Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Na een besluit tot compensatie van planschade in natura hoeft de eigenaar niet af te zien van verkoop en overdracht van de percelen. Wat betekent dat voor de mogelijkheid van compensatie in natura?
Al jarenlang speelt een discussie tussen RWE en de minister van Economische Zaken en Klimaat over de Clauscentrale. RWE wil de gasgestookte elektriciteitscentrale te Maasbracht met een ondergrondse hoogspanningskabel verbinden aan het Belgische netwerk. Maar het koninklijk besluit van 20 januari 2021 waarin de erkenning van het openbaar belang van de kabel wordt ingetrokken gooit roet in het eten.
Planschade hoeft niet te worden vergoed als de schade voldoende is verzekerd. Daarvan is geen sprake als de gemeente weliswaar een planherziening in procedure brengt, maar geen harde datum noemt waarop uitbetaling van het schadebedrag in geld zal plaatsvinden.
Tijdens de WHOA-procedure kan de rechter op verzoek van de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een zogenaamde afkoelingsperiode afkondigen. Hoe gaat dit in zijn werk en wat houdt zo'n afkoelingsperiode in? Welke maatregelen kunnen er worden afgekondigd en hoelang duren deze?
Hoe verloopt de aanbieding van het WHOA-akkoord? Wie kan zo'n akkoord aanbieden en aan wie? Welke eisen gelden er ten aanzien van de inhoud van het akkoord? Wat houdt het uitstaprecht en de '20%-regel' in?
Met de inwerkingtreding van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) kunnen leveranciers en andere contractspartijen geconfronteerd worden met een wederpartij die op enig moment een WHOA-procedure start. De kans is groot dat u als leverancier op dat moment al lange tijd onbetaald bent gelaten. Wat zijn de gevolgen voor u als leverancier?
Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Met de WHOA kan een dwangakkoord buiten surseance of faillissement worden bewerkstelligd. Dat akkoord kan door de schuldenaar of een daartoe aangewezen herstructureringsdeskundige worden aangeboden aan de vermogensverschaffers van de schuldenaar. Het akkoord kan inhouden dat rechten van die vermogensverschaffers worden gewijzigd. Degenen aan wie het akkoord wordt aangeboden en wiens rechten worden gewijzigd, stemmen over het akkoord. Dit gebeurt in klassen. Vervolgens is het aan de rechter om het akkoord te homologeren, dat wil zeggen: goed te keuren. Onder bepaalde voorwaarden kan de rechter het akkoord ook opleggen aan klassen die niet met het akkoord hebben ingestemd. Vandaar dat in die context ook wel de term ‘dwangakkoord’ wordt gebruikt.
Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.
Op 18 december 2020 is de 20ste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw) in werking getreden. Deze tranche voorziet in wijzigingen van en aanvullingen op het BuChw en in een wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Met name de wijziging van het Besluit mer is het signaleren waard.
Op 20 januari 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) uitspraak gedaan in een handhavingszaak tussen het college van b&w van Utrecht (‘het college’) en een pandeigenaar (ECLI:NL:RVS:2021:101).
Op 8 januari 2021 is het ontwerp Besluit publiekrechtelijk afdwingbare financiële bijdragen gepubliceerd. Met de wijzigingen van het Omgevingsbesluit wordt de mogelijkheid nader ingevuld om in een omgevingsplan te bepalen dat een bijdrage wordt gevraagd voor de verbetering van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.
Planschade wordt niet vergoed als het risico daarop is aanvaard. Er is sprake van passieve risicoaanvaarding als de nadelige ontwikkeling bekend was op grond van een openbaar gemaakt concreet beleidsvoornemen. Daarvan kan ook sprake zijn in het geval van een mededeling in een gemeentelijke folder.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.