1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Compensatie bij vertraging vliegreis

Compensatie bij vertraging vliegreis

In de literatuur en rechtspraak heerst al enige tijd discussie over de vraag of passagiers bij een vertraagde vliegtuigvlucht recht hebben op een geldelijke compensatie. Uit de Europese Verordening inzake Passagiersrechten (nr. 261/2004) die de regels op dit punt vaststelt, vloeit een dergelijk recht niet rechtstreeks voort. Op grond van deze Verordening namelijk bestaat een recht op compensatie alleen in geval van annulering van de vlucht dan wel een instapweigering. Het Hof van Justitie va...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 23 januari 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In de literatuur en rechtspraak heerst al enige tijd discussie over de vraag of passagiers bij een vertraagde vliegtuigvlucht recht hebben op een geldelijke compensatie. Uit de Europese Verordening inzake Passagiersrechten (nr. 261/2004) die de regels op dit punt vaststelt, vloeit een dergelijk recht niet rechtstreeks voort. Op grond van deze Verordening namelijk bestaat een recht op compensatie alleen in geval van annulering van de vlucht dan wel een instapweigering.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (EG) echter heeft in zijn zogenaamde Sturgeon-uitspraak van 19 november 2009 geoordeeld dat passagiers bij vertraging ook een recht op geldelijke compensatie hebben. Het Hof baseert zich hierbij op de Verordening. Volgens het Hof dient een vliegtuigmaatschappij een passagier van een vlucht te compenseren indien de vlucht meer dan drie uur is vertraagd, tenzij de vertraging veroorzaakt is door buitengewone omstandigheden.

Na de Sturgeon-uitspraak zijn in heel Europa passagiers met een vertraagde vlucht in groten getale juridische procedures gestart tegen de vliegtuigmaatschappijen om op grond van deze uitspraak een vergoeding te krijgen bij een vertraagde vlucht. De vliegtuigmaatschappijen zijn het niet eens met de uitkomst van de Sturgeon-uitspraak, met als belangrijkste reden dat de Verordening zelf geen recht geeft op compensatie en het Hof van Justitie EG zijn boekje te buiten is gegaan door dit recht wel in de Verordening in te lezen.

Op 19 januari 2012 heeft de kantonrechter te Eindhoven in een door de passagiers aangespannen procedure een beschikking gegeven, waarin de kantonrechter oordeelt dat het Hof van Justitie EG niet de Europese wetgever is en zijn arresten dus geen recht kunnen scheppen. De vordering van de passagiers wordt afgewezen.

Met deze uitspraak wordt aan het belangrijkste bezwaar van de vliegtuigmaatschappijen tegemoet gekomen. Het is afwachten of het Hof van Justitie EG, zodra het daartoe de kans krijgt, tevens tot de conclusie komt dat het zijn boekje te buiten is gegaan. Tot die tijd zullen er waarschijnlijk nog vele uitspraken volgen.