1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beroep op zelfrealisatie moet gemotiveerd op eigen mérites worden beoordeeld

Beroep op zelfrealisatie moet gemotiveerd op eigen mérites worden beoordeeld

De gemeente Nijmegen heeft gronden nodig ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan “Laauwik”, dat voorziet in de bouw van ca. 1300 woningen. De gemeente had een beroep op zelfrealisatie verworpen met de algemene overweging dat reclamante over onvoldoende aaneengesloten grond beschikt om op efficiënte wijze tot planverwezenlijking te komen en dat het noodzakelijk is dat alle publieke voorzieningen binnen het plangebied worden gerealiseerd door één partij (de gemeente). Volgens de K...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 03 november 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De gemeente Nijmegen heeft gronden nodig ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan “Laauwik”, dat voorziet in de bouw van ca. 1300 woningen. De gemeente had een beroep op zelfrealisatie verworpen met de algemene overweging dat reclamante over onvoldoende aaneengesloten grond beschikt om op efficiënte wijze tot planverwezenlijking te komen en dat het noodzakelijk is dat alle publieke voorzieningen binnen het plangebied worden gerealiseerd door één partij (de gemeente). Volgens de Kroon mocht de raad tot onteigening besluiten, maar heeft de raad daarbij miskend dat een beroep op zelfrealisatie niettemin gemotiveerd op de eigen mérites dient te worden beoordeeld. 

De Kroon oordeelt dat het enkele feit dat het ontbreekt aan overeenstemming, waaraan een vermeende onbereidwilligheid van reclamante wordt verbonden om tot zelfrealisatie te komen, onvoldoende grond is om tot onteigening te besluiten. De raad is onvoldoende ingegaan op de vraag of de grondposities van reclamante, zonder dat sprake is van grondruil, al dan niet aan zelfrealisatie in de weg staan. De Kroon is evenwel van oordeel dat de raad tot onteigening van de gronden van reclamante heeft mogen besluiten, omdat deze zodanig zijn gelegen dat dit wegens het ontbreken van voldoende aaneengesloten gronden geen reële mogelijkheden biedt tot uitvoering van het bestemmingsplan. Dat geldt echter niet voor één gedeeltelijk in de onteigening begrepen perceel, omdat daarop wel degelijk een aantal (ca. 32) woningen door reclamant zelf kan worden gerealiseerd. Nu reclamant heeft aangegeven af te zullen zien van het zelf realiseren van de binnen de bestemming gelegen infrastructurele werken en bereid is om met de gemeente een exploitatieovereenkomst te sluiten, is goedkeuring aan de onteigening van dit perceel onthouden.

Reclamant heeft verder de urgentie van de onteigening betwist, gelet op de voorgeschreven fasering van de woningbouw en de financieel-economische crisis. De Kroon overweegt dat het tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort om de effecten van de financieel-economische crisis af te wegen tegen die welke het temporiseren of opschorten van de planontwikkeling met zich zouden brengen. De gemeente stelt zich op het standpunt dat de vraag naar woningen blijft, ondanks een terugval in de verkopen. Zij vertrouwt erop dat de woningverkoop weer zal toenemen zodra het vertrouwen in de economie is hersteld en dat dit herstel zich ruimschoots binnen de fasering van het plan zal hebben voorgedaan. Dit standpunt komt de Kroon niet onredelijk voor.

KB 1 oktober 2010, Stcrt. 16723, onteigening Nijmegen Laauwik