1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Contractuele boete en geen schadevergoeding door onduidelijke algemene voorwaarden

Contractuele boete en geen schadevergoeding door onduidelijke algemene voorwaarden

De rechtbank Utrecht heeft op 22 juni 2011 in een geschil over het zonder toestemming gebruiken van een huisstijl beslist dat de gevorderde schadevergoeding niet kan worden toegewezen vanwege een onduidelijke bepaling in de algemene voorwaarden.Het betreft een geschil tussen het designbureau SVT Branding & Design Group en de exploitant van de Mediq-apotheekformule. Het designbureau had onder andere een huisstijl en winkelformule ontwikkeld en hierop aan Mediq een licentie voor gebruik in...
Leestijd 
Auteur artikel Mark Jansen
Gepubliceerd 23 juni 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De rechtbank Utrecht heeft op 22 juni 2011 in een geschil over het zonder toestemming gebruiken van een huisstijl beslist dat de gevorderde schadevergoeding niet kan worden toegewezen vanwege een onduidelijke bepaling in de algemene voorwaarden.

Het betreft een geschil tussen het designbureau SVT Branding & Design Group en de exploitant van de Mediq-apotheekformule. Het designbureau had onder andere een huisstijl en winkelformule ontwikkeld en hierop aan Mediq een licentie voor gebruik in Nederland verstrekt. Mediq gebruikte vervolgens deze ontwerpen ook in andere landen en werd hierop door SVT op grond van auteursrechtinbreuk en contractsschending in rechte aangesproken.

Rechter: inbreuk auteursrecht en schending contractuele verplichtingen

De rechter komt (kort gezegd) tot de conclusie dat er sprake is van schending van het auteursrecht van SVT en dat voor wat betreft veel van de in het buitenland gebruikte ontwerpen, Mediq haar contractuele plichten ten opzichte van SVT heeft geschonden. De verdere nuances rond die auteursrechtelijke en contractuele kwestie laat ik in dit bericht even buiten beschouwing.

Wettelijke hoofdregel: boete in plaats van schadevergoeding

De vraag is welke schade SVT door deze schendingen van Mediq heeft geleden. Relevant in dat kader is dat SVT in haar algemene voorwaarden een boeteclausule had staan. In de wet staat in artikel 6:92 lid 2 BW dat het bedrag dat op grond van een boeteclausule verschuldigd is, in de plaats treedt van de normale regels omtrent schadevergoeding. Met andere woorden: de wet bepaalt dat bij schade alleen de overeengekomen boete kan worden gevorderd, hoe hoog de werkelijke schade ook is. Het is toegestaan van die wettelijke regel af te wijken, zodat en de werkelijk geleden schade en de overeengekomen boete kunnen worden gevorderd, maar dit moet dan wel tussen partijen worden overeengekomen.

In algemene voorwaarden afgeweken van wettelijke hoofdregel?

Daarmee was de vraag of er in dit geval inderdaad tussen partijen van die wettelijke regel is afgeweken. In de algemene voorwaarden van SVT stond de volgende bepaling (nadruk MJ):
5.2 In geval niet overeengekomen ruimer of ander gebruik (...), heeft de ontwerper recht op een vergoeding wegens inbreuk op zijn/haar rechten van tenminste drie maal het overeengekomen honorarium, althans een vergoeding die in redelijkheid en billijkheid in verhouding staat tot de gepleegde inbreuk, onverminderd het recht van de ontwerper een vergoeding voor de daadwerkelijk geleden schade te vorderen

Rechtbank: afwijking van hoofdregel onvoldoende duidelijk

De rechtbank oordeelt dat deze passage onduidelijk is omdat hij voor tweeerlei uitleg vabaat is en dat om die reden de clausule in het voordeel van Mediq moet worden uitgelegd:
De bepaling kan uitgelegd worden als een regeling die schadevergoeding naast de contractuele boete uitsluit, maar ook als een bepaling die een dergelijke samenloop wel toelaat. In een dergelijk geval, waarin de strekking van het boetebeding niet duidelijk is, dient de bepaling in het voordeel van de schuldenaar te worden uitgelegd (Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW p. 322). Dit betekent dat artikel 5.2 van de algemene voorwaarden in die zin moet worden uitgelegd dat daarmee niet is beoogd af te wijken van het wettelijke uitgangspunt dat de verbeurde contractuele boete in de plaats treedt van de verschuldigde schadevergoeding.

SVT krijgt in dit geval dus "slechts" het bedrag van de contractuele boete toegewezen (ruim 1,8 miljoen euro). De vordering met betrekking tot de door haar geleden schade (door SVT zelf begroot op ruim 1 miljoen euro) wordt afgewezen.

Commentaar

Is de clausule nu werkelijk zo onduidelijk? Wanneer het woord "onverminderd" wordt vervangen door de betekenis die het volgens het online woordenboek Van Dale heeft, dan staat er:
5.2 In geval niet overeengekomen ruimer of ander gebruik (...), heeft de ontwerper recht op een vergoeding wegens inbreuk op zijn/haar rechten van tenminste drie maal het overeengekomen honorarium, althans een vergoeding die in redelijkheid en billijkheid in verhouding staat tot de gepleegde inbreuk, onder handhaving van het recht van de ontwerper een vergoeding voor de daadwerkelijk geleden schade te vorderen. 

Naar mijn oordeel is de clausule toch nauwelijks anders te lezen dan dat bij niet overeengekomen gebruik van de ontwerpen in ieder geval een boete verschuldigd is en dat de ontwerper zich het recht voorbehoudt om daarnaast ook nog de daadwerkelijk geleden schade te vorderen.

Clausules zoals hiervoor aangehaald komen in vele algemene voorwaarden voor en tot nu toe werd vaak aangenomen dat deze voldoende duidelijk zijn. Wanneer dit oordeel van de rechtbank Utrecht ook door andere rechtbanken gaat worden gehanteerd en/of wanneer dit oordeel in hoger beroep stand houdt, leidt dit er waarschijnlijk toe dat vele sets algemene voorwaarden gaan worden aangepast om nog duidelijker op te schrijven dat bij wanpresteren naast de contractuele boete ook de werkelijk geleden schade kan worden gevorderd. Het is dus afwachten hoe deze andere rechtbanken of zelfs gerechtshoven over dergelijke clausules gaan oordelen.