Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
Voor transformaties van projectontwikkelaars is planologische medewerking van de gemeente nodig. Daarvoor wordt een exploitatieovereenkomst gesloten. Gemeenten regelen daarin vaak het woningprogramma, waarbij er beperkingen worden gesteld aan de huurprijzen. Dat is op zichzelf begrijpelijk nu de gemeente vanuit een goede ruimtelijke ordening verantwoordelijk is voor een evenwichtig en betaalbaar woningaanbod. Het door de gemeente gewenste programma is doorgaans minder goed te verenigen met de commerciële belangen van de projectontwikkelaar. Daarbij moet er dan ook nog een exploitatiebijdrage worden betaald voor die planologische medewerking. Accepteert de initiatiefnemer de voorwaarden niet, dan wordt geen medewerking verleend. Een ontwikkelaar uit Utrecht accepteert waarschijnlijk schoorvoetend de “eisen” van de gemeente, maar probeert achteraf onder deze afspraken uit te komen. De ontwikkelaar stelt dat de afspraken nietig zijn en de gemeente onrechtmatig handelt.
Projecten die met intern salderen niet leiden tot een toename van stikstofdepositie zijn niet natuurvergunningplichtig. Veel initiatiefnemers kiezen er desondanks voor om toch een aanvraag om een natuurvergunning in te dienen, om zo een positieve weigering op de aanvraag te verkrijgen.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
Het in kaart brengen van arbeidsrechtelijke, pensioenrechtelijke en fiscale risico’s is een vast onderdeel van een due diligence-onderzoek en de advisering over een bedrijfsovername. Vreemdelingenrechtelijke risico’s die verbonden zijn aan tewerkstelling van arbeidsmigranten worden echter veelal over het hoofd gezien. Dit kan grote gevolgen hebben voor de vervreemder, verkrijger en arbeidsmigranten. Boetes die de Nederlandse Arbeidsinspectie oplegt voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen houden veelal verband met een bedrijfsovername. In een blogreeks van drie blogs gaan wij in op de belangrijkste aspecten waar rekening mee moet worden gehouden bij een bedrijfsovername indien arbeidsmigranten tewerk worden gesteld. In deze eerste blog leggen wij uit waarom het van belang is dat de verkrijger erkend referent is op het moment dat de overname leidt tot de indiensttreding van arbeidsmigranten.
Op 14 september 2022 heeft de rechtbank Den Haag een baanbrekend vonnis gewezen over de bescherming van omwonenden van intensieve veehouderijen die (ernstige) stankoverlast ervaren. De rechtbank heeft bepaald dat de Staat onrechtmatig handelt doordat de bescherming tegen geurhinder die de Wet geurhinder en veehouderij biedt tekortschiet, en geen redelijke of passende maatregelen zijn genomen.
Heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie u een boete opgelegd wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav)? Controleer dat boetebesluit dan aandachtig. De Afdeling heeft namelijk recent een streep gezet door de Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen, omdat in de Beleidsregel geen onderscheid is gemaakt in de hoogte van de boete tussen een werkgever die opzettelijk de wet overtrad en een werkgever die per abuis de wet had overtreden. De Afdeling overweegt dat als geen sprake is van opzet of grove schuld 50% van het boetenormbedrag een passend uitgangspunt is. In deze blog gaan wij in op deze uitspraak en het belang van deze uitspraak voor de praktijk.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) zijn voornemens de Beleidsregel geschiktheid 2012 (de Beleidsregel) te wijzigen. Hiertoe is een consultatie van de Beleidsregel gestart. Marktpartijen kunnen tot en met 15 september 2022 reageren op de beoogde wijzigingen.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Vermeerdering van de gronden voor vermindering?