Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat het opnemen van een arbitraal beding in algemene voorwaarden in de bouw voor consumenten onredelijk bezwarend is. Het gevolg is dat het geschil tussen een consument en een aannemer/ontwikkelaar niet bij de Raad van Arbitrage aanhangig moet worden gemaakt, maar bij de rechtbank.
De zaak
Koper heeft met Bouwfonds een koop-/aanneemovereenkomst gesloten voor de bouw van een woning. De overeenkomst bevat onder meer een bepaling over geschillenbeslechting. In deze bepaling is opgenomen dat geschillen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen beschreven in de statuten van de Raad van arbitrage voor de bouw. Ruim zes jaar na oplevering van de woning meldt koper zich bij Bouwfonds met een klacht over het stucwerk dat op verschillende plaatsen loslaat. Koper heeft Bouwfonds aansprakelijk gesteld voor de herstelkosten. Bouwfonds weigert de kosten echter te betalen en stelt zich op het standpunt dat de klacht niet meer in behandeling kan worden genomen, omdat de garantietermijn is verstreken (met drie dagen). Voor de kantonrechter heeft koper betaling van de herstelkosten gevorderd en de kantonrechter heeft de vordering op alle punten toegewezen. Het feit dat de kantonrechter bevoegd is, komt volgens zijn oordeel uit de vernietigbaarheid van de arbitragebepaling in de koop-/aanneemovereenkomst omdat deze bepaling onredelijk bezwarend is voor koper.
Arbitraal beding: onredelijk bezwarend
Bouwfonds gaat in hoger beroep en maakt bezwaar tegen het oordeel van de kantonrechter dat de burgerlijke rechter bevoegd is ondanks het arbitragebeding in de overeenkomst. Volgens Bouwfonds is het nog steeds de vraag of een dergelijk beding voor consumenten onredelijk bezwarend is. Bouwfonds zelf is van mening dat het niet onredelijk bezwarend is en voert ook aan dat het beding niet als algemene voorwaarde gezien kan worden, omdat het in de overeenkomst zelf is opgenomen.
Het hof oordeelt dat het voor de kwalificatie als algemene voorwaarde niet van belang is of het beding in (afzonderlijke) algemene voorwaarden is opgenomen of in de overeenkomst zelf. Beslissend is dat het gaat om een beding dat is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestatie aangeven. Het arbitragebeding is dus een algemene voorwaarde in de zin van de wet.
Om te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is, toetst het hof aan de open norm van artikel 6:233 BW en de Europese Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Een beding dat volgens de Richtlijn als onredelijk kan worden aangemerkt, is een beding dat het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering door de consument belet of belemmert, met name door de consument te verplichten zich uitsluitend tot een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht te wenden (…). Van een dergelijk beding is hier naar het oordeel van hof sprake, omdat de consument zich uitsluitend kan wenden tot arbitrage. Koper is zich er waarschijnlijk niet van bewust geweest en dit beding zal geen voorwerp van onderhandeling zijn geweest.
Voor een consument kunnen er nadelen aan een arbitrage zitten in vergelijking tot de procedure bij de burgerlijke rechter. Zo is de onafhankelijkheid van de arbiter niet op dezelfde wijze gewaarborgd als die van de burgerlijke rechter, is er niet altijd hoger beroep mogelijk, zijn de arbiters niet altijd gehouden tot toepassing van de wettelijke regels en is het in de meeste gevallen nog duurder ook. De conclusie van het hof is dan ook dat de kantonrechter het arbitragebeding terecht als onredelijk bezwarend heeft aangemerkt en zich terecht bevoegd heeft geacht om van het geschil kennis te nemen.
Gevolgen voor de praktijk
Voor gebruikers van algemene voorwaarden is van belang dat een consument op grond van deze uitspraak de mogelijkheid heeft zich te beroepen op de onredelijk bezwarendheid van een arbitragebeding. Indien het gedane beroep op onredelijk bezwarendheid wordt gehonoreerd, dan staat het de consument vrij om de rechtbank kennis te laten nemen van het geschil tussen partijen. Het arbitragebeding in de algemene voorwaarden verliest daarmede zijn nut ten opzichte van rechtsverhoudingen tussen de gebruiker van die algemene voorwaarden en consumenten.
Tip
Partijen die een arbitragebeding opnemen in hun (standaard)overeenkomst met consumenten en geconfronteerd worden met een procedure bij de burgerlijke rechter in plaats van het overeengekomen arbitrage instituut, wordt geadviseerd om in overweging te nemen om de toepasselijkheid van de burgerlijke rechter te aanvaarden. Daarmee wordt bereikt dat de burgerlijke rechter direct inhoudelijk aan de kwestie toekomt, zonder dat eerst een langdurige en kostbare (voor)procedure moet worden gevoerd over de vraag wie bevoegd is om inhoudelijk over het geschil te oordelen. De burgerlijke rechter is in de regel goed in staat om inhoudelijk over het geschil te oordelen, zo nodig door inschakeling van een deskundige.
Hoge Raad
Op 21 september 2012 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over het arbitragebeding in algemene voorwaarden. Volgens de Hoge Raad kan een arbitragebeding voor een consument (slechts) onredelijke bezwarend zijn als dit volgt uit de concrete omstandigheden van het geval. Let dus goed op dat de concrete omstandigheden dus nog altijd reden voor discussie kunnen geven.
Arbitragebeding bij consumentenkoop onredelijk bezwarend
Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat het opnemen van een arbitraal beding in algemene voorwaarden in de bouw voor consumenten onredelijk bezwarend is. Het gevolg is dat het geschil tussen een consument en een aannemer/ontwikkelaar niet bij de Raad van Arbitrage aanhangig moet worden gemaakt, maar bij de rechtbank.De zaakKoper heeft met Bouwfonds een koop-/aanneemovereenkomst gesloten voor de bouw van een woning. De overeenkomst bevat onder meer een bepaling over geschillenbeslechting. In de...
Leestijd
Auteur artikel
José Jochemsen-Vernooij (uit dienst)
Gepubliceerd
19 september 2012
Laatst gewijzigd
16 april 2018