Geen toerekening indirecte bedrijfsschade aan aannemer die waterlekkage heeft veroorzaakt
Toepassing van de leer van de redelijke toerekening: aannemer niet ongebreideld aansprakelijk voor gevolgen waterlekkage
Toepassing van de leer van de redelijke toerekening: aannemer niet ongebreideld aansprakelijk voor gevolgen waterlekkage
Vandalisme of kwaadwilligheid bij de verontreiniging van het voedingswater van een teeltbedrijf is niet komen vast te staan, waardoor er geen dekking is onder de gewassenverzekering.
Een partij heeft soms stukken nodig om zijn vordering nader te onderbouwen terwijl die stukken zich bij de wederpartij (of elders) bevinden. Die wederpartij zal er vaak niet happig op zijn om die stukken zomaar te verstrekken. Op grond van artikel 843a Rv kan een partij dan, als die (1) een rechtmatig belang heeft, inzage, afschrift of uittreksel vorderen van (2) bepaalde bescheiden aangaande (3) een rechtsbetrekking waarbij hij/zij partij is. Dit kan in een lopende procedure relevant zij om bewijs rond te krijgen, of voorafgaand aan een procedure.
Schending van de mededelingsplicht kan leiden tot verval van dekking. Buiten gevallen van fraude is nodig dat de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet of onder andere voorwaarden zou zijn gesloten. Het gaat in beginsel niet om het acceptatiebeleid van de betrokken verzekeraar, maar om wat een redelijk handelend verzekeraar zou hebben gedaan. Wijkt het beleid van de verzekeraar af, dan mag hij dit alleen tegenwerpen als de verzekeringnemer het kende of behoorde te kennen.
Een (in gemeenschap van goederen) getrouwd stel maakt, samen met hun dochter, een rit met een koets die wordt voortgetrokken door een paard. Op enig moment wordt het paard onrustig, waarna de man naast het paard gaat lopen om het te kalmeren. Als de situatie escaleert, rijdt de koets over de benen van de man waardoor hij ernstig letsel oploopt. Het gerechtshof buigt zich over de vraag of het beroep van verzekeraar op het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016 opgaat.
Een bestuurder van een zitgrasmaaier loopt ernstig letsel op wanneer hij in botsing komt met een personenauto op de openbare weg in het buitengebied. De bestuurder van de auto en haar verzekeraar worden op grond van de artikelen 19 RVV en 6 WVW aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade. De rechtbank buigt zich over de vraag of dit geschil zich leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure.
Een schadevergoedingsverplichting mag ex art. 6:100 BW worden verminderd met een opgekomen voordeel als is voldaan aan twee vereisten, zoals geformuleerd in het arrest ABB/TenneT. Van wie het voordeel is verkregen, is niet relevant.
Dat er asbestdeeltjes vrijkomen van verweerde golfplaten is te voorzien, dus is er geen dekking voor de saneringskosten onder de milieuschadeverzekering. De Rechtbank Den Haag oordeelt in een vonnis van 30 mei 2018 dat niet is voldaan aan de omschrijving van ‘emissie’ in de polisvoorwaarden.
Naast een veroordeling in de kosten van de klager en de NOvA kan ook een voorwaardelijke boete worden opgelegd aan een advocaat in een tuchtrechtprocedure. Benieuwd? Lees hieronder mijn blog.
Lees de publicatie van Henriek Kragt in het PIV-Bulletin: De lichtere bewijsregel die nooit bestond; Hoge Raad 8 september 2017 (art. 81 lid 1 Ro.); conclusie A-G Wuisman.