2021.
Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2085) blijkt eens te meer dat initiatiefnemers en bestuursorganen goed moeten opletten als bij de verlening van een natuurvergunning gebruikt wordt gemaakt van extern salderen.
Gebiedsfonds, omgevingsfonds, duurzaamheidsfonds… allerlei benamingen voor fondsen waarvoor de gemeente in een anterieure overeenkomst een financiële bijdrage kan vragen. Het overeenkomen van een financiële bijdrage in een anterieure overeenkomst geschiedt in principe op vrijwillige basis. Onder omstandigheden mag planologische medewerking echter worden geweigerd wanneer initiatiefnemers weigeren een anterieure overeenkomst te tekenen die strekt tot betaling van een financiële bijdrage. Doorslaggevend is of er bij weigering van betaling sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening, zo volgt ook uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 26 augustus 2021.
De zomervakantie is weer voorbij. Een groot deel van de vakantiegangers is inmiddels gevaccineerd en de meeste mensen durfden gelukkig weer een vakantie te boeken naar het buitenland. De luchtvaartmaatschappijen merken dat er weer meer boekingen worden verricht. Dit brengt helaas ook met zich mee dat er weer meer vluchten vertraagd dan wel geannuleerd worden uitgevoerd. Dit kan in sommige gevallen leiden tot recht op compensatie voor passagiers, tenzij er sprake is van een buitengewone omstandigheid. Maar wat nu als de vertraging is ontstaan door twee of meer omstandigheden die niet allemaal een buitengewone omstandigheid zijn? Is er dan nog wel recht op compensatie op basis van Verordening 261/2004 (hierna te noemen: de Verordening)?
Je hoort het steeds vaker: passagiers die storend gedrag vertonen tijdens een vlucht. Onlangs kwam nog in het nieuws dat een passagier de bemanning aanviel. Deze passagier is vervolgens met ducttape aan de stoel vastgemaakt nadat zij de stewardessen fysiek had aangevallen.
Het kan zijn dat een vlucht vertraging oploopt door storend gedrag van de passagier. Is een luchtvaartmaatschappij dan gehouden financiële compensatie te betalen? Het Hof van Justitie heeft recentelijk geoordeeld dat dat niet het geval is. Zo valt dit onder een buitengewone omstandigheid in de zin van de Verordening 261/2004 (Verordening).
De Afdeling heeft op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan ‘Dennenheuvel 2020’. Daarin heeft zij geoordeeld dat niet in de planregels hoeft te worden opgenomen dat de nieuwbouw aardgasvrij wordt gerealiseerd en dat er geen aanleiding is voor het oordeel dat de gevolgen voor het nabijgelegen Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid zouden zijn onderschat door het gebruik van de AERIUS Calculator in het stikstofonderzoek.
Art. 2:248 lid 2 BW: Hoge Raad licht toe: De Hoge Raad wees in juli 2021 een arrest waaruit volgt dat de gedragingen van een oud-bestuurder van een failliete vennootschap, die op zichzelf gezien geen onbehoorlijk bestuur opleverden, kunnen worden gebruikt ter ontzenuwing van het bewijsvermoeden uit art. 2:248 lid 2 BW.
Op 9 juli 2021 heeft een gemengde kamer, met daarin de presidenten van de CRvB en de CBb, en de voorzitter van de ABRvS, geoordeeld dat de bestuursrechter vanaf nu niet langer meer ambtshalve toetst of voorgaande rechtsmiddelen tijdig zijn ingesteld.
De regering dient voor de algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid die gelden voor de bouw en het gebruik van windturbines een milieubeoordeling te maken. Zolang de regering deze beoordeling nog niet heeft gemaakt, mogen deze normen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet worden gebruikt. Dit blijkt uit de tussenuitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 30 juni 2021.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.