1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bestuurders in de zorg opgelet: Hoge Raad bevestigt hoge lat bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurders in de zorg opgelet: Hoge Raad bevestigt hoge lat bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurlijk Nederland hield zijn hart vast toen de Hoge Raad ongeveer twee  jaar geleden arrest wees in een zaak die draaide om de aankoop van een villa aan de Spaanse kust (HR 23 november 2012, NJ 2013/302). Een bestuurder van een vennootschap had zich gepresenteerd als specialist in wonen aan de Costa Brava en had een Nederlands stel er toe gebracht aan de Spaanse kust een half afgebouwde villa te kopen. Een aantal maanden later bleek de villa compleet te zijn afgebroken. Voor het stuk gron...
Leestijd 
Auteur artikel Tom van Malssen
Gepubliceerd 07 november 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018


Bestuurlijk Nederland hield zijn hart vast toen de Hoge Raad ongeveer twee  jaar geleden arrest wees in een zaak die draaide om de aankoop van een villa aan de Spaanse kust (HR 23 november 2012, NJ 2013/302). Een bestuurder van een vennootschap had zich gepresenteerd als specialist in wonen aan de Costa Brava en had een Nederlands stel er toe gebracht aan de Spaanse kust een half afgebouwde villa te kopen. Een aantal maanden later bleek de villa compleet te zijn afgebroken. Voor het stuk grond mochten namelijk helemaal geen bouwvergunningen worden afgegeven. Tijdens de procedure werd duidelijk dat de bestuurder hiervan op de hoogte was. De bestuurder werd aansprakelijk gesteld en veroordeeld.

Velen waren indertijd van mening dat deze veroordeling impliceerde dat de strenge normen voor het aannemen van bestuurdersaansprakelijkheid – inhoudende dat de bestuurder een “persoonlijk ernstig verwijt” moet kunnen worden gemaakt – niet zouden gelden als sprake is van schending van algemene zorgvuldigheidsnormen die zich niet rechtstreeks richten tot de bestuurder van een rechtspersoon. Voor het wel of niet kunnen aannemen van aansprakelijkheid van een bestuurder op grond van “gewone” onrechtmatige daad zou het, met andere woorden, sinds het zogenaamde “Spaanse villa-arrest” niet meer gaan om de vraag of de bestuurder wel of niet in de hoedanigheid van bestuurder heeft gehandeld, maar om de vraag of wel of geen sprake is van schending van een algemene zorgvuldigheidsnorm. Als de bestuurder een dergelijke norm heeft geschonden, zou daarmee zijn aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad vaststaan, ongeacht of hij wel of niet namens de rechtspersoon heeft gehandeld.

Niet iedereen was het met deze interpretatie eens. Een wat minder revolutionaire lezing van het arrest liet namelijk ook de, toegegeven, wat minder spannende conclusie toe dat de bestuurder op grond van “gewone” onrechtmatige daad aansprakelijk was gesteld en op grond van “gewone” onrechtmatige daad was veroordeeld omdat hij wél “gewoon” onzorgvuldig, maar niet in de hoedanigheid van bestuurder had gehandeld.

Hoe dit ook zij, het “Spaanse villa-arrest” heeft behoorlijk wat pennen van meer en minder gezaghebbende juristen in beweging gebracht en het was bepaald niet duidelijk of de Hoge Raad nu wel of niet suggereerde dat het verzwaarde bestuurdersaansprakelijkheidsregime in bepaalde gevallen niet van toepassing zou zijn.

Vooral voor bestuurders van zorginstellingen was deze conclusie onbevredigend. Zo werd niet al te lang  na het wijzen van het “Spaanse Villa-arrest” het conceptwetsvoorstel “bestuur en toezicht rechtspersonen” ter internetconsultatie aangeboden. Dit voorstel beoogt de kwaliteit van bestuur en toezicht bij stichtingen en verenigingen te verbeteren. Hiertoe zal onder andere in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek worden opgenomen dat (ook) bestuurders van stichtingen aansprakelijk kunnen zijn voor schade die het gevolg is van een onbehoorlijke taakuitoefening. Maar wat als een bestuurder bij de uitoefening van zijn taken een algemene zorgvuldigheidsnorm schendt? Is hij dan – in het licht van het “Spaanse villa-arrest” – niet gewoon aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad? En betekent dit dat in dat geval (dus) geen sprake hoeft te zijn van een “persoonlijk ernstig verwijt”?

In een zeer recent en door Selma van Ramele vanuit een andere invalshoek op onze Kennispagina besproken  arrest (5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628) schept de Hoge Raad in een algemene overweging duidelijkheid. Onder uitdrukkelijke verwijzing naar het Spaanse villa-arrest overweegt ons hoogste rechtscollege namelijk dat voor de vraag of de verzwaarde norm voor bestuurdersaansprakelijkheid moet worden toegepast (nog steeds) beslissend is of de bestuurder wel of niet in de hoedanigheid van bestuurder heeft gehandeld. Indien dat het geval is, dan kan slechts aansprakelijkheid worden aangenomen als de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Binnen de kaders van hun taakomschrijving handelende bestuurders van zorginstellingen kunnen dus weer even rustig ademhalen.