1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Doorlooptijd ontslagprocedure bij het UWV vanaf 1 juli 2015

Doorlooptijd ontslagprocedure bij het UWV vanaf 1 juli 2015

Onderdeel van het nieuwe ontslagrecht is dat het UWV enkel nog ontslag kan worden verzocht in de situatie van bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid. Bij alle andere ontslaggronden zal de werkgever zich direct tot de kantonrechter moeten wenden. De ontslagprocedure bij het UWV is voor veel werkgevers al een bekende weg. Op een aantal onderdelen zal de procedure echter veranderen. Eén van de belangrijkste veranderingen is de doorlooptijd. Op dit moment geldt nam...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 05 februari 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
6

Onderdeel van het nieuwe ontslagrecht is dat het UWV enkel nog ontslag kan worden verzocht in de situatie van bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid. Bij alle andere ontslaggronden zal de werkgever zich direct tot de kantonrechter moeten wenden. 


De ontslagprocedure bij het UWV is voor veel werkgevers al een bekende weg. Op een aantal onderdelen zal de procedure echter veranderen. Eén van de belangrijkste veranderingen is de doorlooptijd. Op dit moment geldt namelijk dat een werknemer van het UWV twee weken de gelegenheid krijgt om op de ontslagaanvraag te reageren. Als het UWV een tweede schriftelijke ronde nodig acht (wat bij het voeren van een inhoudelijk verweer meestal de situatie is), dan krijgt de werkgever 10 dagen om op het verweer van de werknemer te reageren. Vervolgens krijgt de werknemer weer 10 dagen om daarop te reageren. Daarna wordt de aanvraag aan de Ontslagadviescommissie (OAC) voorgelegd. Meestal wordt binnen zes tot acht weken na indiening van de ontslagaanvraag door het UWV beslist.


De wetgever ziet graag dat dat in de toekomst sneller gaat. Vanaf 1 juli 2015 moet een ontslagprocedure in principe een totale doorlooptijd hebben van vier weken. De werknemer krijgt nog steeds twee weken de gelegenheid om verweer te voeren tegen de ontslagaanvraag. Als een tweede schriftelijke ronde volgens het UWV nodig is, dan krijgen beide partijen een termijn van 7 dagen in plaats van de huidige 10 dagen. De inzet van een tweede schriftelijke rond wordt echter sterk beperkt tot ruim minder dan de helft van alle ontslagzaken. Daarnaast – en dit is een belangrijke wijziging – zal de OAC lang niet meer in alle gevallen worden betrokken bij beslissingen van het UWV, maar enkel nog in maximaal 5% (!) van alle ontslagprocedures. Thans is dit nog 100%. In de toekomst wordt de OAC namelijk alleen nog betrokken bij zaken betreffende een ontslag om bedrijfseconomische redenen, waarin twijfel kan bestaan over de te nemen beslissing en waar (sector)specifieke kennis van de leden van de OAC een toegevoegde waarde kan hebben. Bij ontslagen op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid wordt de OAC helemaal niet meer betrokken. Tot slot zal om de snelheid te vergroten de procedure worden gedigitaliseerd.  Zie voor het voorgaande de Memorie van Antwoord van 1 mei 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 33818, C, p. 55).


Wat betekent dit voor de te verwachten doorlooptijd? Volgens de regering zal in geval van ontslag om bedrijfseconomische redenen 70% van de zaken binnen vier weken, 5% binnen vijf weken en 25% binnen zeven weken worden afgehandeld. Bij zaken vanwege langdurige arbeidsgongeschiktheid zal 60% binnen vier weken worden afgehandeld en 40% binnen acht weken.


Hiermee wordt weliswaar een snellere doorlooptijd behaald, maar het uitgangspunt dat in 70% van de verzoeken gegrond op bedrijfseconomische redenen maar één schriftelijke ronde zal plaatsvinden en geen advies aan de OAC wordt gevraagd zal mogelijk ten koste gaan van de kwaliteit van de beslissingen. In feite zal het UWV door deze tijdsdruk vaker moeten beslissen aan de hand van minder of onvolledige informatie. Tenslotte worden in tweede schriftelijke rondes vaak nog belangrijke argumenten aangedragen, die straks (mogelijk) worden gemist. Met name de werkgever zal hierbij oplettendheid moeten betrachten. Die kan niet meer volstaan met een onvolledige ontslagaanvraag ingediend onder het mom dat, als de werknemer inhoudelijk verweer besluit te voeren, in de tweede schriftelijke ronde altijd nog een nadere motivering  kan worden gegeven.


De keerzijde van het nieuwe ontslagrecht is dat werkgever en werknemer de uitkomst van de ontslagprocedure kunnen laten toetsen door de rechter. Ik kan mij goed voorstellen dat één van de gevoerde argumenten zal zijn dat de beslissing van het UWV niet juist tot stand is gekomen, omdat geen tweede schriftelijke ronde is gevoerd en/of geen advies aan de OAC is gevraagd, waar dit wel geëigend was.