1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Experimenten besluit

Experimenten besluit

Per 1 april 2015 treedt het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking (“besluit”) in werking. Dit besluit beoogt burgers en bedrijven ruimte te bieden om, bij wijze van experiment, af te wijken van de Elektriciteitswet 1998 (“E-wet”).Artikel 7a E-wetIn artikel 7a van de E-wet is geregeld dat bij wege van experiment kan worden afgeweken van de E-wet. Het experiment moet bijdragen aan de ontwikkelingen op het gebied van de productie, het transport en de levering van decen...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 11 maart 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Per 1 april 2015 treedt het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking (“besluit”) in werking. Dit besluit beoogt burgers en bedrijven ruimte te bieden om, bij wijze van experiment, af te wijken van de Elektriciteitswet 1998 (“E-wet”).

Artikel 7a E-wet
In artikel 7a van de E-wet is geregeld dat bij wege van experiment kan worden afgeweken van de E-wet. Het experiment moet bijdragen aan de ontwikkelingen op het gebied van de productie, het transport en de levering van decentraal opgewekte duurzame elektriciteit, of elektriciteit opgewekt in een installatie voor warmtekrachtkoppeling.

De aard en reikwijdte van mogelijke afwijkingen dienen bij algemene maatregel van bestuur te worden vastgesteld. Het besluit is daarvan een uitwerking.

Twee soorten experimenten
Het besluit onderscheidt de navolgende twee soorten experimenten

- Projectnetten:
Aan een projectnet worden ten hoogste 500 kleinverbruikers aangesloten via één aansluiting aan het net van de regionale netbeheerder. Een projectnet sluit hierbij aan bij het wettelijk systeem van een gesloten distributiesysteem, met dat verschil dat aan een projectnet (alleen) kleinverbruikers zijn aangesloten. Binnen het domein van het projectnet mag productie, levering en netbeheer gecombineerd worden. Voorwaarde is dat de vrije leverancierskeuze van afnemers wordt gewaarborgd, door andere leveranciers toegang tot het net te verlenen (derdentoegang).


- Grote experimenten:
Deze zijn gelegen binnen het verzorgingsgebied van een regionale netbeheerder en omvatten ten hoogste 10.000 kleinverbruikers, in hoofdzaak (tenminste 80%) consumenten. In deze experimenten blijft de regionale netbeheerder zijn onafhankelijke wettelijke taak vervullen. Hoewel de netbeheerder geen zeggenschap mag hebben in de entiteit die decentraal elektriciteit opwekt, mag de netbeheerder wel betrokken zijn bij het project.


Rechtsvorm projecten
De gevraagde afwijking van de bestaande regels wordt uitsluitend mogelijk gemaakt voor projecten waarin deelnemers gezamenlijk zeggenschap kunnen uitoefenen, onder meer over de tarieven en voorwaarden. Om dit te bereiken dient gekozen te worden voor een coöperatie of Vereniging van Eigenaren (“VvE”).

Toegestane afwijkingen
De belangrijkste vrijheden van de experimenteerregeling zijn:

  • Ontheffing om zowel de productie, levering als het transport aan de leden van de coöperatie of VvE te verzorgen (in grote experimenten dient de netbeheerder onafhankelijk te blijven).

  • Toegestaan kan worden dat een projectnet wordt aangelegd door een andere partij dan de voor dat gebied aangewezen regionale netbeheerder.

  • Het besluit maakt het mogelijk om asset management (aanleg en onderhoud van het net) te scheiden van system operation (het geleiden van energiestromen, dempen van piekbelasting en vraag beïnvloeding). Bij de projectnetten kunnen beide functies door een andere partij dan de regionale netbeheerder worden vervuld. Bij de grote experimenten kan de system operation worden uitgevoerd door een derde partij, maar blijft asset management in handen van de regionale netbeheerder.

  • Afgeweken kan worden van de wettelijke bepalingen ten aanzien van tarieven en voorwaarden. Hierdoor kunnen baten en kosten die voortvloeien uit de specifieke functionaliteiten van het experiment, op een redelijke manier      verrekend worden met de deelnemers.

  • De coöperatie of VvE is de lokale leverancier in het experimentgebied. Er is wel een vergunning nodig voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers. De  coöperatie of  VvE is echter niet gehouden om ook buiten het experimentgebied te leveren. De coöperatie of VvE mag dan wel alleen aan de deelnemers van het experiment leveren. Ook dient de coöperatie of VvE de nodige betalingen voor systeemdiensten op zich te nemen.

  • De coöperatie of VvE heeft in het experiment productie-installaties in beheer en fungeert dan ook als producent. De gezamenlijke productie is bestemd voor eigen gebruik van de deelnemers. Eventueel toch optredende overschotten kunnen worden aangeboden aan leveranciers buiten het experiment.


Aantal en duur van experimenten
Voor de grote projecten geldt een tendersysteem waarbij in beginsel gedurende een periode van vier jaar, elk jaar 10 experimenten worden geselecteerd. De meest vernieuwende projecten krijgen daarbij voorrang.

Ook voor de projectnetten wordt er vooralsnog vanuit gegaan om gedurende een periode van vier jaar, elk jaar 10 projecten te selecteren. Deze projecten worden op volgorde van binnenkomst geselecteerd.

De ontheffingen zijn van kracht voor de duur van tien jaar. Eventueel kan deze termijn worden verlengd indien:

  • voor uitvoering van het experiment geen wettelijke voorzieningen zijn getroffen en beëindiging van het experiment in redelijkheid niet gevergd kan worden; of

  • voor de investeringen die voor het experiment zijn gedaan een langere afschrijvingstermijn tegen economische waarde geldt dan tien jaar.


Tot slot
Het doel van het besluit is om te komen tot: a) een significante toename van duurzame energie; b) minder zware piekbelasting in de netwerken van de experimenten en c) een veel grotere betrokkenheid van de deelnemers bij de (gezamenlijke) energievoorziening. Indien de experimenten succesvol zijn, zal worden bekeken op welke wijze de E-wet dient te worden aangepast zodat de projecten, anders dan als experiment, kunnen worden voortgezet.