1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Eigenrisicodrager Ziektewet kan geen regres nemen op inlener vanwege regresbeperking art. 52b Zw

Eigenrisicodrager Ziektewet kan geen regres nemen op inlener vanwege regresbeperking art. 52b Zw

Recentelijk lag bij de Hoge Raad de vraag voor of een uitlener, die eigenrisicodrager voor de Ziektewet is, verhaal mag nemen op de inlener voor door de uitlener gedane uitkeringen uit hoofde van arbeidsongeschiktheid. De Hoge Raad oordeelde ontkennend: ook een eigenrisicodrager moet artikel 52b Ziektewet tegen zich laten gelden en kan dus geen verhaal nemen op de inlener.
Leestijd 
Auteur artikel Elline Diedering-Kuus
Gepubliceerd 11 mei 2020
Laatst gewijzigd 11 mei 2020

Wettelijk kader

Op basis van artikel 52a lid 1 van de Ziektewet (Zw) mag het UWV voor uitkeringen die zij heeft gedaan aan een persoon die arbeidsongeschikt is geraakt, regres nemen op degene die aansprakelijk is voor het veroorzaken van die arbeidsongeschiktheid. Artikel 52a lid 2 Zw bepaalt dat een eigenrisicodrager in de plaats van het UWV treedt voor toepassing van het eerste lid. Een eigenrisicodrager mag dus regres nemen op degene die aansprakelijk is voor het veroorzaken van de arbeidsongeschiktheid van haar werknemer. Een eigenrisicodrager voor de Ziektewet houdt in dat een werkgever zelf de Ziektewet-uitkering voor (ex-)werknemers die daar bij ziekte recht op hebben betaalt, in plaats van het UWV. Een eigenrisicodrager hoeft daardoor minder premie te betalen.

Artikel 52b Zw beperkt bovenstaand verhaalsrecht: het UWV mag geen regres nemen op de werkgever van de benadeelde (met wie benadeelde dus een arbeidsovereenkomst heeft) of op een collega van benadeelde, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van die werkgever. Lid 2 van dat artikel stelt de inlener van een uitzendkracht gelijk met de werkgever.

Uitspraak

In een recent arrest lag bij de Hoge Raad de vraag voor of een eigenrisicodrager de uit artikel 52b Zw voortvloeiende beperking tegen zich moest laten gelden. Die zaak ging om Flexpoint, een uitzendbedrijf en eigenrisicodrager. Flexpoint had een uitzendkracht uitgeleend aan Acco. Bij Acco raakte de uitzendkracht gewond door een arbeidsongeval. Flexpoint moest als eigenrisicodrager dus uitkeringen aan de uitzendkracht doen en wil nu verhaal nemen op Acco voor die door haar gemaakte kosten.

De kantonrechter en het hof oordeelden beide dat de beperking van artikel 52b Zw ook geldt voor een eigenrisicodrager, omdat de eigenrisicodrager hetzelfde recht als het UWV heeft gekregen, zo volgt uit artikel 52a lid 2 Zw.

In cassatie bestrijdt Flexpoint dit oordeel en stelt zij dat:

- de wetgever bij invoering van art. 52a lid 2 ZW aan deze situatie heeft voorbijgezien en
- dat in deze situatie voor zo’n verhaalsbescherming van de inlener rechtvaardiging ontbreekt, nu de eigenrisicodrager-Zw geen Ziektewetpremie int en de inlener logischerwijs ook niet langer hoofdelijk aansprakelijk is voor die premie tegenover het UWV.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Flexpoint niet tot vernietiging van het arrest van het hof kunnen leiden en dat nadere motivatie hiervoor niet nodig is om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 RO). De conclusie van de Advocaat-Generaal (A-G) voorafgaand aan de uitspraak van de Hoge Raad is wel uitgebreid gemotiveerd en strekt ook tot het in stand laten van het arrest van het hof en dus het in het ongelijk stellen van Flexpoint.

De A-G oordeelt dat het eerste standpunt van Flexpoint, namelijk dat deze situatie niet was voorzien door de wetgever en de beperkingen niet gelden voor eigenrisicodragers, geen steun vindt in de tekst van de wet of de wetsgeschiedenis. De eigenrisicodrager heeft dus met art. 52a lid 2 Zw niet een minder ruim of ruimer regresrecht gekregen dan het UWV, maar hetzelfde regresrecht. De beperking van art. 52b Zw geldt dus ook voor de eigenrisicodrager

Het feit dat een eigenrisicodrager uitkeringen aan de benadeelde werknemer moet financieren uit eigen middelen in plaats van uit afgedragen premies (het tweede argument van Flexpoint), maakt volgens de A-G niet dat de eigenrisicodrager een ruimer verhaalsrecht dan het UWV heeft. Hierbij benadrukt de A-G dat het zijn van eigenrisicodrager berust op een vrijwillige keuze (een ondernemingsbeslissing) en dat de ondernemer dus bewust de voor- en nadelen ervan moet hebben overwogen en geaccepteerd.

Conclusie

Een eigenrisicodrager voor de Ziektewet heeft geen ander of ruimer regresrecht op basis van artikel 52a en b Zw dan het UWV heeft. Dit betekent dat, indien een uitlener eigenrisicodrager is en uitkeringen moet doen aan ingeleend personeel, die uitlener geen regres hiervoor kan nemen op de inlener. Dit risico dient een uitlener, en iedere andere ondernemer die eigenrisicodragerschap overweegt, mee te wegen bij de keuze voor het al dan niet worden van een eigenrisicodrager.