1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bereddingskosten art. 283K (oud)

Bereddingskosten art. 283K (oud)

Hoge Raad 15 april 2011, NJ 2011, 179, HDI-Gerling Verzekeringen c.s. / SGS Nederland B.V.In maart 1974 is door de SGS-Groep een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijfsactiviteiten gesloten. Die activiteiten bestonden onder meer uit vervoer en opslag. Onder deze polis is ook ICM mede verzekerd. De omschrijving van de dekking luidt aldus: Deze verzekering dekt het financieel nadeel van verzekerde, dat bestaat uit aan derden te verlenen vergoeding van vermogensschade of ander nadeel, waarvo...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 18 september 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Hoge Raad 15 april 2011, NJ 2011, 179, HDI-Gerling Verzekeringen c.s. / SGS Nederland B.V.

In maart 1974 is door de SGS-Groep een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijfsactiviteiten gesloten. Die activiteiten bestonden onder meer uit vervoer en opslag. Onder deze polis is ook ICM mede verzekerd. De omschrijving van de dekking luidt aldus: Deze verzekering dekt het financieel nadeel van verzekerde, dat bestaat uit aan derden te verlenen vergoeding van vermogensschade of ander nadeel, waarvoor hij wordt aangesproken op grond van bepalingen van burgerlijk recht of op grond van overeenkomsten, welke verband houden met zijn in de polis omschreven activiteiten.

In de loop van 2000 is gebleken dat een partij opgeslagen cacao mogelijk was vervuild door asbest, afkomstig uit verweerde dakplaten. In juni 2001 is de cacao gereinigd en verplaatst naar loodsen elders. ICM heeft de kosten daarvan ten bedrage van ruim € 700.000 betaald. Verzekeraars hebben ICM een uitkering op de polis geweigerd. In de door SGS aanhangig gemaakte procedure hebben rechtbank en hof de vordering van de verzekerde afgewezen. Het hof heeft kort samengevat geoordeeld dat de kosten niet zijn gemaakt in verband met een door verzekeraars gedekte potentiële aansprakelijkheid onder de logistieke aansprakelijkheidsverzekering en dat de gevorderde kosten niet zijn te kwalificeren als bereddingskosten in de zin van art. 273K oud.

De Hoge Raad stelt in cassatie vast, dat SGS niet de door het hof aangelegde maatstaf met betrekking tot de bereddingskosten in cassatie heeft bestreden. Het komt erop neer dat krachtens art. 283 kosten die een verzekerde heeft gemaakt ter voldoening aan zijn verplichting om het intreden van schade te voorkomen, voor vergoeding in aanmerking komen, als de verzekerde in redelijkheid heeft mogen aannemen dat sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar dat slechts door het treffen van bijzondere maatregelen kon worden weggenomen en als die maatregelen, die, ook als daartoe een andere verplichting bestond, ten bate van de verzekeraar moeten zijn genomen, redelijk en doelmatig zijn.

Verzekeraars hadden betwist dat er sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar. De asbestbesmetting van de zakken cacao was gering en beperkt tot de bovenste laag, de besmetting was restloos reinigbaar, er was bij het verplaatsen van de zakken naar elders geen bijzondere haast, er was geen afgifte van de cacao gevraagd, en de afgifte van gereinigde zakken cacao was ook mogelijk geweest. Bovendien had SGS als bewaarnemer en bekend met het fenomeen van asbest in opslagloodsen eerder voorzorgsmaatregelen behoren te nemen.

Het hof heeft, aldus de Hoge Raad, in zijn beslissing niet duidelijk gemaakt waarom de afgifte van de cacao, indien daarom gevraagd was, niet mogelijk was. Een en ander brengt met zich mee dat de Hoge Raad de beslissing van het hof vernietigt en de procedure voor een verdere behandeling en beslissing naar een aangrenzend gerechtshof verwijst.

Bronvermelding: Rubriek Rechtspraak in het verzekeringsarchief onderdeel Hoge Raad