1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Afstand van pensioen: informatieplicht werkgever (1)

Afstand van pensioen: informatieplicht werkgever

De rechtbank Oost-Nederland (inmiddels Gelderland) heeft recent beslist dat ten laste van de werkgever aan de weduwe en kinderen nabestaandenpensioen toekomt. Er was zowel door de werknemer als zijn echtgenote een afstandsverklaring getekend, laatstgenoemde betwistte na overlijden van haar man dat zij getekend had. Volgens de rechtbank had de werkgever niet alleen de handtekening van de werknemer maar ook die van zijn echtgenote (voor wat betreft afstand van het nabestaandenpensioen) moeten v...
Leestijd 
Auteur artikel Henk Hoving
Gepubliceerd 24 april 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De rechtbank Oost-Nederland (inmiddels Gelderland) heeft recent beslist dat ten laste van de werkgever aan de weduwe en kinderen nabestaandenpensioen toekomt. Er was zowel door de werknemer als zijn echtgenote een afstandsverklaring getekend, laatstgenoemde betwistte na overlijden van haar man dat zij getekend had. Volgens de rechtbank had de werkgever niet alleen de handtekening van de werknemer maar ook die van zijn echtgenote (voor wat betreft afstand van het nabestaandenpensioen) moeten verifiëren. In de arbeidsovereenkomst was geregeld dat de werknemer en de eventuele partner de afstandsverklaring moeten tekenen. In het pensioenreglement werd alleen de afstandsverklaring van de deelnemer/werknemer genoemd.

Verder overweegt de rechtbank dat de werkgever een informatieplicht heeft ten opzichte van de werknemer en diens partner. Dit betekent dat juiste en volledige informatie door de werkgever gegeven moet worden over de mogelijke gevolgen van het afstand doen van pensioen, in het bijzonder waar het de positie van de nabestaanden betreft. Dit was niet gebeurd. De rechtbank heeft de werkgever veroordeeld het nabestaandenpensioen aan de weduwe en de kinderen te honoreren.

Totstandkoming pensioenovereenkomst

In Nederland is geen sprake van een wettelijke pensioenplicht voor werkgevers. Er kan wèl sprake zijn van een verplicht pensioen op grond van een cao, de Wet Bpf of de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Los hiervan kan de werkgever dus de keuze maken pensioen aan zijn medewerkers aan te bieden.

Binnen één maand na de start van de werkzaamheden moet de werkgever de werknemers schriftelijk informeren over het aangaan van een pensioenovereenkomst. Dit is niet alleen vastgelegd in artikel 7 lid 1 Pensioenwet, maar ook in artikel 7:655 lid 1, sub j Burgerlijk Wetboek. Deze informatieverplichting uit de Pensioenwet geldt ook voor werkgevers in de publieke sector ten behoeve van ambtenaren.

De werkgever moet tevens schriftelijk aangeven binnen welke termijn de werknemer het aanbod tot het sluiten van een pensioenovereenkomst moet aanvaarden; daarnaast dient opgave te worden gedaan wie de pensioenuitvoerder is. Laat de werkgever dit na, terwijl voor de andere werknemers die behoren tot dezelfde groep, wel een pensioenregeling geldt, dan gaat de wetgever ervan uit dat de werkgever een onherroepelijk aanbod heeft gedaan. De werknemer kan zich hierop beroepen en het fictieve aanbod van de werkgever aanvaarden. De inhoud van de pensioenovereenkomst is dan gelijk aan die van de pensioenovereenkomsten met de andere werknemers.

Afstand van pensioen

Indien de werknemer niet wenst in te gaan op het (fictieve) aanbod tot het aangaan van een pensioenovereenkomst, dient hij dit schriftelijk te bevestigen in een afstandsverklaring. In deze afstandsverklaring ziet de werknemer af van het sluiten van een pensioenovereenkomst. Dit is een eenzijdige verklaring, die door de werknemer op ieder moment kan worden ingetrokken. Wanneer de werknemer later beslist het pensioenaanbod wel te accepteren, gebeurt dit (in beginsel) niet met terugwerkende kracht.

Indien sprake is van een verplichte deelneming in de pensioenregeling van een bedrijfstakpensioenfonds of een beroepspensioenfonds, kan hiervan door de werknemer niet worden afgeweken. Deelneming is dan dwingendrechtelijk voorgeschreven.

Wat is de moraal voor werkgevers?

De werkgever heeft een wettelijke informatieplicht over deelneming aan de/een pensioen­regeling. De informatie moet juist en volledig zijn en tijdig worden verschaft. Voor wat betreft het nabestaandenpensioen geldt deze informatieplicht ook ten opzichte van de (eventuele) partner.

De Pensioenwet gaat uit van een pensioenovereenkomst die tot stand komt door aanbod en aanvaarding. De werknemer kan zich beroepen op contractsvrijheid en is niet verplicht het pensioenaanbod van de werkgever te aanvaarden, tenzij sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds of een beroepspensioenregeling. Afstand van pensioen moet steeds schriftelijk plaatsvinden, met verificatie van de handtekening. Voor het nabestaanden­pensioen geldt dat de afstandverklaring getekend moet zijn door de partner, eveneens met verificatie van de handtekening.

Deze verplichtingen van de werkgever staan los van de eventuele verplichtingen van de pensioenuitvoerder op grond van het pensioenreglement en/of de uitvoeringsovereenkomst.

De werknemer en nabestaande(n) kan (kunnen) steeds rechtstreeks de werkgever aanspreken, naast eventueel de pensioenuitvoerder.

Bij tekortschieten door de werkgever loopt hij een groot risico dat de pensioenaanspraak achteraf zonder dekking bij de pensioenuitvoerder nagekomen moet worden uit eigen middelen.