Wanneer in de praktijk bouwtijdverlenging moet worden geaccepteerd, blijft een lastige vraag. In de onderhavige zaak wordt eerst in rechte een beroep op verlenging van de bouwtijd gedaan. Het gerechtshof te Leeuwarden oordeelt dat aannemer een verzoek daartoe had moeten indienen tijdens de werkzaamheden (Gerechtshof Leeuwarden 5 juli 2011, LJN: BR0358).
Het Waterschap heeft een Europese aanbesteding gehouden voor de uitbreiding en aanpassing van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. De onderhavige zaak heeft betrekking op de elektrotechnische werken. Op het werk waren van toepassing de UAV en UAV-TI 1995.
Geschil over de eindafrekening
In de overeenkomst was opgenomen dat de aannemer een eventueel geschil over de eindafrekening bij aangetekende brief, binnen een half jaar na de ontvangst van de eindafrekening, bij het Waterschap kenbaar moest maken. Op 19 januari 2007 heeft de aannemer de eindafrekening ontvangen. Bij brief van dezelfde dag heeft het Waterschap kenbaar gemaakt dat zij de kortingsregeling zou toepassen wegens overschrijding van de bouwtijd. Bij gewone brief van 2 juli 2007 heeft de aannemer bezwaar gemaakt tegen de korting.
Het Hof oordeelt dat er sprake is van een vormvoorschrift, weliswaar overeengekomen met het oog op de rechtszekerheid. De aannemer diende het geschil per aangetekende brief kenbaar te maken om aan te tonen dat er tijdig bezwaar was gemaakt.
Het Waterschap heeft de tijdige ontvangst van de brief echter niet betwist. De aannemer hoeft dan ook niet nader aan te tonen dat zij tijdig bezwaar tegen de eindafrekening heeft gemaakt. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kon het Waterschap dan ook geen beroep doen op het ontbreken van een aangetekende brief.
Het Hof komt verder tot de conclusie dat de gewone brief die de aannemer heeft verzonden, voldoende duidelijk maakt dat er een geschil met betrekking tot de eindafrekening is. De aannemer heeft daarin namelijk gemotiveerd uiteen gezet waarom de korting niet toegepast zou mogen worden.
Bouwtijdverlenging
Tussen partijen was overeen gekomen dat de oplevering op 16 maart 2008 zou plaatsvinden. Vast stond verder dat de aannemer de verplichting had om de opdrachtgever te waarschuwen indien er vertraging in het werk zou optreden. Vooral als die vertraging buiten de schuld van de aannemer zou ontstaan.
Het Hof overweegt dat de aannemer tijdens de uitvoering nimmer bij de opdrachtgever heeft gewaarschuwd voor overschrijding van de opleverdatum. Evenmin heeft de aannemer op een andere wijze de door haar ondervonden problemen bij de opdrachtgever aan de orde gesteld.
De aannemer kan dan ook niet eerst in dit geschil een beroep op bouwtijdverlenging doen. Het had namelijk op de weg van de aannemer gelegen om zelf tijdig actie te ondernemen. Zij had bij het Waterschap een verzoek om bouwtijdverlenging moeten indien toen zij verwachtte (door overmacht) de opleverdatum niet te halen.
De conclusie
Het Hof oordeelt ten slotte tot afwijzing van de vorderingen van de aannemer. De korting die het Waterschap heeft verrekend over de eindafrekening blijft daarmee in stand.
Geen bouwtijdverlenging zonder tijdig verzoek aannemer
Wanneer in de praktijk bouwtijdverlenging moet worden geaccepteerd, blijft een lastige vraag. In de onderhavige zaak wordt eerst in rechte een beroep op verlenging van de bouwtijd gedaan. Het gerechtshof te Leeuwarden oordeelt dat aannemer een verzoek daartoe had moeten indienen tijdens de werkzaamheden (Gerechtshof Leeuwarden 5 juli 2011, LJN: BR0358).Het Waterschap heeft een Europese aanbesteding gehouden voor de uitbreiding en aanpassing van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. De onderhav...
Leestijd
Auteur artikel
Joris Bax (uit dienst)
Gepubliceerd
21 juli 2011
Laatst gewijzigd
16 april 2018