1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Aansprakelijkheid bestuurder voor wanprestatie BV bij hennepteelt

Aansprakelijkheid bestuurder voor wanprestatie BV bij hennepteelt

Wanneer u een overeenkomst sluit en uw wederpartij komt die overeenkomst niet na, dan bent u in eerste instantie waarschijnlijk geneigd om die wederpartij aansprakelijk te stellen voor de door u geleden schade. Dat is immers uw contractspartij. Wanneer die wederpartij een BV is en zelf niet of nauwelijks verhaal biedt, is het interessant om te onderzoeken of verhaal op een ander dan de BV mogelijk is. De eerste die dan in beeld komt, is waarschijnlijk de bestuurder. Op 27 augustus 2013 (publi...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 21 oktober 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Wanneer u een overeenkomst sluit en uw wederpartij komt die overeenkomst niet na, dan bent u in eerste instantie waarschijnlijk geneigd om die wederpartij aansprakelijk te stellen voor de door u geleden schade. Dat is immers uw contractspartij. Wanneer die wederpartij een BV is en zelf niet of nauwelijks verhaal biedt, is het interessant om te onderzoeken of verhaal op een ander dan de BV mogelijk is. De eerste die dan in beeld komt, is waarschijnlijk de bestuurder. Op 27 augustus 2013 (publicatiedatum 14 oktober 2013) heeft het hof Amsterdam een bestuurder van een BV veroordeeld tot betaling van schadevergoeding wegens door de BV gepleegde wanprestatie. De feiten in die zaak waren als volgt.

BV X heeft een gedeelte van de door haar gehuurde ruimte onderverhuurd. In de onderverhuurde ruimte is een hennepkwekerij aangetroffen. Ten behoeve van die hennepkwekerij is de elektriciteitsmeter gemanipuleerd. Zo zijn verzegelingen verbroken, aansluitingen verzwaard (om een grotere hoeveelheid elektriciteit af te kunnen nemen) en is een elektriciteitskabel bijgeplaatst waardoor de elektriciteit niet door de meter werd geregistreerd. Deze handelingen leiden tot een tekortkoming in de nakoming van de transportovereenkomst tussen de BV en netbeheerder Stedin. Op grond van die overeenkomst is het namelijk niet toegestaan de hiervoor omschreven handelingen te verrichten. Dat de handelingen in het onderhavige geval door de onderhuurder (en niet door de BV of diens bestuurder) zijn verricht, maakt dit niet anders. Door het onderverhuren van de ruimte heeft de BV het risico op zich genomen dat de onderhuurder de elektriciteitsmeter manipuleert. Wanneer dat risico zich verwezenlijkt, komt dit voor rekening van de contractant, te weten de BV.

Nu heeft Stedin in het hier te bespreken geval niet haar contractant (de BV) aangesproken, maar de bestuurder van de BV. Met die bestuurder heeft Stedin geen overeenkomst, zodat de grondslag voor de vordering moet worden gezocht in het buitencontractuele instrument van de onrechtmatige daad. Stedin verwijt de bestuurder van de BV dat hem een voldoende ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt van de door de BV gepleegde wanprestatie en dat hij derhalve gehouden is de door Stedin geleden schade te vergoeden. De reden dat Stedin ervoor kiest de bestuurder aan te spreken in plaats van de BV (waarvan immers makkelijk kan worden vastgesteld dat zij wanprestatie heeft gepleegd), is waarschijnlijk gelegen in het feit dat de BV in financiële moeilijkheden verkeerde en derhalve geen verhaal bood voor de vordering van Stedin.

Uit de rechtspraak blijkt dat een bestuurder van een BV persoonlijk aansprakelijk kan zijn voor schade die is ontstaan bij de wederpartij van de BV wegens niet nakoming van de overeenkomst door de BV, in het geval de bestuurder de niet nakoming heeft bewerkstelligd of toegelaten. Daarvan dient hem, afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, een voldoende ernstig persoonlijk verwijt te kunnen worden gemaakt. In het onderhavige geval oordeelde het hof dat er een voldoende ernstig persoonlijk verwijt aan de bestuurder kon worden gemaakt, vanwege het volgende. De huurovereenkomst met de onderhuurder was niet schriftelijk vastgelegd, de bestuurder kende de naam en het telefoonnummer van de onderhuurder niet en kon alleen met hem communiceren door een briefje onder de deur van de onderverhuurde ruimte te schuiven. Daarnaast betaalde de onderhuurder een bedrag van EUR 3.000,-- per maand voor het onderverhuurde deel, terwijl de BV zelf een bedrag van EUR 1.250,-- moest betalen voor het hele pand. De onderhuurder betaalde de huur door het verschuldigde bedrag in contanten in een envelop in een ladeblok te leggen. Daarnaast heeft de bestuurder aangegeven een zoemend geluid te hebben gehoord in het onderverhuurde deel en heeft hij verklaard te hebben geweten dat de ruimtes werden gebruikt voor illegale praktijken. Deze gang van zaken heeft ertoe geleid dat het hof de bestuurder aansprakelijk houdt voor de door Stedin geleden schade vanwege de buiten de meter om afgenomen elektriciteit. Een dergelijk uitkomst komt tegemoet aan menig rechtsgevoel. Uit de door het hof geschetste feiten en omstandigheden blijkt dat de bestuurder  heeft geweten (of moet hebben geweten) van de hennepkwekerij.

Het gegeven dat de bestuurder door de strafrechter was vrijgesproken, was volgens het hof niet van belang. Het oordeel van de strafrechter zag namelijk op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bestuurder en die beoordeling ziet op een andere rechtsvraag dan in het civielrechtelijke geding aan de orde is.

Uit het hier besproken arrest mag niet worden afgeleid dat men altijd bij de bestuurder van de BV kan aankloppen wanneer de BV haar contractuele afspraken niet nakomt. Om de bestuurder succesvol aan te kunnen spreken, dient er meer aan de hand te zijn. Het is nodig dat de bestuurder een voldoende ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Of dat het geval is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Zou de bestuurder in het hier besproken geval bijvoorbeeld de identiteit van de onderhuurder hebben gecontroleerd en hebben ingegrepen toen hij een zoemend geluid uit de onderverhuurde ruimte hoorde komen, dan zou hij wellicht aan aansprakelijkheid zijn ontkomen.