1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. DGA-pensioen in eigen beheer staat ter discussie (1)

DGA-pensioen in eigen beheer staat ter discussie

De DGA kan ervoor kiezen het pensioen in eigen beheer te houden. Belangrijke voordelen van het pensioen in eigen beheer is dat het pensioenvermogen de onderneming niet verlaat en dus zorgt voor een liquiditeitsverruiming. Een ander belangrijk voordeel is dat de pensioenpremie ten laste kan worden gebracht van het resultaat (vennootschapsbelasting). Toch wordt de laatste jaren het besef groter dat het pensioen in eigen beheer veel meer is dan een fiscale aftrekpost en zelfs juist een aantal be...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 26 juni 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De DGA kan ervoor kiezen het pensioen in eigen beheer te houden. Belangrijke voordelen van het pensioen in eigen beheer is dat het pensioenvermogen de onderneming niet verlaat en dus zorgt voor een liquiditeitsverruiming. Een ander belangrijk voordeel is dat de pensioenpremie ten laste kan worden gebracht van het resultaat (vennootschapsbelasting). Toch wordt de laatste jaren het besef groter dat het pensioen in eigen beheer veel meer is dan een fiscale aftrekpost en zelfs juist een aantal belangrijke nadelen met zich brengt. De politiek heeft in het afgelopen half jaar aandacht besteed aan deze problematiek. Staat een pensioen in eigen beheer nu op losse schroeven? En wat voor alternatieven resteren dan voor de DGA op het terrein van pensioen?

Nadelen

Voor zover het pensioen is ondergebracht binnen de werkmaatschappij (derhalve niet in een holding of een aparte pensioen BV) is het pensioen niet echt veiliggesteld. Zo gaat bijvoorbeeld bij een onverhoopt faillissement het pensioen mee ten onder. Bovendien is bij een overlijden van een partner het nog maar zeer de vraag of daadwerkelijk genoeg pensioengelden in de pot aanwezig zijn om het partnerpensioen tot in de lengte van jaren te kunnen uitkeren.

Een ander veelgehoord nadeel is de beperkte mogelijkheid om dividend uit te keren. Of een BV dividend kan uitkeren, hangt onder meer af van de hoogte van de pensioenverplichtingen. Daarvoor moet worden onderzocht wat de werkelijke (commerciële) waarde van de pensioentoezegging is. Deze commerciële waarde ligt - zeker in deze tijd - aanzienlijk hoger dan de fiscale balanswaarde. Zo speelt bij de vaststelling van de commerciële waarde bijvoorbeeld de lage marktrente een belemmerende rol. Ook dient bij de beoordeling van de ruimte voor een dividenduitkering rekening te worden gehouden met een eventuele partner- en wezenpensioen dat door de BV moet worden uitgekeerd bij het overlijden van de DGA vóór de pensioendatum. Voor zover deze risico’s door de BV niet zijn afgedekt met een verzekering zijn hiervoor forse bedragen nodig en levert dus ook dit aspect een grote belemmering op voor het uitkeren van dividend.

Tot slot is ook bij echtscheidingssituaties het verschil tussen de commerciële en de fiscale waarde een lastig aspect. Zo dient in de regel afstorting van een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen plaats te vinden op basis van de commerciële waarde, terwijl de fiscale balanswaarde veelal lager is.

Aandacht vanuit de politiek

Op 6 december 2013 heeft staatssecretaris Weekers in een brief aan de Tweede Kamer uiteengezet welke problemen volgens hem spelen rondom het pensioen in eigen beheer. De hierboven geschetste knelpunten worden in deze brief benoemd. Voorts komt Weekers tot een bepaalde denkrichting in de vorm van introductie van een geheel nieuw systeem: de FOR DGA. Er wordt dan een fiscale reserve gevormd voor de oude dag, mits er dat jaar winst is. Het pensioen in eigen beheer is dan niet langer toegestaan. Wel heeft de DGA nog steeds de alternatieve optie van het onderbrengen van het pensioen bij een professionele verzekeraar (individuele verzekeraar).

Op 2 juni jl. heeft staatssecretaris Wiebes een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij zijn eerste gedachtegang aangaande dit onderwerp geeft en een aantal Kamervragen beantwoordt.  Wiebes formuleert in zijn brief het navolgende uitgangspunt:

Een aanpassing van de regeling voor pensioen in eigen beheer is alleen zinvol als de regelgeving structureler, eenvoudiger en begrijpelijker wordt voor zowel de directeur grootaandeelhouder als de Belastingdienst. Wij moeten – als het even kan – af van de ingewikkelde verschillen tussen de fiscale en civiele waarderingsregels bij het eigen beheer.

Toekomst

Uit bovengenoemde brief valt op te maken dat het huidige systeem naar verwachting op de schop gaat. Welk systeem daarvoor in de plaats komt, is momenteel nog onduidelijk. Er gaan geluiden op om vast te leggen dat de fiscale waardering de commerciële waardering dient te volgen, zodat er geen verschillen meer in de waarderingsmethodiek kunnen ontstaan. Het zou mij echter verbazen als het zo ver gaat komen, omdat dit een voor de overheid onaantrekkelijke maatregel lijkt. Hoe hoger de voorzieningen op de balans (en dat is aan de orde als aansluiting wordt gezocht bij de commerciële waarde), des te hoger het bedrag dat ten laste van het resultaat kan worden gebracht. Deze benadering leidt dus tot lagere belastinginkomsten (vennootschapsbelasting). Alternatief is de overstap naar een beschikbare premieregeling voor het pensioen in eigen beheer. Dit alternatief is ook door de werkgroep Ondernemingspensioenen geopperd. Wiebers heeft al laten doorschemeren dit alternatief niet toe te staan, eenvoudigweg omdat aan de activakant het lastig is om de hoogte van het rendement te bepalen. Alle ogen lijken dus gericht te zijn op de FOR DGA, waardoor een deel van de winst gedoteerd kan worden aan de pensioenreserve. Zolang de FOR DGA niet concreet wordt gemaakt, zullen wellicht steeds meer dga’s uitwijken naar de verzekerde pensioenregeling.

Via dit kennisportal wordt u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op het vlak van pensioen in eigen beheer.