1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bestuurdersaansprakelijkheid voor betalingsonwil

Bestuurdersaansprakelijkheid voor betalingsonwil

Op 18 mei 2010 heeft het Hof Den Bosch een arrest gewezen waarbij een bestuurder in privé is veroordeeld tot betaling van een schuld van de vennootschap waarvan hij bestuurder was. Het Hof verweet de bestuurder, dat terwijl hij in 2005 al zeker wist dat er een boete van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) zou volgen, hij niet een substantieel bedrag van de voorhanden financiële middelen heeft gereserveerd en dat hij die gelden in plaats daarvan voor andere bestedingen heeft aangewend....
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 08 juli 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 18 mei 2010 heeft het Hof Den Bosch een arrest gewezen waarbij een bestuurder in privé is veroordeeld tot betaling van een schuld van de vennootschap waarvan hij bestuurder was. Het Hof verweet de bestuurder, dat terwijl hij in 2005 al zeker wist dat er een boete van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) zou volgen, hij niet een substantieel bedrag van de voorhanden financiële middelen heeft gereserveerd en dat hij die gelden in plaats daarvan voor andere bestedingen heeft aangewend.



In 2005 heeft de NMA aangekondigd dat ze de vennootschap waarvan X bestuurder was een boete zouden opleggen. Op 12 oktober 2005 heeft X namens de vennootschap aan de NMA een keuze tot deelname aan de zogenaamde ‘versnelde procedure’ kenbaar gemaakt. Dit houdt in het afzien van gehele of gedeeltelijke betwisting van de aan de vennootschap verweten feiten in ruil voor een vermindering van de op te leggen boete met 15%. Voor X en de vennootschap was op dat moment dus duidelijk dat een boete zou volgen, wat in augustus 2006 ook gebeurde.

De vennootschap heeft echter vóór augustus 2006, zo blijkt uit de jaarstukken, selectieve betalingen gedaan en zo middelen aan de vennootschap onttrokken totdat er niet genoeg middelen overbleven om de boete van de NMA te betalen. De bestuurder X heeft als de vertegenwoordiger van de vennootschap de betalingen verricht.

Het Hof oordeelt dat de bestuurder, door zo te handelen, heeft bewerkstelligt dat de vennootschap die in 2005 wel kon of zou kunnen betalen, zonder gegronde redenen in augustus 2006 niet betaalt en geen verhaal biedt. Het handelen van de bestuurder wordt door het Hof als betalingsonwil gekwalificeerd. Doordat de bestuurder daarvan in deze casus een ernstig verwijt kan worden gemaakt leidt deze betalingsonwil tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder ten opzichte van de schuldeiser, in dit geval de NMA. De bestuurder is persoonlijk aansprakelijk voor het deel van de boete dat de NMA niet meer op de vennootschap kan verhalen, tenzij hij nog kan bewijzen dat het onvoldaan en onverhaald blijven van de boete van de NMA niet in belangrijke mate het gevolg is van een aan X persoonlijk te verwijten onrechtmatig handelen als bestuurder. Het is ernstig de vraag of X er in kan slagen het benodigde tegenbewijs te leveren om de persoonlijke aansprakelijkheid te ontlopen.