Algemeen
De continuïteitsbijdrage is bedoeld voor zorgaanbieders die zorg verlenen die op dit moment valt onder de basisverzekering of de aanvullende zorgverzekering. De regeling geldt voor vrijwel alle zorgaanbieders die een jaarlijkse omzet hebben lager dan 10 miljoen euro. Met zorgaanbieders met een omzet van meer dan 10 miljoen euro en enkele andere aangeduide zorgaanbieders worden meer specifieke afspraken gemaakt. Ook voor zorgaanbieders die werkzaam zijn in de geestelijke gezondheidszorg wordt een aangepaste regeling getroffen.
De continuïteitsbijdrage
De hoogte van de continuïteitsbijdrage die een zorgaanbieder ontvangt, hangt af van het verschil tussen zijn ‘normomzet’ en ‘gerealiseerde omzet’. De normomzet is de gemiddelde omzet per maand en wordt berekend door de jaaromzet van verzekerde zorg van de zorgaanbieder in 2019 te delen door 12 en vervolgens op te hogen met de zorgkosteninflatie. Bij niet-gecontracteerde aanbieders wordt gerekend met de gemiddeld gecontracteerde tarieven. Het verschil tussen de normomzet en gerealiseerde omzet wordt vermenigvuldigd met een vast percentage dat per sector is vastgesteld, de continuïteitsbijdrage. Er wordt alleen een continuïteitsbijdrage uitgekeerd als de bijdrage boven een drempelwaarde van € 50,- per maand uitkomt.
De continuïteitsbijdrage kan worden aangevraagd via de Uitvraagmodule in het Zorginkoop-portaal van VECOZO, op de AGB-code van de onderneming. De bijdrage kan in elk geval worden aangevraagd gedurende de huidige looptijd van de regeling, dus tot en met 30 juni 2020.
Inhaalzorg
Reguliere zorg wordt volledig vergoed. Verwacht wordt echter dat zorgaanbieders die in de maanden maart t/m juni 2020 minder zorg dan gebruikelijk hebben geleverd, in de maanden daarna extra zorg (bovenop de normomzet) gaan leveren om de gemiste zorg in te halen. Als dat inderdaad het geval is en er dus een inhaaleffect optreedt, dan wordt de inhaalzorg niet volledig vergoed. Deels zijn de kosten van die zorg immers al gedekt door de continuïteitsbijdrage. Uitsluitend zorg die zorg die ‘extra’ wordt geleverd, bovenop de normomzet, wordt gekwalificeerd als inhaalzorg. Voor deze zorg geldt een aangepast vergoeding. De aangepaste vergoeding voor inhaalzorg geldt voor maximaal 6 maanden na de laatste betaling van de continuïteitsbijdrage en stopt indien de som van de eerder verstrekte continuïteitsbijdrage is bereikt. Daarna ontvangen zorgaanbieders dus weer een volledige vergoeding, ook als het om ‘inhaalzorg’ (zorg boven de normomzet) gaat. De hele continuïteitsbijdrage is dan immers reeds terugbetaald middels de inhaalzorg.
Regels en voorwaarden
Alle regels en voorwaarden rondom (het ontvangen van) de continuïteitsbijdrage, zijn vastgelegd in het document ‘Addendum bij een zorgovereenkomst CB’ (voor gecontracteerde zorgaanbieders) en de documenten ‘Betaalovereenkomst continuïteitsbijdrage’ en ‘Addendum bij een betaalovereenkomst CB’ (voor niet-gecontracteerde aanbieders). Bij bestudering van deze documenten valt een aantal zaken op. Ik licht hieronder vijf belangrijke punten toe.
Zorgverzekeraars kunnen aanbieders uitsluiten / de overeenkomst ontbinden
De mogelijkheden van de zorgverzekeraar om zorgaanbieders uit te sluiten van de regeling of de overeenkomt te ontbinden zijn ruim. De gevolgen daarvan zijn aanzienlijk, bijvoorbeeld een direct opeisbare ongedaanmakingsverplichting bij ontbinding, waarbij de gehele continuïteitsbijdrage kan worden teruggevorderd of worden verrekend met alle zorgverzekeraars in een groep.
Aanpassen juridische structuur en overdrachten rechten onmogelijk
Zorgaanbieders kunnen hun vorderingsrechten inzake de continuïteitsbijdrage niet overdragen aan een andere rechtspersoon. Daarnaast mag de zorgaanbieder geen wijziging aanbrengen in de juridische structuur van de praktijk. Dit geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 maart.
Inzage in financiële positie
Zorgaanbieders moeten inzage geven in hun (financiële) positie zodat de zorgverzekeraar kan vaststellen of voldaan is aan de voorwaarden voor verstrekking van de continuïteitsbijdrage. Dit artikel is heel algemeen geformuleerd en biedt zorgverzekeraars vrij veel ruimte.
Meer gevolgen formele / materiële controle bij niet-gecontracteerde zorg
In de Betaalovereenkomst is opgenomen dat zorgverzekeraars na een materiële controle niet alleen het bedrag aan onrechtmatige / ondoelmatige declaraties mogen terugvorderen / verrekenen, maar ook de gemaakte onderzoekskosten – een en ander te bepalen door de zorgverzekeraar. Verrekening mag ook plaatsvinden met alle zorgverzekeraars binnen een groep. Dit geeft zorgverzekeraars dus ruimere bevoegdheden.
Samenloop NOW
Zorgaanbieders die aanspraak maken op een continuïteitsbijdrage kunnen daarnaast een beroep doen op de NOW-regeling. De ontvangen continuïteitsbijdrage moet echter wel worden opgeteld bij de omzet, waardoor de omzetderving (en daardoor de vergoeding op basis van de NOW-regeling) lager zal uitvallen. Het heeft de voorkeur dat zorgaanbieders voor financiële ondersteuning eerst een beroep doen op continuïteitsbijdrage-regeling, maar dit is niet verplicht. Zorgaanbieders die géén geen aanspraak maken op een continuïteitsbijdrage kunnen dus alsnog een beroep doen op de NOW-regeling.
Conclusie
Of het lonend is gebruik te maken van de continuïteitsbijdrage-regeling zal onder meer afhangen van de liquiditeitspositie van een zorgaanbieder, het verschil tussen de normomzet en de gerealiseerde omzet, en de verwachte hoeveelheid inhaalzorg. Bedacht dient te worden dat de continuïteitsbijdrage uiteindelijk eerder een lening is die later (middels inhaalzorg) wordt terugbetaald, dan een gift. Wel kan de continuïteitsbijdrage zorgaanbieders die door de coronacrisis in zwaar weer zijn geraakt, net dat steuntje geven dat nu nodig is om de continuïteit van zorg te waarborgen. En dat is natuurlijk precies waarvoor de regeling is bedoeld.