In het besluit is daarnaast voor ieder van die categorieën een eigen verdeling op grond van bepaalde breukdelen vastgesteld. Op vordering van een aantal appartementseigenaren die tegen het besluit heeft gestemd, vernietigt de rechter dit besluit. In hoger beroep heeft het hof dit vonnis bekrachtigd, omdat de vordering alleen kan worden afgewezen als deze appartementseigenaren geen schade lijden of hen een redelijke schadeloosstelling wordt aangeboden. Hiervan was geen sprake.
De feiten
Een besluit tot wijziging van de splitsingsakte wordt met de benodigde meerderheid van vier vijfden van het aantal stemmen aangenomen. Er zijn 215 stemmen voor en 49 stemmen tegen. De groep die tegengestemd heeft vordert vernietiging van het besluit op grond van artikel 5:140b van het Burgerlijk Wetboek. De rechter in eerste aanleg heeft de vordering toegewezen en het besluit vernietigd.
Redelijkheid en billijkheid
In hoger beroep beroept de VvE zich op de redelijkheid en billijkheid en het feit dat de rechtbank dit niet heeft meegenomen in haar oordeel om het besluit te vernietigen. Het hof oordeelt dat de verhouding tussen de VvE en haar leden mede door de redelijkheid en billijkheid wordt beheerst. Artikel 5:140b en de wetsgeschiedenis zijn echter heel duidelijk en geven de rechter weinig ruimte het besluit tot wijziging van de splitsingsakte volledig inhoudelijk te beoordelen. De rechter zal het besluit moeten vernietigen wanneer de vordering op grond van dit artikel wordt ingesteld en kan de vordering alleen afwijzen in geval de eiser geen schade lijdt of hem een redelijke schadeloosstelling wordt aangeboden en voor de betaling voldoende zekerheid is gesteld. Dit is een limitatieve opsomming blijkt uit de wetsgeschiedenis. Er is door de VvE geen aanbod tot schadeloosstelling gedaan, dus zal de rechter het besluit moeten vernietigen.
Vervangende machtiging
Het hof merkt nog op dat naast het besluit bij gekwalificeerde meerderheid de mogelijkheid is blijven bestaan om vervangende machtiging aan de kantonrechter te vragen. Het geschil tussen partijen, dat ziet op de verdeling van de kosten van de parkeergarage, kan in een dergelijke procedure wel inhoudelijk beoordeeld worden.