1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Dirkzwager advocaten en notarissen verdedigt de gemeente Eindhoven in principiële kwestie rondom topinkomens

Dirkzwager advocaten en notarissen verdedigt de gemeente Eindhoven in principiële kwestie rondom topinkomens

De gemeente Eindhoven stelt bij subsidiëring van een instelling voor verslavingszorg als voorwaarde dat bestuurders van de instelling geen hoger inkomen genieten dan de zogenaamde WOPT-norm. Voor het jaar 2012 is daar een sanctie aan toegevoegd; voor zover er toch meer wordt betaald wordt het meerdere gekort op de subsidie. Dat zal geschieden bij de uiteindelijke vaststelling van de subsidie. De WOPT-norm is het salaris met bijkomende uitkeringen en vergoedingen waarop tot1 januari 2013 de We...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Baneke (uit dienst)
Gepubliceerd 16 januari 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De gemeente Eindhoven stelt bij subsidiëring van een instelling voor verslavingszorg als voorwaarde dat bestuurders van de instelling geen hoger inkomen genieten dan de zogenaamde WOPT-norm. Voor het jaar 2012 is daar een sanctie aan toegevoegd; voor zover er toch meer wordt betaald wordt het meerdere gekort op de subsidie. Dat zal geschieden bij de uiteindelijke vaststelling van de subsidie.

De WOPT-norm is het salaris met bijkomende uitkeringen en vergoedingen waarop tot
1 januari 2013 de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens van toepassing was, ook wel bekend als de zogenaamde Balkenende-norm.

De gemeente vindt dat zij deze voorwaarde mag stellen omdat die nuttig is voor een doelmatige besteding van de subsidiegelden. De instelling meent dat de gemeente zich hiermee begeeft op een terrein dat is voorbehouden aan de landelijke wetgever zodat de gemeente zich daarmee niet mag bemoeien. Bovendien vindt de instelling dat met de maatregel een inbreuk wordt gemaakt op bestaande salarissen van bestuurders, wat in strijd zou zijn met het verbod op ontneming van eigendom volgens art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM-verdrag.

Mr. M.R.J. Baneke van Dirkzwager heeft op 8 januari 2013 het standpunt van de gemeente Eindhoven verdedigd bij de sector bestuursrecht bij de rechtbank te ’s-Hertogenbosch. Daarbij kwam ook de Wet normering topinkomens ter sprake. Deze wet is op 1 januari 2013 in werking getreden. De WOPT is tegelijkertijd vervallen. Anders dan de WOPT, grijpt de WNT rechtstreeks in op inkomens die boven de gestelde norm uitstijgen. De arbeidsovereenkomst is, voor zover dat hogere deel, nietig. De minister kan het teveel betaalde bedrag rechtstreeks bij de betrokken bestuurder terugvorderen. Omdat daarbij mogelijk inbreuk wordt gemaakte op bestaande rechten van de bestuurder zou er sprake kunnen zijn van inbreuk op art. 1 Eerste Protocol; het verbod van eigendomsontneming. In verband daarmee is in de WNT een ruime overgangstermijn (in totaal zeven jaar) opgenomen.

Voor de subsidiebesluiten 2011 en 2012 van de gemeente Eindhoven is deze nieuwe wet naar het oordeel van Dirkzwager niet relevant. Die wet was toen nog niet in werking getreden. Of de nieuwe wet een beperking voor gemeenten inhoudt om met ingang van 2013 voorwaarden voor subsidieverlening te stellen op het gebied van topinkomens, stond bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch nog niet ter beoordeling.
De regeling van de gemeente Eindhoven richt zich tot de gesubsidieerde instelling; niet tot de bestuurder zelf. Dat is een belangrijk verschil met de wettelijke regeling in de WNT. Het moet daarom zeker niet uitgesloten worden geacht dat ook na inwerkingtreding van de WNT voor gemeenten de bevoegdheid blijft bestaan om in het kader van de waarborging van een doelmatige besteding van subsidiegelden voorwaarden te stellen aan het salarisbeleid van de subsidie-ontvangende instelling. Hoofdregel blijft immers, dat overheden niet alleen het recht maar ook de plicht hebben ernaar te streven dat ter beschikking gestelde overheidsgelden doelmatig worden besteed.

De rechtbank te ’s-Hertogenbosch heeft aangekondigd dat zij binnen zes weken na de zitting uitspraak zal doen; dat betekent omstreeks 19 februari 2013.

Meer informatie over dit onderwerp kan worden verkregen bij mr. M.R.J. Baneke.