In 2009 heeft de ACM de enige twee concurrerende ziekenhuizen in Zeeland toestemming gegeven om te fuseren tot het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ). Hoewel volgens de ACM door de fusie een monopolie zou ontstaan waardoor de concurrentie zou worden belemmerd, heeft de ACM desondanks groen licht gegeven onder (voor zover relevant) de voorwaarde dat het ADRZ een prijsplafond voor bepaalde behandelingen zou gaan hanteren. Hoewel het prijsplafond al jaren een doorn in het oog van ADRZ is, heeft de ACM bij besluit van 23 oktober 2014 nogmaals laten weten dat het prijsplafond vooralsnog gehandhaafd blijft.
Het efficiëntieverweer en de remedies
Het besluit om de fusie goed te keuren was toentertijd veelbesproken omdat de ACM voor het eerst uitdrukkelijk een zogenaamd efficiëntieverweer van de fuserende ziekenhuizen heeft beoordeeld in het licht van de publieke belangen. In haar fusiebesluit heeft de ACM uitdrukkelijk rekening gehouden met de publieke belangen van kwaliteit en continuïteit van zorg, terwijl in eerdere besluiten uitsluitend de economische effecten in het kader van een efficiëntieverweer werden meegewogen..
In het besluit heeft de ACM geconcludeerd dat na de fusie de keuzemogelijkheden voor patiënten zeer sterk verminderen en dat het ADRZ een (bijna) monopoliepositie verkrijgt. Normaal gesproken zou daarmee de kous af zijn geweest aangezien de ACM op grond van de Mededingingswet in principe verplicht is om fusie en overnames te verbieden als zij leiden tot een economische machtspositie waardoor de concurrentie wordt beperkt. De fuserende ziekenhuizen betoogden echter dat de kwaliteit en de continuïteit van de zorg in het gedrang zouden komen als de fusie geen doorgang zou kunnen vinden. Op basis van een efficiëntieverweer kunnen kwaliteitsaspecten mededingingsbezwaren opzij zetten, indien (1) de fusie leidt tot kwaliteitsverbetering, (2) de kwaliteitsverbetering niet mogelijk is met mededingingsrechtelijk minder bezwaarlijke middelen, (3) de kwaliteitswinst de anti-competitieve effecten te boven gaan en (4) voldoende restconcurrentie overblijft.
Omdat de ACM prijsstijgingen vreesde als gevolg van de (bijna) monopoliepositie van het ADRZ was zij er noch van overtuigd dat de kwaliteitswinst de anticompetitieve effecten zou overstijgen noch dat voldoende restconcurrentie zou overblijven. Aldus was de ACM uitsluitend bereid om het efficiëntieverweer te honoreren als het ADRZ remedies zou aanbieden die de bezwaren zouden adresseren. ADRZ heeft zich er daarom toe verbonden om als prijsplafond te hanteren de gemiddelde prijs van behandelingen in Nederlandse ziekenhuizen. Daarnaast zou ADRZ haar faciliteiten open stellen voor concurrerende medisch-specialisten.
Intrekking prijsplafond?
Op grond van de Richtsnoeren Remedies heeft ADRZ reeds in 2012 bij de ACM om intrekking van het prijsplafond verzocht. Volgens ADRZ zijn de marktomstandigheden sinds het fusiebesluit zodanig gewijzigd dat het prijsplafond niet langer kan worden gehandhaafd omdat er sindsdien concurrerende zelfstandig behandelcentra zijn toegetreden en zorgverzekeraars selectiever zijn gaan inkopen waardoor zij hun cliënten meer richting bepaalde zorgaanbieders kunnen sturen. Na een marktonderzoek heeft de ACM besloten dat ADRZ nog altijd over een economische machtspositie beschikt die het bestaan van een prijsplafond rechtvaardigt. De eventuele administratieve kosten die voor ADRZ verbonden zijn aan de naleving van het prijsplafond wegen niet op tegen de mogelijkheid van prijsstijgingen na eventuele intrekking..
Tot slot
Sinds 2012 lijkt de ACM minder snel concurrentiebeperkende gevolgen van fusies in de ziekenhuissector aan te nemen. De belangrijkste reden die ACM daarvoor geeft is dat zorgverzekeraars meer gebruik maken van de mogelijkheid om op basis van selectieve inkoop cliënten naar bepaalde voorkeursziekenhuizen van de zorgverzekeraar te sturen. In dergelijke gevallen zou een hoog marktaandeel volgens de ACM niet noodzakelijkerwijs een beperking van de concurrentie hoeven opleveren. De fusie van het ADRZ en de daaraan verbonden voorwaarden dateren van 2009. Dat rechtvaardigt uiteraard de vraag of de ACM in het huidige tijdsgewricht dezelfde voorwaarden aan de voorgenomen fusie van het ADRZ zou hebben verbonden. In ieder geval geen “early mover advantage” voor ADRZ.
ACM handhaaft prijsplafond Zeeuwse Ziekenhuizen
In 2009 heeft de ACM de enige twee concurrerende ziekenhuizen in Zeeland toestemming gegeven om te fuseren tot het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ). Hoewel volgens de ACM door de fusie een monopolie zou ontstaan waardoor de concurrentie zou worden belemmerd, heeft de ACM desondanks groen licht gegeven onder (voor zover relevant) de voorwaarde dat het ADRZ een prijsplafond voor bepaalde behandelingen zou gaan hanteren. Hoewel het prijsplafond al jaren een doorn in het oog van ADRZ is, heef...
Leestijd
Auteur artikel
Sjaak van der Heul
Gepubliceerd
04 november 2014
Laatst gewijzigd
16 april 2018