1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geen exploitatieplan verplicht bij algehele herziening bestemmingsplan Buitengebied

Geen exploitatieplan verplicht bij algehele herziening bestemmingsplan Buitengebied

Op 20 april 2011 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan in de beroepsprocedures over het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Heeze-Leende. Het bestemmingsplan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling van het gehele buitengebied van de gemeente.  Eén van de 42 appellanten had aangevoerd dat ten onrechte geen exploitatieplan was vastgesteld, omdat het verhaal van de kosten volgens hem niet anderszins verzekerd was.De raad heeft in reactie daarop gesteld...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 20 april 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 20 april 2011 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan in de beroepsprocedures over het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Heeze-Leende. Het bestemmingsplan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling van het gehele buitengebied van de gemeente.  Eén van de 42 appellanten had aangevoerd dat ten onrechte geen exploitatieplan was vastgesteld, omdat het verhaal van de kosten volgens hem niet anderszins verzekerd was.
De raad heeft in reactie daarop gesteld dat het bestemmingsplan een algehele herziening is van de geldende bestemmingsplannen voor het buitengebied van de gemeente. De plankosten die met het plan zijn gemoeid zijn voor rekening van de gemeente. Voor zover het plan in bouwplannen voorziet als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de Wro in samenhang gelezen met artikel 6.2.1. van het Bro zijn er geen exploitatiekosten voor de gemeente. Daarnaast is het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, van de Wro niet noodzakelijk, zodat het vaststellen van een grondexploitatieplan niet nodig is, aldus de raad.

Naar aanleiding van dit bezwaar overweegt de Afdeling dat bij vaststelling van een bestemmingsplan niet altijd de plicht bestaat om ook een exploitatieplan vast te stellen, nu de Wro in artikel 6.12, tweede lid, voorziet in de mogelijkheid om bij vaststelling van een bestemmingsplan te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. In dit geval heeft de raad de plicht niet aanwezig geacht op grond van de hiervoor weergegeven overwegingen. De appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit standpunt van de raad onjuist is. Het beroep tegen het besluit geen exploitatieplan vast te stellen was dan ook ongegrond.

Heeft u vragen over een exploitatieplan dan wel het bepalen van de inbrengwaarde? Neemt u dan contact op met mr. Hanna Zeilmaker, zeilmaker@dirkzwager.nl, 024 381 31 83.