1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Boycot van landbouwproducten en het kartelverbod

Boycot van landbouwproducten en het kartelverbod

Als gevolg van de Russische boycot van Europese landbouwproducten, dreigt de prijs van deze producten in te storten door de afgenomen vraag. In verband hiermee roept  Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland, in een interview met RTL Z het kabinet op om te kijken naar de mededingingswetgeving. Volgens Maat moeten er 'onorthodoxe' afspraken gemaakt kunnen worden over de prijzen van de landbouwproducten die door de boycot worden getroffen. In dit artikel wordt uiteengezet welke ruimte de m...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 11 augustus 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Als gevolg van de Russische boycot van Europese landbouwproducten, dreigt de prijs van deze producten in te storten door de afgenomen vraag. In verband hiermee roept  Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland, in een interview met RTL Z het kabinet op om te kijken naar de mededingingswetgeving. Volgens Maat moeten er 'onorthodoxe' afspraken gemaakt kunnen worden over de prijzen van de landbouwproducten die door de boycot worden getroffen. In dit artikel wordt uiteengezet welke ruimte de mededingingsregels bieden om de gevolgen van de boycot te lijf gaan.

Mededinging in de landbouw
Dat ook de landbouwsector rekening moet houden met de mededingingsregels zal niet verbazen. Omdat de landbouw volgens de Europese wetgever  toch een aparte sector is, geldt er in de landbouw wel een afwijkend mededingingsregime. In het artikel Mededinging in de landbouw, een nieuwe opzet wordt dit regime uiteengezet.

Voor de meeste landbouwproducten die door de Russische boycot worden getroffen geldt een gemeenschappelijke marktordening (GMO). Op grond van artikel 209 Vo 1308/2013, de integrale GMO-verordening,  is het kartelverbod niet van toepassing op overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen:

  1. die vereist zijn voor de verwezenlijking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, of

  2. van landbouwondernemers, verenigingen van landbouwondernemers of verenigingen van deze verenigingen binnen één lidstaat en die betrekking hebben op de voortbrenging of de verkoop van landbouwproducten of het gebruik van gemeenschappelijke installaties voor het opslaan, behandelen of verwerken van landbouwproducten.


 

Ten aanzien van beide uitzonderingen geldt dat de overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen:
a)      niet de verplichting mogen inhouden een bepaalde prijs toe te passen, of
b)      de mededinging mogen uitsluiten.

Veel afspraken zijn toegestaan ondanks het kartelverbod…, maar duidelijk is dat prijsafspraken niet zijn toegestaan.

Mededinging in crisistijd
In 2009 liet de bestuursvoorzitter van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in een persbericht nog weten dat de economische crisis geen vrijbrief is voor verboden afspraken. Volgens de bestuursvoorzitter mogen ondernemers best bij elkaar gaan zitten om te bespreken hoe om te gaan met de economische crisis. “Het wordt wel een probleem als daar ongeoorloofde afspraken uit voortvloeien die de concurrentie beperken, bijvoorbeeld door met elkaar prijzen te bepalen of de markt te verdelen.” Aangenomen moet worden dat de Russische boycot ook voor de Autoriteit Consument en Markt (ACM), de opvolger van de NMa, niet als een rechtvaardiging zal worden aangemerkt om het kartelverbod te overtreden.

Op de site van LTO Nederland staat dat er op 11 augustus 2014 een overleg is met VNO/NCW en MKB Nederland “om als gezamenlijke ketenpartijen een gemeenschappelijke aanpak af te spreken. […] Doel van het overleg is om afspraken te maken om te voorkomen dat prijzen enorm gaan dalen. Het stabiliseren van de marktprijs is één doel van LTO.” Gelet op het voorgaande doen de betrokken partijen er goed aan bij hun overleg uitdrukkelijk rekening te houden met het kartelverbod. Prijsafspraken zijn immers niet toegestaan.

In het Reformatorisch Dagblad stelt Nico van Ruiten, voorzitter van LTO Noord, dat hij ook toestemming wil voor een crisiskartel. De vraag is of dit dé oplossing is. Een crisiskartel is namelijk een overeenkomst gericht op het structureel verminderen van de overcapaciteit in een noodlijdende sector. De op dit moment dreigende marktverstoring is niet structureel, maar grotendeels het gevolg van de Russische boycot. Het ligt voor de hand dat de boycot over enige tijd weer wordt ingetrokken. Dan herstelt de vraag zich weer. Het afbouwen van overcapaciteit om de gevolgen van de Russische boycot het hoofd te bieden ligt dus niet voor de hand. Bovendien moet bedacht worden dat het verminderen van de capaciteit door bijvoorbeeld het opkopen van een concurrenten wordt geacht een mededingingsbeperkend doel te hebben. Dit heeft de Rechtbank Rotterdam recent nog bevestigd in het kader van het meelkartel.

Ernstige marktverstoring
Het valt niet te ontkennen dat de markt voor landbouwproducten ernstig verstoord dreigt te raken. De Volkskrant meldt bijvoorbeeld dat een kilo tomaten momenteel 0 tot 10 cent opbrengt, waar 50 tot 60 cent normaal zou zijn. Juist voor deze situaties kan de Europese Commissie op grond van artikel 222 Vo 1308/2013 verklaren dat het kartelverbod niet van toepassing is op overeenkomsten en besluiten van erkende producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en erkende brancheorganisaties. Deze overeenkomsten en besluiten mogen enkel tot doel hebben de betrokken sector te stabiliseren en moeten betrekking hebben op:

a)      het uit de markt nemen of gratis verstrekken van hun producten;
b)      bewerking en verwerking;
c)      opslag door particuliere marktdeelnemers;
d)      gezamenlijke afzetbevorderingsmaatregelen;
e)      overeenkomsten inzake kwaliteitseisen;
f)      gezamenlijke inkoop van productiemiddelen die nodig zijn om de verspreiding van plagen en ziekten in dieren en planten in de Unie tegen te gaan, of van productiemiddelen die nodig zijn om de gevolgen van natuurrampen in de    Unie te bestrijden.

Het is van belang op te merken dat de hiervoor genoemde collectieve acties van marktpartijen een aanvulling moeten vormen op het optreden van de Europese Unie. Dit betekent dat de Europese Commissie alleen dan het kartelverbod buiten toepassing kan verklaren indien zij zelf eerst maatregelen heeft vastgesteld:
i)      ter bestrijding van marktverstoringen;
ii)     waarbij producten in het kader van een openbare interventie zijn aangekocht, of
iii)    waarbij steun voor particuliere opslag is verleend.

Slot
De door Vo 1308/2013 geboden mogelijkheid om het kartelverbod buiten toepassing te verklaren is nieuw. In de voorgaande GMO-verordeningen kwam deze mogelijkheid niet voor. Er zijn dus geen voorbeelden waar het kartelverbod buiten toepassing is verklaard. Dit betekent niet de Europese Commissie tijdens crises nooit heeft ingegrepen. Tijdens de EHEC-crisis in 2011 kwam de Europese Commissie bijvoorbeeld met een noodfonds en konden landbouwondernemers in aanmerking komen voor Europese steun om producten uit markt te nemen en te laten vernietigen. Het is afwachten wat de Europese Commissie thans gaat doen. De bal ligt in ieder geval in Brussel, niet in Den Haag!