1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De komst van een (openbaar!) UBO-register

De komst van een (openbaar!) UBO-register

Vorig jaar wezen wij u er in dit artikel al op dat er in Nederland -evenals in andere lidstaten van de Europese Unie- een register komt met informatie over de uiteindelijk belanghebbenden van organisaties (‘ultimate benificial owners’; afgekort: UBO’s).
Leestijd 
Auteur artikel Karin Harmsen
Gepubliceerd 07 maart 2016
Laatst gewijzigd 31 mei 2022
Vorig jaar wezen wij u er in dit artikel al op dat er in Nederland -evenals in andere lidstaten van de Europese Unie- een register komt met informatie over de uiteindelijk belanghebbenden van organisaties (‘ultimate benificial owners’; afgekort: UBO’s). In dit zogenaamde UBO-register, dat voortvloeit uit de Europese (vierde) anti-witwasrichtlijn van 20 mei 2015, komt informatie te staan over de natuurlijke personen die, al dan niet achter de schermen, bij een vennootschap of een andere juridische entiteit ‘aan de touwtjes trekken’.

Recente ontwikkelingen
Onlangs heeft de Minister van Financiën in een kamerbrief de contouren van het UBO-register bekend gemaakt. Het meest in het oog springend is de keuze voor een openbaar toegankelijk register. Waar gegevens van UBO’s nu überhaupt niet bekend zijn, kunnen deze gegevens straks door eenieder worden opgevraagd. Een keuze waarmee menig UBO niet erg gelukkig zal zijn… Maar ook andere belanghebbende instanties maken zich zorgen over de afnemende privacy van UBO’s.

De kwalificatie als UBO
Als UBO kwalificeert ieder natuurlijk persoon die, al dan niet achter de schermen, bij een vennootschap of een andere juridische entiteit (zoals een vof, maatschap) formele of feitelijke zeggenschap heeft (‘aan de touwtjes trekt’). Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of hiervan sprake is, maar indicaties voor het vereiste van formele of feitelijke zeggenschap zijn: een belang van meer van 25% in eigendom, aandelen of stemrechten of de bevoegdheid om bestuurders te ontslaan. Indien op basis van deze indicaties geen UBO kan worden gevonden, kan zelfs iemand uit het hogere, leidinggevende personeel kwalificeren als UBO.

De informatie wordt openbaar toegankelijk
De richtlijn beschrijft zowel de mogelijkheid van een volledig openbaar register als de mogelijkheid van toegang voor enkel bepaalde categorieën personen (zoals financiële toezichthouders en banken, advocaten en notarissen en personen met een legitiem belang dat verband houdt met het tegenaan van witwassen en financieren van terrorisme of aanverwante delicten). Met de kamerbrief is dus duidelijk geworden dat de Minister streeft naar de eerste optie: een voor iedereen toegankelijk, openbaar UBO-register.

Nadelige gevolgen en waarborgen
Waar UBO’s tot op heden onzichtbaar achter de schermen kunnen opereren, zullen hun gegevens met de invoering van het UBO-register dus openbaar worden. Dit heeft nadelige gevolgen voor de privacy en de persoonlijke levenssfeer van UBO’s en vergroot de kans op bijvoorbeeld kidnapping en chantage. De Minister onderkent deze nadelen en stelt in verband daarmee vier zogenaamde privacywaarborgen voor: (i) eenieder die het register wenst in te zien zal worden geregistreerd, (ii) voor inzage wordt een vergoeding gevraagd, (iii) men krijgt enkel inzage in een beperkt aantal gegevens over de UBO en (iv) van geval tot geval wordt zorgvuldig beoordeeld of gegevens van UBO’s moeten worden afgeschermd in verband met het risico op kidnapping, chantage, geweld of intimidatie. Of deze waarborgen de UBO afdoende bescherming bieden, is echter maar zeer de vraag.

De geregistreerde gegevens
De geregistreerde UBO-gegevens die door eenieder bij de beherende instantie (waarschijnlijk de Kamer van Koophandel) kunnen worden opgevraagd zijn:

  1. Naam

  2. Geboortemaand

  3. Geboortejaar

  4. Nationaliteit

  5. Woonstaat

  6. Aard en omvang van het gehouden economische belang


Specifiek aangewezen instanties kunnen tevens aanvullende gegevens opvragen. Te denken valt aan het woonadres van de UBO en het BSN-nummer.

Vervolg
De door de Minister gegeven contouren moeten nog worden uitgewerkt in een (concept-) wetsvoorstel. Daartoe zal eerst overleg worden gevoerd met de betrokken organisaties en volgt een internetconsultatie waarbij betrokkenen hun standpunten inzake de voorgestelde contouren van het UBO-register kenbaar kunnen maken. Vermoedelijk zullen de nodige instanties deze mogelijkheid aangrijpen om hun kritiek op het voorstel te uiten.

Het centraal aandeelhoudersregister
Overigens besluit de Minister de ontwikkeling en invoering van een centraal aandeelhoudersregister na ruim vijf jaar stil te leggen en aan te houden tot het UBO-register verder is ontwikkeld. Hoewel beide registers hetzelfde doel nastreven, zou gelijktijdige ontwikkeling voor knelpunten in de uitvoerbaarheid en betaalbaarheid zorgen. Omdat voor het UBO-register een uiterlijke invoeringsdatum geldt, te weten 26 juni 2017, geeft de Minister aan het UBO-register prioriteit.