Inleiding
Op 23 maart 2020 heeft het kabinet aanvullende maatregelen gepresenteerd om de huidige coronacrisis het hoofd te bieden en verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Het gaat om een combinatie van aangescherpte en nieuwe maatregelen. Zo worden alle bijeenkomsten ongeacht het aantal mensen tot 1 juni 2020 verboden (voor begrafenissen en kerkelijke bruiloften geldt een uitzondering). Daarnaast worden winkels en het openbaar vervoer verplicht om maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat mensen minimaal 1,5 meter afstand tot elkaar houden, bijvoorbeeld via een deurbeleid. Ook krijgen burgemeesters nieuwe bevoegdheden om de coronamaatregelen beter te kunnen handhaven. In deze blog ga ik nader in op de rol van de burgemeesters. Een overzicht van alle aanvullende maatregelen die zijn genomen, is te vinden op de website van de Rijksoverheid.
Noodverordening
Burgemeesters krijgen van het kabinet de mogelijkheid om via een noodverordening snel en effectief te kunnen optreden ter handhaving van de coronamaatregelen. De grondslag van de noodverordening is artikel 176 Gemeentewet. Op basis van dit artikel mogen burgemeesters in lokale noodsituaties, of bij vrees daarvoor, algemeen verbindende voorschriften stellen die zij nodig vinden om de openbare orde te handhaven of gevaar te beperken. Daarnaast hebben de burgemeesters die fungeren als voorzitter van de 25 veiligheidsregio's in ons land een noodverordeningsbevoegdheid op grond van artikel 39 Wet veiligheidsregio's. Via een noodverordening kunnen burgemeesters dus gedragsvoorschriften opleggen aan grote groepen personen. Het is nu aan hen om te bepalen of zij gebruikmaken van de mogelijkheid om via een noodverordening op te treden. Kijkend naar de actuele kaart met besmettingen van het RIVM, lijkt mij dit zeker voor regio's met grote steden en plaatsen met veel inwoners en/of besmettingen een verstandige keuze. Noodverordeningen en effectieve handhaving daarvan kunnen mogelijk helpen om de grote druk op onze ziekenhuizen en overige gezondheidszorg te verlichten, door verdere verspreiding van het coronavirus zo goed mogelijk te beperken.
Aanwijzing gebieden en boetes
In het kader van de noodverordening noemt het kabinet concreet dat burgemeesters gebieden kunnen aanwijzen waar groepsvorming verboden is. Daarbij kan het gaan om parken, stranden of wijken. Bij groepen van drie of meer personen die geen 1,5 meter afstand houden, kan de burgemeester handhavend optreden. Belangrijk: dit geldt niet voor kinderen én personen in hetzelfde huishouden, zoals gezinnen. Ook kunnen burgemeesters besluiten om specifieke locaties, zoals parken, stranden en campings/vakantieparken te sluiten.
Tot slot krijgen burgemeesters de bevoegdheid om boetes op te leggen bij overtreding van de coronamaatregelen. Tijdens de presentatie van de aanvullende maatregelen kreeg deze nieuwe bevoegdheid de nodige aandacht. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid meldde dat de boetes kunnen oplopen tot € 400,- voor burgers en € 4.000,- voor bedrijven. Voor winkels, denk bijvoorbeeld aan supermarkten, betekent dit dat zij een duidelijk deurbeleid moeten gaan voeren om te zorgen dat de afstandsregel van 1,5 meter wordt gewaarborgd. Dit geldt voor binnen in de winkels, maar mijns inziens ook voor het eigen terrein (eigendom) daarbuiten. Dit neemt natuurlijk niet weg dat ordehandhaving primair de taak is van de burgemeesters. Duidelijke afspraken tussen (belangenbehartigers van) winkeliers en burgemeesters over wie, waar, op welke wijze communiceert en optreedt lijken mij daarom essentieel om ervoor te zorgen dat de coronamaatregelen zo goed mogelijk worden nageleefd. Een gedeelde verantwoordelijkheid dus.
Wij blijven de ontwikkelingen op de voet volgen.
Heeft u als bedrijf of gemeente vragen over de juridische gevolgen en/of aanpak van de aanvullende maatregelen? Neem dan contact met ons op.