Doel
Het experiment heeft als doel de administratieve belasting van zorginstellingen te verminderen. Daartoe wil de Staatssecretaris uit het veld vernemen welke regels niet echt noodzakelijk zijn maar tegelijkertijd voor veel hinder zorgen in de zorgsector. Professionals in de zorg moeten zich zo veel mogelijk bezighouden met cliënten en niet met het invullen van “overbodige formulieren of andere administratieve handelingen”.
Stappenplan
Het experiment bestaat uit 4 stappen:
- De inventarisatie van hinderende regels en het peilen van de belangstelling voor het experiment.
Hinderende regels kunnen worden gemeld op www.invoorzorg.nl. Op deze website kan een zorginstelling de belangstelling ook kenbaar maken voor deelname aan het experiment. - Het toetsen van de noodzaak van de regels `
De regelgevende instantie zal moeten aantonen dat de door zorginstellingen als hinderlijk ervaren regels noodzakelijk zijn. - Het experiment zelf
Het ministerie selecteert vijf zorginstellingen om aan het experiment zelf deel te nemen. Om te kunnen deelnemen mag de kwaliteit van de zorginstelling niet ter discussie staan. Tevens moet de betrokken zorginstellingen kunnen benoemen wat de meerwaarde is voor deelname aan het experiment. - Monitoring en evaluatie
Tijdens het experiment wordt bekeken welke gevolgen het experiment heeft voor de kwaliteit van de zorg. Als na twee jaar blijkt dat het experiment is geslaagd, kan het experiment omgevormd worden tot landelijk beleid.
Fasering
Tot 1 augustus 2011 kunnen zorginstellingen als hinderlijk ervaren regels doorgeven. Aansluitend zullen de meldingen worden geanalyseerd, waarna er in september een openbare bijeenkomst komt. Op deze bijeenkomst moeten de regelgevende instanties de noodzaak van de als hinderlijk ervaren regels verdedigen. De Staatssecretaris verwacht dat met ingang van 2012 met het experiment zelf gestart kan worden. De evaluatie is in 2014 voorzien.