1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Claims wegens misleidende productsamenstelling

Claims wegens misleidende productsamenstelling

Reclame-uitingen die zien op product samenstellingen kunnen misleidend zijn en dus verboden worden. Volgens de wet (art. 6:194 BW, art. 6:193a ev. BW en artikel 6:194a BW) en de Nederlandse Reclame Code mogen reclameuitingen niet misleiden, onder meer niet betreffende de aard van een product zoals de samenstelling ervan.In een recente zaak over de reclame voor een 5-pack Pierre Cardin Boxershorts worden deze producten aangeprezen met onder meer de mededeling “Hoge katoengehalte”. De klacht te...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 23 augustus 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Reclame-uitingen die zien op product samenstellingen kunnen misleidend zijn en dus verboden worden. Volgens de wet (art. 6:194 BW, art. 6:193a ev. BW en artikel 6:194a BW) en de Nederlandse Reclame Code mogen reclameuitingen niet misleiden, onder meer niet betreffende de aard van een product zoals de samenstelling ervan.

In een recente zaak over de reclame voor een 5-pack Pierre Cardin Boxershorts worden deze producten aangeprezen met onder meer de mededeling “Hoge katoengehalte”. De klacht tegen deze reclame is dat deze uiting misleidend is, omdat in de advertentie is vermeld dat de boxershorts een hoog katoengehalte hebben, terwijl op de website van adverteerder bij de productinformatie staat dat het gebruikte materiaal voor 92% uit polyester en voor 8% uit elasthaan bestaat.

De reclamecode commissie oordeelt dat de uiting inderdaad gepaard gaat met onjuiste informatie over de samenstelling van de stof waarvan de boxershorts zijn gemaakt. 'Anders dan uit de uiting volgt, bestaan de boxershorts niet mede uit (een hoog gehalte) katoen', aldus de RCC. Aldus gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het oordeel luidt dat hierdoor de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Om deze reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Adverteerder heeft de fout weliswaar erkend, maar niet gesteld dat maatregelen zijn getroffen om herhaling te voorkomen.

Deze zaak laat zien dat adverteerders zorgvuldig moeten omgaan met deze reclameregels om claims wegens misleidende productsamenstellingen te voorkomen.

Joost Becker, advocaat reclamerecht