Een particulier vroeg een omgevingsvergunning aan voor een hek, binnen de bestemming “Natuur”. Die werd, na bezwaar door derden, door B&W van Breda geweigerd. Zij oordeelden dat uit de aanvraag niet bleek dat er een natuurdoel met dat hek zou worden gediend. Integendeel, het hek zou een doorgangsroute voor reeën kunnen belemmeren. De rechtbank gaf hen gelijk.
De aanvrager betoogde in beroep bij de Raad van State dat de rechtbank dit niet had mogen oordelen, omdat uit de aanvraag überhaupt niet bleek welk doel er met het hek werd beoogd. Hij ving bot bij de Raad van State. Die vond dat zonder nadere specificaties in de aanvraag, B&W en de rechtbank er terecht van waren uitgegaan dat het hek kennelijk alleen diende ter afscherming van het terrein van de aanvrager. Daarmee werd geen natuurdoel gediend. De weigering was terecht en bleef in stand. Conclusie: ook voor een eenvoudig bouwwerk als een hek, dat op zichzelf best binnen de bestemming “natuur” zou kunnen passen, moet serieus worden getoetst of het natuurdoel wel met plaatsing wordt gediend. Als dat niet zo is moet de vergunning worden geweigerd. Afdeling bestuursrechtspraak 11 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:42
Geen hekwerk binnen bestemming “Natuur”
Een particulier vroeg een omgevingsvergunning aan voor een hek, binnen de bestemming “Natuur”. Die werd, na bezwaar door derden, door B&W van Breda geweigerd. Zij oordeelden dat uit de aanvraag niet bleek dat er een natuurdoel met dat hek zou worden gediend. Integendeel, het hek zou een doorgangsroute voor reeën kunnen belemmeren. De rechtbank gaf hen gelijk.De aanvrager betoogde in beroep bij de Raad van State dat de rechtbank dit niet had mogen oordelen, omdat uit de aanvraag überhaup...
Leestijd
Auteur artikel
Maarten Baneke (uit dienst)
Gepubliceerd
18 januari 2017
Laatst gewijzigd
16 april 2018