1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Einde in zicht van de mestproblemen in de melkveehouderij?

Einde in zicht van de mestproblemen in de melkveehouderij?

Na de afschaffing van het melkquotum per 1 april 2015 is er een nieuw systeem dat de uitbreiding van het boerenbedrijf moet begrenzen. Na het inwerkingtreden van de Wet verantwoorde groei melkveehouderij in 2015 en de op 1 januari 2016 ingegane AMvB “Grondgebonden groei melkveehouderij” moet met het op 6 december 2016 aangenomen Wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij voorkomen worden dat grondloze groei plaatsvindt binnen melkveebedrijven.Ook heeft een meerderheid van de Tweede Kame...
Leestijd 
Auteur artikel José Jochemsen-Vernooij (uit dienst)
Gepubliceerd 19 december 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Na de afschaffing van het melkquotum per 1 april 2015 is er een nieuw systeem dat de uitbreiding van het boerenbedrijf moet begrenzen. Na het inwerkingtreden van de Wet verantwoorde groei melkveehouderij in 2015 en de op 1 januari 2016 ingegane AMvB “Grondgebonden groei melkveehouderij” moet met het op 6 december 2016 aangenomen Wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij voorkomen worden dat grondloze groei plaatsvindt binnen melkveebedrijven.

Ook heeft een meerderheid van de Tweede Kamer op 6 december 2016 ingestemd met een wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten. Overigens treedt deze wet alleen in werking als de derogatie doorgaat. Oftewel Brussel Nederland opnieuw vrijstelling geeft meer mest uit te rijden dan de milieuregels van de EU toestaan. Op deze wijziging ga ik in dit artikel in.

Wijzigingen vanwege staatssteunbezwaren
Voordat de stemming in de Tweede Kamer plaatsvond is op 13 oktober 2016 vanwege staatssteunbezwaren van de Europese Commissie nog een aantal wijzingen aangebracht in het wetsvoorstel.

Ten eerste is de invoering van het stelstel van fosfaatrechten uitgesteld tot 1 januari 2018. Dit kan voor een probleem zorgen in 2017, aangezien het voorgeschreven fosfaatplafond reeds in 2015 fors was overschreden. Nederland dreigt hierdoor de derogatie kwijt te raken oftewel de ontheffing vanuit Europa om meer mest te mogen produceren dan omliggende landen. Dit, omdat de Nederlandse bodem meer fosfaat zou kunnen opnemen. Inzet moet zijn het behoud van de derogatie in 2017. Op die wijze kan het stelsel van fosfaatrechten vanaf 1 januari 2018 worden ingevoerd. Verdwijnt deze derogatie toch, dan is er ook geen reden om het stelsel van fosfaatrechten in te voeren. Ten tweede is de regeling van de fosfaatbank aangevuld, te weten aan de uitgifte van rechten moeten bovenwettelijke milieuvoorwaarden worden verbonden.

Maatregelen voor 2017
Het is nu aan de sector om de fosfaatreductie reeds in 2017 te bewerkstelligen. Lukt dat niet, dan verdwijnt de derogatie en dus de mogelijkheid om meer mest op het land uit te rijden dan toegestaan volgens de Europese milieuwetgeving. Met het oog daarop heeft de sector reeds een akkoord bereikt over een drietal maatregelen die de reductie van de fosfaatproductie dienen te realiseren. Kortgezegd:

1. verlaging fosforgehalte in voer
2. reductie van melkveestapel
3. strafkorting bij overschrijving van referentiehoeveelheid melk met als doel terugbrengen melkproductie

Met deze maatregelen wordt getracht de derogatie in 2017 te behouden, zodat het stelsel van fosfaatrechten in 2018 kan worden ingevoerd en een grondgebonden melkveehouder door kan. Via een aantal amendementen zijn diverse wijzigingen in het wetsvoorstel aangebracht. In 2023 zal het gehele fosfaatrechtenstelsel moeten worden heroverwogen.

Hoe nu verder?
De fosfaatrechten zullen op 1 januari 2018 worden geïntroduceerd als de derogatie in stand blijft, maar ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen. Er worden niet echt problemen verwacht met het oog op de stemming van de Eerste Kamer. Hierna zal het wetsvoorstel vertaald worden in de Meststoffenwet, die dan in werking kan treden.

Indien en voor zover u vragen omtrent de gehele gang van zaken met betrekking tot de Meststoffenwet, dan kunt u contact opnemen met José Jochemsen-Vernooij.