Overeenkomst voor nieuwe bedrijfsautomatisering
Eind 2010 is tussen Nivo (afnemer) en 4BIZZ (leverancier) een overeenkomst gesloten tot de levering en implementatie van nieuwe administratiesoftware. De geboden totaaloplossing ging uit van de levering van een Microsoft Dynamics NAV Business Essential licentie, koppelingen met externe applicaties en enig maatwerk.
Livegang van de software mislukt; leverancier komt met oplossing
Na livegang op 20 mei 2011 komt de afnemer tot de conclusie dat de software niet voldeed aan de gestelde eisen. In reactie hierop geeft de leverancier bij e-mail van 3 juni aan enkele gebreken binnen twee weken te kunnen herstellen en stelt voor andere gebreken een alternatieve werkwijze voor.
Afnemer trekt enkele weken later de stekker er uit
Uit de uitspraak wordt niet duidelijk of de afnemer aan de leverancier de ruimte heeft gegeven om de voorgestelde oplossingen uit te rollen. Wel is duidelijk dat de afnemer drie weken na het voorstel van de leverancier de stekker uit het project trekt en terugschakelt op gebruik van de vorige software.
Second opinion andere Dynamics distributeur
De afnemer vraagt vervolgens een second opinion bij een andere distributeur van Microsoft Dynamics. Zij leidt uit die second opinion af dat de leverancier geen gecertificeerde Dynamics partner zou zijn en dat de leverancier de verkeerde versie van Microsoft Dynamics zou hebben geadviseerd.
Tekortkomingen volgens Nivo
De afnemer laat dan ook in een bespreking aan de leverancier weten dat zij meent dat de leverancier op deze gronden tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Enkele dagen na de bespreking stuurt de afnemer aan de leverancier een sommatie waarin wordt aangedrongen op een "bevredigende oplossing". Partijen komen er niet uit en de afnemer start de rechtszaak.
Toetsing rechtbank
In de rechtszaak voert de afnemer drie punten aan op grond waarvan de leverancier volgens haar tekortgeschoten zou zijn:
- de leverancier zou ten onrechte hebben gesuggereerd Microsoft certified partner te zijn;
- de leverancier zou verkeerd advies hebben gegeven over de aan te schaffen versie van Microsoft Dynamics;
- de leverancier zou overigens ondeugdelijk hebben gepresteerd.
Ad. 1. Al dan niet zijn van Microsoft Partner
De rechtbank is snel klaar met het eerste verwijt. De rechtbank constateert namelijk dat de afnemer niet eens de kans heeft geboden aan de leverancier om de twijfel die hierover was weg te nemen. Ook gelooft de rechtbank niet dat de reden voor ontbinding werkelijk was gelegen in de twijfel rondom de geldigheid van de licenties. De werkelijke reden is immers gelegen in het functioneren van de software. Dit verwijt aan de leverancier wordt dan ook afgewezen.
Ad. 2 en 3. Verkeerd advies over versie Microsoft Dynamics en niet conform afspraken presteren
Ook het tweede en derde verwijt worden vrij snel afgedaan. De afnemer verwijt aan de leverancier dat verkeerd advies is uitgebracht over de te kopen versie: volgens de afnemer had het kopen van Dynamics versie AM geadviseerd moeten worden, terwijl Dynamics versie BE is geadviseerd. De afnemer weigert echter de second opinion waarop dit verwijt is gebaseerd in het geding te brengen.
Daar komt bij dat de leverancier gemotiveerd aangeeft dat zowel bij versie BE als bij versie AM er hoe dan ook maatwerk geprogrammeerd had moeten worden en de afnemer met versie BE dus goedkoper uit zou zijn geweest. Ook wijst de leverancier er op dat een medewerker van de afnemer de beide versies (en hun verschillen) kende.
Ook wijst de rechtbank er op dat de afnemer nooit een ingebrekestelling heeft verstuurd aan de leverancier over de volgens de afnemer ontbrekende functionaliteit. Aldus heeft de leverancier nooit de kans gehad aan te tonen dat met versie BE en bijbehorend maatwerk hetzelfde resultaat zou kunnen worden bereikt als met versie AM.
De afnemer verweert zich nog door te stellen dat er uiteindelijk versie AM bij haar is geimplementeerd, maar de rechtbank constateert dat dit geen bewijs vormt voor de stelling dat de door de leverancier geadviseerde versie BE niet had kunnen volstaan.
Alles afwegend constateert de rechtbank dat er geen enkele aanleiding is (verder) te onderzoeken of de geleverde software al dan niet voldeed. De afnemer had de leverancier in gebreke moet stellen om de leverancier de kans te geven alsnog deugdelijk te presteren en dat is niet gebeurd. De brief waarin is aangedrongen op een "bevredigende oplossing" voldoet volgens de rechtbank ook niet als ingebrekestelling, omdat niet is aangedrongen op het alsnog leveren van de overeengekomen prestatie. De vordering van de afnemer wordt dan ook afgewezen.
Slotopmerking
De uitspraak laat wederom het belang van een goede ingebrekestelling zien. Zie in dat kader ook onze artikelenserie IT-geschillen in de praktijk.