Aanhaken met kleding bij een voetbalclub mag

Vanaf een kar bij de Amsterdam Arena verkoopt X fanwear. Op vesten is tegen een witte achtergrond een rode rechthoek aangebracht, met andreaskruizen en het woord Amsterdam. Ajax is hiertegen eerder succesvol opgekomen. De zaak is nu opnieuw bepleit, voor het Hof Amsterdam. Het oordeel is duidelijk: Ajax' rechten gaan niet voor die van de handelaar, aanhaken bij een voetbalclub mag. 

De rechtbank Amsterdam verklaarde de rood-witte merken van Ajax nietig. Anders dan de rechtbank, acht het Hof deze merken evenwel geldig: het gaat om een concrete grafische voorstelling waarin de kleuren rood en wit zijn aangebracht, en niet om kleurcombinatiemerken. Wel is de beschermingsomvang beperkt, en strekken de rood-witte merken zich niet uit tot het weren van ieder wit kledingsstuk waar aan de voorzijde een brede rode baan is aangebracht maar waarvan de contouren van de witte vlakken niet (op gelijke wijze) zijn afgebakend. Omdat de kleding van X onvoldoende lijkt op de merken, wordt geen inbreuk op de merken van Ajax aangenomen.

De volgende vraag is of sprake is van onrechtmatig handelen door X. Ook dat wordt afgewezen omdat "Ajax het gebruik van een breed rood vlak op een wit kledingstuk niet kan monopoliseren en dat het een derde dan ook in beginsel niet verboden is witte vesten te verkopen met daarop onder meer een brede rode baan, ook indien daardoor een verband wordt gelegd met (de clubkleuren van) Ajax. Hetzelfde geldt voor de die (Andres)kruizen en de aanduiding Pride of Mokum die op het kledingstuk zijn aangebracht, te meer nu deze versierselen, zeker door het algemene publiek en in combinatie met de grote letters op de voorzijde van het vest aangebrachte naam van de stad, in de eerste plaats geassocieerd zullen worden met het (logo/wapenschild van) de stad Amsterdam."

Het Hof merkt op dat het enkele voor commerciële doeleinden "aanhaken bij de populariteit van een voetbalclub niet als ontoelaatbaar kan worden beschouwd". Ook niet als die voetbalclub zelf zijn populariteit uitbaat door merchandising artikelen op de markt te brengen. Ajax bood niet eerder vesten aan die sterk lijken op die van X. Voorts houdt de kleding van X voldoende afstand. Dat de kleding als fanwear of official licensed products wordt verkocht maakt dit niet anders. Er is geen sprake van verwarring en het bedrijfsdebiet van Ajax is niet in gevaar. Ook reputatieschade is in redelijkheid niet te verwachten.

Het arrest van het Hof, waarmee merchandising van kleding van voetbalblubs ruim baan krijgt, is hier na te lezen.

Joost Becker, advocaat merkenrecht