Aangenomen amendementen over nabestaandenpensioen Wet toekomst pensioenen
In een eerdere bijdrage schetste ik de gevolgen van de Wet toekomst pensioenen voor het nabestaandenpensioen.
In een eerdere bijdrage schetste ik de gevolgen van de Wet toekomst pensioenen voor het nabestaandenpensioen.
Rechtspraak waar de praktijk reikhalzend naar uitgekeken heeft: in een recent vonnis in kort geding overweegt de rechtbank Noord-Holland dat een koopovereenkomst voor gemeentelijke gronduitgifte geldig is, ook al is die een-op-een gesloten, in strijd met het Didam-arrest.
Deze procedure betreft een geschil tussen twee aandeelhouders van een vennootschap. Een van de aandeelhouders heeft eerder een deel van zijn aandelen in het kapitaal van de vennootschap verkocht aan de andere aandeelhouder en daarbij is uitgestelde betaling van een deel van de koopsom voor de aandelen overeengekomen. Centraal staat de vraag of het uitgestelde deel van de koopsom betaald moet worden door de kopende aandeelhouder aan de verkopende aandeelhouder of dat conform de gemaakte afspraken dat deel bij wijze van kapitaalinjectie in de vennootschap gestort mag worden.
Op 10 en 12 oktober 2022 heeft Schouten een wetgevingsoverleg (WGO) gevoerd over het wetsvoorstel toekomst pensioenen (wtp).
Als een leverancier en winkelier afstemmen welke wederverkoopprijs de winkelier in rekening brengt, levert dat een concurrentiebeperking op die een overtreding van het kartelverbod kan opleveren (zogenaamde ‘verticale prijsbinding’). Op 17 oktober 2022 heeft de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) de campagne “wie bepaalt de prijs” gestart die handvatten aan leveranciers en afnemers moet bieden om een overtreding in ieder geval te voorkomen.
Gisteren, 6 oktober 2022, heeft minister Schouten bekendgemaakt dat de beoogde ingangsdatum van de Wet toekomst pensioenen van 1 januari 2023 wordt uitgesteld naar 1 juli 2023.
Er zijn een hoop dingen waar je als werkgever over na moet denken bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Zo zijn er ook verschillende mogelijkheden die zien op de overgang an sich. Deze mogelijkheden zullen telkens in een aparte blog worden besproken, waarbij de focus in deze blog ligt op de eerbiedigende werking.
Een inschrijver maakt een fout als gevolg van een onduidelijk doorgevoerde wijziging door de aanbestedende dienst. Mag de fout worden hersteld of leidt het transparantiegebrek tot intrekking en heraanbesteden?
“Kwart grootste familiebedrijven nog niet in anti-witwasregister”, kopte NOS vanmorgen. Om vervolgens in de tekst aan te geven dat een deel van de (familie)bedrijven zich “verschuilen” achter een pseudo-UBO. De vraag is: kan dat?
Op 1 juni 2022 is de nieuwe groepsvrijstellingverordening voor verticale overeenkomsten (met bijbehorende richtsnoeren) van de Europese Commissie in werking getreden. De groepsvrijstellingsverordening zondert bepaalde (distributie)overeenkomsten tussen ondernemingen in verschillende schakels van de keten uit van het Nederlandse en Europese kartelverbod, mits hun gezamenlijk marktaandeel kleiner is dan 30% en de overeenkomst geen hardcore beperking bevat.
Over thuiswerken is inmiddels veel geschreven. Voor hybride werken begint nu de nodige aandacht op gang te komen. Zo heeft de Tweede Kamer recent het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt aangenomen. Arbeidsrechtelijk zijn er wat haken en ogen aan hybride werken. Kan je als werkgever verplicht worden te reageren op een dergelijk verzoek? Hoe implementeer je dit in de organisatie? Wat zijn de (fiscale) gevolgen? Ook als het gaat om internationaal (grensoverschrijdend) hybride werken is sprake van complexe regelgeving. In deze blogreeks zullen wij hier verder op ingaan.
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.