1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geen opbrengsten in eenheidsprijzen

Geen opbrengsten in eenheidsprijzen

De aanbesteding van het onderhoud van openbare verlichting, waar Dirkzwager u eerder over  berichtte, is opnieuw voor de rechter gekomen. Wederom stond centraal de vraag of negatieve eenheidsprijzen in een RAW-bestek zijn toegestaan. De Bossche voorzieningenrechter oordeelde dat opbrengsten in ieder geval niet in een eenheidsprijs mogen worden verdisconteerd.Aanbesteding onderhoud openbare verlichtingEen samenwerkingsverband van verschillende gemeenten heeft het onderhoud van openbare verlich...
Leestijd 
Auteur artikel Joris Bax (uit dienst)
Gepubliceerd 14 september 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De aanbesteding van het onderhoud van openbare verlichting, waar Dirkzwager u eerder over  berichtte, is opnieuw voor de rechter gekomen. Wederom stond centraal de vraag of negatieve eenheidsprijzen in een RAW-bestek zijn toegestaan. De Bossche voorzieningenrechter oordeelde dat opbrengsten in ieder geval niet in een eenheidsprijs mogen worden verdisconteerd.

Aanbesteding onderhoud openbare verlichting
Een samenwerkingsverband van verschillende gemeenten heeft het onderhoud van openbare verlichting Europees openbaar aanbesteed. Daartoe is een bestek met open posten conform de Standaard RAW 2005 gepubliceerd.

Onderdeel van de werkzaamheden is het opzetten van een storingdienst en het afhandelen van storingen. Ziut heeft voor het opzetten van de storingsdienst en het behandelen van de klacht negatieve eenheidsprijzen aangeboden. Reden daarvoor was dat voor het opzetten van de dienst Ziut slechts additionele meerkosten hoefde te maken aangezien zij reeds een storingsdienst ter plaatse had. Tevens ontvangt Ziut voor iedere afgehandelde klacht een meeropbrengst van NODR. Die stelt Ziut ter beschikking aan de gemeenten.

Eerste kort geding: herbeoordeling
De inschrijving van Ziut is door de gemeenten ongeldig verklaard aangezien zij in meerdere eenheidsprijzen niet alle kosten zou hebben opgenomen.

Ziut dagvaardde de gemeenten in kort geding. De Bossche voorzieningenrechter oordeelt dat de forfataire bedragen die Ziut ontving bij de behandeling van een klacht niet kwalificeren als winst en dus niet in de staart hoeven worden opgenomen. Aangezien de kosten voor het opzetten van een storingsdienst voor Ziut marginaal zijn, mocht Ziut  die naar eigen inzicht ter beschikking stellen van de gemeenten. Zij mocht daarom negatieve eenheidsprijzen aanbieden.

De voorzieningenrechter veroordeelt de gemeenten een herbeoordeling uit te voeren.

Herbeoordeling: Ziut nog steeds ongeldig
De gemeenten hebben naar aanleiding van het vonnis een volledige herbeoordeling uitgevoerd. Wederom verklaren zij de inschrijving van Ziut ongeldig. De inschrijving van Ziut zou abnormaal laag zijn, niet besteksconform en voorwaardelijk.

Vordering Ziut
Ziut voert aan dat de gemeenten in strijd met het vonnis de inschrijving alsnog op dezelfde punten ongeldig hebben verklaard. Tevens zou het haar vrij staan om een inschrijving te doen met negatieve eenheidsprijzen. Daarbij mocht zij schuiven met kosten. Ziut vordert de gemeenten te veroordelen de overeenkomst aan haar te gunnen.

Verweer gemeente
De gemeenten voeren als verweer aan dat het vonnis van de voorzieningenrechter ruimte bood voor een volledige herbeoordeling van de inschrijving. Daarbij mocht zij eerdere argumenten dus opnieuw betrekken.

De gemeenten vinden het verwerpelijk dat Ziut voor ieder afgehandeld schadegeval een bedrag ontvangt en willen daar geen onderdeel van zijn. Derhalve heeft Ziut een abnormaal lage inschrijving gedaan.

Naar de aard van de werkzaamheden, het opzetten van een 24-uurs storingdienst, is het volgens de gemeenten niet mogelijk daarmee opbrengsten te genereren en dus er een negatieve prijs ervoor aan te bieden. Voor het opzetten van een storingsdienst op zich worden namelijk altijd kosten gemaakt.

Eventuele opbrengsten moeten overigens conform de bestekssystematiek in de staart worden opgenomen en niet in de eenheidsprijzen. Tevens is het schuiven van kosten c.q. opbrengsten niet toegestaan.

Volledige herbeoordeling toegestaan
Met betrekking tot de herbeoordeling oordeelt de voorzieningenrechter dat in het eerste vonnis geen beperkingen waren gesteld aan de herbeoordeling. De gemeenten mochten derhalve ook de punten op grond waarvan in eerste instantie Ziut ongeldig werd verklaard in de herbeoordeling betrekken. Sterk nog, een herbeoordeling impliceert dat dit gebeurt.

Schuiven met opbrengsten verboden
De voorzieningenrechter overweegt dat voor de besteksposten betreffende het opzetten van een storingsdienst (bestekspost 103) Ziut negatieve eenheidsprijzen kon bieden doordat zij daarbij opbrengsten heeft betrokken die resulteren uit het afhandelen van schademeldingen. Het afhandelen van schademeldingen is echter een andere bestekspost (104). Ziut heeft derhalve opbrengsten geschoven onder een bestekspost waar die opbrengsten niet thuis horen. De inschrijving is daardoor strijdig met de systematiek en dus ongeldig.

Bovendien maakt de aard van het opzetten van een storingsdienst het onmogelijk dat daarvoor een negatieve eenheidsprijs wordt geboden. Dat kost altijd geld, ook als de kosten slechts marginaal zijn. De aard van de werkzaamheden verdraagt zich niet met het feit dat door de gemeente daarop zou worden verdiend.

Opbrengsten in eenheidsprijs verboden
Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter dat het opnemen van opbrengsten in een eenheidsprijs strijdig is met de voorschriften van de Standaard RAW 2005. Uit paragraaf 01.01.03, leden 02 en 03 volgt dat opbrengsten moeten worden opgenomen na het subtotaal. Door opbrengsten op te nemen in de eenheidsprijzen heeft Ziut die systematiek miskend. Ook daarom is de inschrijving van Ziut ongeldig.

De vorderingen van Ziut worden derhalve afgewezen.

Commentaar
In de Standaard RAW-systematiek (zowel 2005 als de 2010) worden in de eenheidsprijzen alle kosten voor het tot stand brengen van een resultaatsverplichting opgenomen. Met uitzondering van eenmalige kosten (en kortingen), uitvoeringskosten, algemene kosten en winst en risico. Die bedragen worden in staartkosten na het subtotaal opgenomen in de inschrijfstaat.

De voorzieningenrechter oordeelt alsnog dat de forfataire bedragen die Ziut ontvangt bij een schadeafhandeling, als winst moeten worden gekwalificeerd. Gelet op het onderhavige vonnis is het dus niet toegestaan om opbrengsten/ inkomsten in welke vorm ook te verdisconteren in een eenheidsprijs. Dit lijkt conform de systematiek van de Standaard. In hoeverre het mogelijk is om negatieve eenheidsprijzen aan te bieden, is gelet op dit vonnis onduidelijk. De voorzieningenrechter lijkt immers te impliceren dat een negatieve eenheidsprijs in het algemeen niet is toegestaan indien het bestek conform de systematiek van de Standaard is opgesteld. Een negatieve eenheidsprijs zal waarschijnlijk meestal het gevolg zijn van een opbrengst die daarin wordt verdisconteerd. Het blijft dus wachten op een doorslaggevende uitspraak van een hogere rechter om een einde aan deze discussie te maken.

mr. J.H.J. Bax, aanbestedingsadvocaat
vakgroep aanbestedings- en bouwrecht Dirkzwager