1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ex-partner gaat samenwonen; einde partneralimentatie?

Ex-partner gaat samenwonen; einde partneralimentatie?

Ja; als in een standaardgeval een ex-echtgenote maandelijks partneralimentatie verkrijgt van haar ex-echtgenoot, eindigt dit recht als zij gaat samenwonen met een nieuwe partner. De wet geeft in artikel 1:160 BW hierover aan: “Een verplichting van een gewezen echtgenoot om uit hoofde van echtscheiding levensonderhoud te verschaffen aan de wederpartij, eindigt wanneer deze opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat dan wel is gaan samenleven met een ander als waren...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 28 februari 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Ja; als in een standaardgeval een ex-echtgenote maandelijks partneralimentatie verkrijgt van haar ex-echtgenoot, eindigt dit recht als zij gaat samenwonen met een nieuwe partner. De wet geeft in artikel 1:160 BW hierover aan: “Een verplichting van een gewezen echtgenoot om uit hoofde van echtscheiding levensonderhoud te verschaffen aan de wederpartij, eindigt wanneer deze opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat dan wel is gaan samenleven met een ander als waren zijn gehuwd of als hadden zij hun partnerschap laten registeren.”

In het geval mevrouw opnieuw trouwt dan wel een geregistreerd partnerschap aangaat met een nieuwe partner, dan wordt deze gebeurtenis in de praktijk meestal niet door haar ontkend; veel vrienden en familieleden zijn veelal op de hoogte, er zijn uitnodigingen gestuurd en het is bovendien te bewijzen met een uittreksel van de burgerlijke stand van de gemeente.

Als mevrouw echter gaat samenwonen met haar nieuwe partner zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap, komt het dikwijls voor dat ze dit niet meldt aan haar ex-echtgenoot die partneralimentatie betaalt, om deze maandelijkse financiële bijdrage te behouden. Vraagt de ex-echtgenoot er vervolgens naar dan volgt een ontkenning van de samenwoning. De wet geeft weliswaar aan dat de partneralimentatie in wezen automatisch eindigt zodra de samenwoning zich voordoet, maar als mevrouw dit ontkent, dan moet de ex-echtgenoot een procedure bij de Rechtbank starten teneinde de rechter te laten vaststellen dat de betalingsverplichting is geëindigd. Hij moet dus kosten maken en mevrouw kan de alimentatie opeisen (veelal onder dreiging van de deurwaarder) totdat de rechter erover heeft beslist.

Samenwonen in de zin van voornoemd artikel wordt niet al bereikt door het samen geregeld in één huis verblijven. Uit de rechtspraak blijkt dat sprake moet zijn van de volgende cumulatieve vereisten, wil sprake zijn van zodanig samenwonen dat de partneralimentatie eindigt: sprake moet zijn van: 1) een affectieve relatie 2) van duurzame aard 3) waarbij ex-echtgenote en nieuwe partner elkaar wederzijds verzorgen 4) en met elkaar samenwonen 5) en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Een zware toets dus maar ook met nogal wat consequenties voor de ontvanger van de partneralimentatie; als vaststaat dat eenmaal sprake is (geweest) van samenleving als voornoemd, dan eindigt het recht op partneralimentatie definitief; dus ook als in het voorbeeld de nieuwe relatie al snel strandt.

In dit soort gevallen, erkent de ex-echtgenote vaak wel dat ze al een tijd een vriend heeft (de affectieve relatie van duurzame aard) maar niet dat ze samenwoont waarbij sprake is van de overige vereisten. Mevrouw en de nieuwe partner blijken veelal nog een eigen woning te hebben en/of verschillende inschrijfadressen bij de gemeente.

Als de ex-echtgenoot en betaler van de partneralimentatie ondertussen merkt dat de nieuwe vriend wel heel erg vaak bij mevrouw thuis is, hij van anderen (waaronder de kinderen) bevestigd krijgt dat ze bijna altijd samen zijn en ze al meerdere gezamenlijke vakanties achter de rug hebben, kan dit tot grote ergernis leiden omdat de ex-echtgenoot geen zin meer heeft in het “financieel onderhouden” van die nieuwe relatie van mevrouw.

Om bij de rechter te kunnen bewijzen dat de ex-echtgenote wel degelijk samenwoont, kan meneer dan een recherchebureau inzetten die een schriftelijke rapportage opmaakt van de bevindingen daaromtrent. Dit brengt behoorlijke kosten met zich mee (enige duizenden tot tienduizenden euro’s). Ook is dit op zijn zachtst gezegd niet bevorderlijk voor de onderlinge verhoudingen tussen de ex-partners die dikwijls ook nog samen ouders van hun kinderen zijn. Wel blijkt het vaak het enige doeltreffende middel te zijn dat kan worden ingezet om te bewijzen dat de ex-partner samenleeft in de zin van de wet. Ook als de ex-echtgenote en de nieuwe partner elk een eigen woning aanhouden of formeel een ander inschrijfadres hebben, sluit dat het samenleven in de zin van voornoemd artikel niet uit.

Er staan in zo’n gerechtelijke procedure grote financiële belangen op het spel: voor mevrouw de nog resterende termijn aan maandelijkse bijdragen aan partneralimentatie (met kinderen maximaal 12 jaar), het risico dat de rechter vindt dat zij de kosten van het rechercherapport moet vergoeden aan meneer waarbij de rechter bovendien kan oordelen dat ze de ontvangen alimentatie sinds ze samenleeft moet terugbetalen; doorgaans in totaal vele tienduizenden euro’s.

Meneer moet intussen de partneralimentatie doorbetalen in afwachting van het oordeel van de rechter, hij heeft die aanzienlijke kosten voor het rechercherapport gemaakt, kosten voor zijn advocaat en voor de Rechtbank. Afwachten is of de partneralimentatie inderdaad is geëindigd en welke bedragen hij terug krijgt. Bovendien, als de rechter hem in het ongelijk stelt, dan telt de gewaarschuwde ex-echtgenote voor twee zodat hij kan verwachten dat hij de nog resterende alimentatietermijn volledig moet blijven betalen.