Op 1 augustus jl. is de nieuwe subsidieregeling Regels Gelderland Sport 2012 in werking getreden. Deze subsidieregeling maakt subsidie mogelijk voor activiteiten in Gelderland die zich richten op de ontwikkeling van Gelderland als sportland. Het gaat daarbij om de vijf kernsporten: atletiek, de hippische sport, wielersport, volleybal en judo.
De subsidieregeling
De subsidieregeling is onderverdeeld in drie inhoudelijke deelprogramma’s. Als eerste de vitale samenleving. Hierbij gaat het om het ondersteunen van projecten die de sportieve activiteiten van de jeugd en senioren vergroten of stimuleren. Het tweede deelprogramma ziet op excellente prestaties, waarmee Gelderland de ontwikkeling van sporttalenten wil bevorderen. Er kan bijvoorbeeld subsidie verleend worden voor het oprichten van opleidingscentra en het opleiden van begeleiders. Tot slot is er het programma voor activiteiten met een economische impact. De subsidie die onder dit deelprogramma wordt verleend is bedoeld voor het houden van sportevenementen en voor het ontwikkelen van nieuwe kennis of innovatie.
In de subsidieregeling zijn maximumbedragen per aanvraag opgenomen, waarbij eveneens is bepaald dat de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten zal bedragen met een maximum van € 100.000,- per activiteit. Verder is bepaald dat de subsidie per aanvrager nooit boven de toegestane deminimissteun mag uitkomen.
Staatsteun
Staatssteun en sport
Wil er sprake kunnen zijn van staatssteun, dan zal er in de eerste plaats sprake moeten zijn van de begunstiging van bepaalde ondernemingen, aldus artikel 107 VWEU. Onder een onderneming valt iedere eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm of wijze waarop zij gefinancierd wordt. In dat kader wordt met ‘economische eenheid’ bedoeld het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt.
Ook binnen de sport kan er sprake zijn van het uitoefenen van een economische activiteit. Dit is bijvoorbeeld het geval als een professionele sportclub kaarten verkoopt voor een evenement of reclamerechten verkoopt. Als een eigenaar of exploitant van een sportfaciliteit deze verhuurd aan gebruikers, is er daarmee eveneens sprake van een economische activiteit.
Ook moet er sprake zijn van een interstatelijk effect; de steun moet invloed hebben op de tussenstaatse handel. Bij concurrentie tussen sportclubs is hiervan doorgaans sprake. Bij de exploitatie van sportfaciliteiten bijvoorbeeld is de locatie van de faciliteit ten opzichte van de landsgrens van belang.
Staatssteun en infrastructuur
In haar beschikking van 9 november 2011 heeft de Europese Commissie uitgebreid uiteengezet hoe staatssteun voor met name infrastructuur in de sportsector moet worden beoordeeld. Belangrijk is dat er ten aanzien van infrastructuur sprake is van toetsing op drie onderscheiden niveaus: (i) het niveau van de eigenaar van een sportfaciliteit, (ii) op dat van de exploitant en als laatste (iii) bij de gebruiker van een sportfaciliteit. Op al deze niveaus moet getoetst worden of er sprake is van staatssteun. Door toetsing op deze verschillende niveaus is het mogelijk dat er meerdere begunstigden zijn van één subsidie, omdat het effect van de steun wordt doorgegeven. Een voorbeeld hiervan is wanneer de gebruiker van een faciliteit hier minder voor hoeft te betalen, omdat de exploitatie gesubsidieerd wordt. Voor een uitgebreide bespreking van deze uitspraak verwijs ik naar het artikel Staatssteun; een bijzondere tak van sport, ook in de sportsector.
Staatssteun en de deminimis
De deminimisregeling is te vinden in EG-verordening 1998/2006. Deze regeling biedt een ‘vrije haven’ voor steun die aan de daarin opgenomen vereisten voldoet. In artikel 2 is opgenomen dat een bedrag van €200.000,- over een periode van drie belastingjaren dat aan één onderneming wordt verleend, is toegestaan. In dat geval is er geen sprake van een maatregel die onverenigbaar is met de interne markt en is er derhalve geen sprake van ontoelaatbare staatssteun.
Hier doet zich bij de subsidieregeling echter een mogelijk probleem voor. De subsidieregeling spreekt van “aanvrager”, terwijl volgens het Europees Hof een aanvrager niet perse de begunstigde van een subsidie hoeft te zijn. Als de aanvrager de subsidie doorgeeft en de uiteindelijke begunstigde ontvangt ook nog uit andere bronnen steun, zou de deminimisgrens overschreden kunnen worden zonder dat in strijd wordt gehandeld met de subsidieregeling.
Conclusie
Duidelijk is dat ook bij subsidie binnen de sportsector rekening moet worden gehouden met het mogelijk bestaan van (ontoelaatbare) staatssteun. Van belang is dat een potentiële begunstigde van een subsidie zelf onderzoek naar het mogelijk bestaan van staatssteun moet verrichten. Er mag niet op vertrouwd worden op het oordeel van de subsidieverstrekker dat de subsidie toegestaan is, er rust op de ontvanger een eigen onderzoeksplicht.
Tevens moet er rekening worden gehouden met het verbod van cumulatie met andere subsidieregelingen. De subsidie verleend op grond van Gelderland Sport 2012 zal weliswaar in beginsel onder de deminimisgrens blijven. Als een begunstigde op grond van bijvoorbeeld een gemeentelijke regeling eveneens subsidie ontvangt, kan het totaalbedrag aan subsidie de deminimisgrens te boven gaan. Zolang de begunstigde niet de aanvrager is, staat de subsidieregeling hieraan niet in de weg. Indien in geval van cumulatie de deminimisgrens wordt overschreden, kan niet worden geprofiteerd van de deminimis-vrijstelling. Als de steun niet anderszins is vrijgesteld, loopt de begunstigde het risico dat de steun met rente moet worden terugbetaald. Dit risico op terugbetaling blijft tien jaar bestaan.
Kortom, ook bij een subsidieregeling waarbij de provincie ogenschijnlijk duidelijk de bedoeling had het risico van ontoelaatbare staatssteun uit te sluiten, blijft het van belang om een eigen onderzoek te verrichten of de steun in overeenstemming is met de staatssteunregels. Het is zuur als ten onrechte ontvangen steun met rente moet worden terugbetaald!
Door Christien Beernink, advocaat mededingingsrecht en staatssteun
De nieuwe subsidieregeling Gelderland Sport 2012; staatssteunproof?
Op 1 augustus jl. is de nieuwe subsidieregeling Regels Gelderland Sport 2012 in werking getreden. Deze subsidieregeling maakt subsidie mogelijk voor activiteiten in Gelderland die zich richten op de ontwikkeling van Gelderland als sportland. Het gaat daarbij om de vijf kernsporten: atletiek, de hippische sport, wielersport, volleybal en judo.De subsidieregelingDe subsidieregeling is onderverdeeld in drie inhoudelijke deelprogramma’s. Als eerste de vitale samenleving. Hierbij gaat het om het o...
Leestijd
Auteur artikel
Dirkzwager
Gepubliceerd
15 augustus 2012
Laatst gewijzigd
16 april 2018